Home Blog Pagina 59

Breda: gedigitaliseerde Gilde- of ambachtsbrieven beschikbaar

Vanaf de middeleeuwen tot de negentiende eeuw telde Breda vele gilden. Het Stadsarchief is trots daarvan nog archieven te bewaren die soms teruggaan tot de vijftiende eeuw. Onlangs hebben we  deze archieven gedigitaliseerd; alle scans zijn beschikbaar via onze website.

Een deel van deze gildearchieven vormen de schuttersgilden (het Sint Joris, Sint Sebastiaan- en Sint Antoniusgilde) maar het grootste deel is het archief van de ambachtsgilden. Dit waren beroepsverenigingen van ambachtslieden zoals bakkers, slagers en metselaars maar ook marskramers en marktschippers hadden een gilde.

In de loop van de tijd werden de regels die binnen deze gilden waren opgesteld, ook door het stadsbestuur bekrachtigd in de zogenaamde gilde- of ambachtsbrief. In deze webexpositie tonen we graag een aantal van deze oude ambachtsbrieven en enkele andere interessante documenten uit de gildearchieven.

Het bestuur van de gilden bestond uit gekozen dekens en oudermannen. Sommige gilden, zoals die van de viskopers en de vleeshouwers, hadden bovendien nog een vertegenwoordiging uit het stadsbestuur, de zogenaamde overdeken.

Behalve voor een monopolie als bescherming tegen concurrentie van buiten, zorgde het gilde ook voor onderlinge sociale steun binnen eigen kring. Alle gildebroeders deden een regelmatige, geldelijke bijdrage in ‘de bus’. Daaruit kon de busmeester bij ziekte of overlijden uitkeringen doen.

Het gildeboek bevatte de administratie van een gilde. De ambachtsbrief met alle regels stond er meestal in maar ook de namen van de leden en andere belangrijke zaken werden hierin genoteerd.

Om als leerling te worden aangenomen, moest er een geldbedrag worden betaald. Daarna kon de jonge gezel van de meester het vak leren. Na verloop van tijd kon de leerling proberen om de (vaak in de ambachtsbrief omschreven) proef af te leggen. Werd deze met succes bekroond, dan kon de kersverse meester zijn eigen werkplaats beginnen en zelf ook weer leerlingen opleiden.

Een van de belangrijkste gilderegels was dat je lid moest zijn van een gilde om je ambacht in Breda uit te oefenen. Dit leverde de gildebroeders een feitelijk monopolie op.

De gilden veranderden soms van samenstelling. Beroepsgroepen gingen samen of soms gingen ze uit elkaar. Zo scheidden in het begin van de achttiende eeuw de leerbewerkers zich af van de schoenmakers. Dat was aanleiding voor het opstellen van weer een nieuwe ambachtsbrief.

zie: stadsarchief Breda

Prinses Beatrix bij jubileumviering Stichting Werkgroep Herkenning

Prinses Beatrix is zaterdagochtend 20 november aanwezig bij het 40-jarig jubileum van Stichting Werkgroep Herkenning in het Nationaal Archief in Den Haag. Stichting Werkgroep Herkenning is een vrijwilligersorganisatie die in 1981 is opgericht en hulp biedt aan (klein)kinderen en familieleden van personen die in de jaren 1940-1945 aan de zijde van de bezetter stonden, dan wel de bezetter waren, en staat deze bij. Te laat voor velen. Veel kinderen van “foute Nederlanders” zijn onrecht gedaan.

Prinses Beatrix neemt na het symposium deel aan het rondetafelgesprek waarbij wordt gesproken met de eerste, tweede en derde generatie nabestaanden van ‘foute’ Nederlanders. Het gesprek gaat over de gevolgen voor de families, hoe maatschappelijke uitsluiting doorwerkt in opvolgende generaties en het belang van openheid over het verleden. Tevens wordt gesproken over welke rol het Nationaal Archief, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging en de Stichting speelde bij het achterhalen van de familiegeschiedenis en bij traumaverwerking.

Stichting Werkgroep Herkenning biedt hulp aan familieleden en voorziet in hulpverlening door onder meer de hulptelefoon en gespreksgroepen, waarbij kan worden gesproken en contact kan worden gelegd met lotgenoten.

Overzicht van plaatsen met digitale bronnen provincie Zuid-Hollland

♦Nationaal Archief / Collectie Zuid-Holland. Het archief van de Provincie Zuid-Holland is ondergebracht bij het Nationaal Archhief

♦Haags Gemeentearchief Het Haags Gemeentearchief beheert ook de archieven van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

♦Gemeentearchief Wassenaar

♦Gemeentearchief Oegstgeest

♦Erfgoed Leiden en Omstreken In dit archief zijn naast Leidse collecties, ook de archiefcollecties van onder meer Noordwijk, Katwijk, Leiderdorp, Bollenstreek, Kaag en Braassem en Nieuwkoop te vinden. Gemeentearchief Schiedam

♦ Archieven en collecties van Schiedam, Kethel en Spaland. 

♦Stadsarchief Vlaardingen Hier worden de archieven bewaard van zowel Vlaardingen als Maassluis.

♦Streekarchief Voorne-Putten

♦Streekarchief Goeree-Overflakkee

♦ Erfgoed Delft De collectie van Delft, Pijnacker, Nootdorp, Rijswijk, Vrijenban en Hof van Delft  Hier worden collecties beheerd uit en over de regio rondom Alphen aan den Rijn, waaronder dorpen als Aarlanderveen, Benthuizen, Boskoop, Koudekerk en ZwammerdamStreekarchief Midden-Holland

♦ Streekarchief Midden-Holland met informatie over Gouda en de Krimpenerwaard

♦Regionaal Archief Dordrecht. Tevens Ccllecties van Dordrecht en omliggende gemeenten als Alblasserdam, Binnenmaas, Papendrecht, Zwijndrecht en Sliedrecht. .

♦Stadsarchief Rotterdam

♦Regionaal Archief Gorinchem met archiefcollecties uit Gorinchem, Giessenlanden en Lingewaal.

♦ Gemeentearchief Zoetermeer

♦ Archieven van de hoogheemraadschappen omvat de collecties van het Hoogheemraadschap Delfland, Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap Rijnland.

Een onbekende soldaat verwekte hem in ’43

Een levenslange zoektocht volgde.

Dit artikel beschrijft de zoektocht van Marcel Kemp naar de identiteit van zijn vader, een Duitse soldaat. Journalisten Eric van den Berg en Bram Endedijk leerden Marcel Kemp kennen in 2019 voor hun 2DOC-documentaire Oorlogskinderen, en zijn hem sinds die tijd blijven volgen.

Marcel wist dat hij een natuurlijk kind van een Duitse soldaat en een Nederlandse moeder was. Zijn biologische moeder zweeg. Kemp liep talloze vertakkingen van stambomen na, ontpopte zich tot genealogisch expert, maar vond geen antwoord. Tot hij overging tot dna-onderzoek. Dit is een compleet verslag van een zoektocht van een zoon naar zijn vader met gebruikmaking van de nieuwe genealogische technieken.

Omdat Marcel zijn dna uploadde naar particuliere genealogische dna-databanken, werd het duidelijk welke mogelijkheden die relatief nieuwe technologie in combinatie met intensief, maandenlang stamboomonderzoek kan opleveren. In dit geval: hoe ver een zoon komt in de zoektocht naar de identiteit van zijn vader. Voor dit artikel zijn vele binnen- en buitenlandse archieven doorgespit, tientallen verwanten benaderd en uitvoerige stambomen opgesteld.

Uiteindelijk ontdekte Marcel dat hij dat hij een zoon was van Wilhelm Pieper, opgeroepen voor dienst in 1940, gestationeerd in België, Nederland en Frankrijk. Zijn laatste rang was Obergefreiter (korporaal) bij Panzerjäger-Abteilung 657, een anti-tankbrigade. Ergens tijdens de oorlog heeft hij Marcels moeder ontmoet. Emil Wilhelm werd in 1943 met een longontsteking opgenomen in een militair hospitaal te Leiden, blijkt uit een opgevraagd dossier. Marcels moeder rondde in 1942 een algemene opleiding van de Arbeidsdienst voor Meisjes af. Daarna volgde ze een opleiding tot verpleegkundige. Zo zouden ze elkaar best ontmoet kunnen hebben, denkt Marcel. „Ik denk dat het in de sfeer van de verpleging gebeurd is.

Zie verder dit zeer spectaculaire instructieve krantenartikel. Ik heb grote bewondering voor de kennis, de intuïtie en de vasthoudendheid van Marcel. Knap werk, mijn compliment.

Voor verdere info zie artikel NRC  zaterdag 13 November

Wat kun je leren van etnisch DNA-tests

Evoluerende, inconsistente etniciteitsrapporten waren verontrustend voor sommige DNA-testers. Velen hielden van de nieuwigheidsfactor, en sommigen die een onbekende oorsprong hadden, waardeerden ze. Maar anderen vonden hun etniciteitsrapporten teleurstellend vaag of gewoon fout. De oorsprong van je voorouders is duidelijk niet veranderd in de afgelopen 10 jaar. Sommige testbedrijven begonnen al vroeg hun groeiende datasets te gebruiken om rapporten over voorouderlijke oorsprong te herzien. Ze identificeerden unieke genetische kenmerken van kleine, geïsoleerde of cultureel samenhangende gemeenschappen en zochten vervolgens naar testpersonen die overeenkwamen met die kenmerken.

Vandaag de dag rapporteert 23andMe, AncestryDNA en MyHeritage DNA nog overwegend brede etniciteitgroepen. Maar ze rapporteren nu ook over deze nieuwe kenmerken – genetische verbindingen met duizenden specifieke historische populaties. Via hun gespecialiseerde tools proberen deze bedrijven uw DNA te verbinden met een tijd en een plaats, zoals ‘Joden in Centraal- en Oost-Europa’ bij AncestryDNA of ‘Wolga-Duitsers in de VS’ bij MyHeritage DNA.

Deze unieke DNA-ketens zeggen: “Uw voorouders waren hier.” (Of in ieder geval: “Uw voorouders hebben hier allemaal samen rondgehangen.”) Maar kunt u de verleidelijke, specifieke populaties die nu in uw resultaten kunnen verschijnen wel vertrouwen?

Wat is de wetenschappelijke achtergrond van de historische etniciteit duidingen.

Welk inzicht geeft
23andMe: Recent Ancestor Locations; AncestryDNA: Communities; and MyHeritage: Genetic Groups), bij de studie van een familiegeschiedenis.

Ieder DNA-genealogisch bedrijf gebruikt zijn eigen gepatenteerde methoden om uw voorouderlijke gemeenschappen te identificeren:

23andMe’s recent ancester-locations wijzen naar waar uw voorouders waarschijnlijk in de afgelopen 200 jaar hebben gewoond. Het bedrijf zoekt naar identieke stukjes DNA die u deelt met leden van de referentiepopulatie. Vervolgens voeren ze meer gerichte analyses uit om ervoor te zorgen dat u genetisch vergelijkbaar bent met mensen met recente voorouders uit die regio.

AncestryDNA Communities identificeren uw DNA met historische groepen in de afgelopen 75 tot 300 jaar. Het bedrijf creëert gemeenschappen door DNA-testers te clusteren die genetische overeenkomsten delen. Vervolgens zoekt Ancestry naar patronen in de stambomen van elke groep om te identificeren welke historische connecties ze delen. AncestryDNA Communities associëren u met specifieke historische en migrantenpopulaties, op basis van de unieke genetische handtekeningen die MyHeritage voor die groepen heeft geïdentificeerd. Het bedrijf creëerde genetische groepen door te zoeken naar microclusters van genetisch verwante individuen en vervolgens naar gemeenschappelijke connecties op basis van bomen en etniciteitsresultaten.

23andMe vertrouwt daarbij volledig op genetica. (Het is in feite een meer verfijnde versie van hun etniciteitsschatting.) Maar MyHeritage DNA en AncestryDNA gebruiken beide een tweestaps “genetica + stamboom”-methode die de stamboomgegevens raadpleegt die aan de profielen van hun testers zijn gekoppeld.

Als men bij meer dan een van deze bedrijven test (of bij een van de andere test en vervolgens uploadt naar MyHeritage), zou u overeenkomsten moeten zien in uw historische groepen. Maar u kunt redelijkerwijs ook een paar verschillen zien. Hun test-data bestanden zijn immers anders. Een bedrijf kan een bepaalde historische gemeenschap op unieke wijze hebben gelokaliseerd. Zelfs AncestryDNA en MyHeritage DNA, waarvan de methoden op het eerste gezicht vergelijkbaar lijken, verschillen in hun gecompliceerde algoritmen en stamboomgegevens.
Bovendien moet uw DNA voldoende bewijs leveren dat u tot een groep behoort, en wat kwalificeert als ‘voldoende bewijs’ kan per locatie verschillen.

23andMe: Klik onder Voorouders > Overzicht voorouders op Rapport bekijken onder DNA-schilderij. Klik vervolgens op Betrouwbaarheidsniveau wijzigen en selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.

MyHeritage DNA: zoek naar een schuifbalk boven uw uitsplitsing naar etniciteit.

AncestryDNA: Dit bedrijf rapporteert een betrouwbaarheidsniveau voor etnische groepen op hoog niveau (klik op de pijl bij elke regio), maar niet voor genetische gemeenschappen.

Andere toeters en bellen in deze rapporten verschillen per bedrijf. Ze zijn allemaal voorzien van kaarten en verhalen. AncestryDNA en MyHeritage DNA voegen tijdlijnen toe en laten je de gedeelde groepen van je wedstrijden bekijken. MyHeritage DNA bevat andere gegevens over elke groep: vergelijkbare genetische groepen, evenals algemene namen, plaatsen en etniciteit van groepsleden. 23andMe biedt ook informatie over de voorouders van de Neanderthalers en een haplogroep op hoog niveau voor uw moederlijn, en (als u een genetische man bent) uw vaderlijke lijn.

Migratiegroeptools vergeleken

Hier is een korte samenvatting van de tools die worden aangeboden door 23andMe, AncestryDNA en MyHeritage DNA:

23andMeAncestryDNAMyHeritage DNA
  toolRecent Ancestor LocationsGenetic CommunitiesGenetic Groups
  Hoeveelheid locaties150-plus Recent Ancestor Locations; 45 ethnicities1,400-plus regions including ethnicities and Communities2,100-plus regions including 42 ethnicities and Genetic Groups
  Waar zijn historische groepen te vindenAncestry > Ancestry CompositionDNA > Discover Your DNA StoryDNA > Ethnicity Estimate, scroll down to see Genetic Groups

Groepen toepassen op onderzoek

Miljoenen DNA-testers zijn toegewezen aan een of meer recente voorouderlocaties bij 23andMe; Genetische Gemeenschappen bij AncestryDNA; of genetische groepen bij MyHeritage DNA. Wie bij meerdere bedrijven test, krijgt mogelijk nog meer. Naarmate de tijd verstrijkt, worden er steeds meer van deze historische groepen gedefinieerd en toegevoegd aan uw DNA-etniciteitsresultaten.

Plaatsing in historische groepen kan zowel zinvol zijn als nieuwe locaties bieden voor genealogisch onderzoek. Testpersonen kunnen hun groepsaanduidingen gebruiken om te helpen bij onderzoek waar papieren paden mislukken. En ze kunnen zich dankzij deze resultaten misschien meer emotioneel verbonden voelen met hun voorouders, en de groepen gebruiken om nieuwe gesprekken met familieleden te beginnen over de oorsprong van het gezin.

Nog niet alle testpersonen zijn in groepen geplaatst. In sommige gevallen maakten hun voorouders deel uit van een gemeenschap die nog moet worden gedefinieerd. Om gemeenschappen uit te breiden – of de mogelijkheid om gemeenschappen nauwkeuriger te identificeren – zullen bedrijven meer onderzoek moeten doen (en meer DNA-data moeten bijeenkrijgen).

Voor anderen kan genetisch bewijs in de loop van de generaties zijn verwaterd. Net als oude geografische kaarten van gedeeltelijk bekende plaatsen, hebben uw etniciteitskaarten en historische groepstoewijzingen grote lege plekken – vervormingen en fouten die geleidelijk vervagen naarmate er meer onderzoek wordt gedaan.

Bron: familytree magazine

BHIC: Nieuwe bronnen online: oktober 2021

Burgerlijke stand

Geboorten

  • Bergen op Zoom: 1852-1917
  • ‘s-Hertogenbosch: 1899
  • Waspik: 1837-1852

Huwelijken

  • Bergen op Zoom: 1945
  • Halsteren: 1944-1945
  • Putte: 1944-1945
  • Roosendaal: 1944
  • Woensdrecht: 1944-1945
  • Wouw: 1944-1945
  • Zundert: 1944

Overlijdens

  • Dinteloord: 1970
  • Gilze en Rijen: 1969
  • Goirle: 1970
  • Halsteren: 1970
  • Mierlo: 1969
  • Roosendaal: 1970
  • Valkenswaard: 1964-1969

Doop-, trouw- en begraafboeken

Dopen

  • Alem: 1690-1817
  • Beugen en Rijkevoort: 1663-1771
  • Cuijk: 1730-1762

Trouwen

  • Alem: 1690-1777
  • Cuijk: 1730-1762, 1796-1823
  • Haren: 1810-1814
  • Megen: 1760-1790, 1799-1810
  • Rijkevoort: 1799-1810
  • Sint-Oedenrode: 1725, 1729, 1739-1761, 1765-1778

Begraven

  • Alem: 1724-1776
  • Cuijk: 1730-1762
  • Heesch: 1760-1805
  • Heeswijk: 1618-1653, 1668-1676
  • Sambeek: 1700-1772
  • Veghel: 1810

Schepenbanken

  • Berghem: 1781-1793
  • Berlicum: 1733-1750
  • Boxmeer: 1808-1810
  • Dinther: 1656-1810
  • Geffen: 1732-1762
  • Lith: 1809-1810
  • Nistelrode: 1783-1790, 1802-1804
  • Veghel: 1803-1809
  • Vierlingsbeek: 1783-1791
  • Vught en Cromvoirt: 1783-1810

Nieuwe bronnen online: oktober 2021 – BHIC

GEM 2021 nr 4

In dit nummer

Malaria

Oproep van abonnee A.C. Boertjes

 ‘Met den handschoen getrouwd’

Renati, zager en zanger

Smeltkroes Brazilië,  Boekbespreking

Genealogisch onderzoek in Limburg

Jan Caspar Hattingh sluit een verzekering af

Enquète arbeidsomstandigheden

Het huwelijk in de 18de eeuw volgens Berckhey

Genealogische Publicaties (133)

Vrijwilligers gezocht voor nieuw crowdsourcingproject: bevolkingsregisters Montfoort 1890-1899

Het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard heeft na de succesvolle start van twee eerdere projecten, een nieuw crowdsourcingproject opgestart: de bevolkingsregisters van Montfoort, van 1890 – 1899. Wij zijn nu wederom op zoek naar vrijwilligers die vanuit huis ons willen helpen deze bevolkingsregisters digitaal toegankelijk te maken, waarbij ze direct op onze website zullen verschijnen.

De registers uit 1890-1899 zijn goed leesbaar en daarmee geschikt om met hulp van het grote publiek verder te ontsluiten.
Op deze bevolkingsregisters staan alle inwoners van Montfoort uit die periode beschreven, met naam, geboortedatum, beroep en woonplaats. Het is nu de bedoeling dat van alle 647 scans een aantal gegevens wordt overgetypt, zodat wij deze informatie op onze website kunnen tonen. Door hier aan bij te dragen, helpt u de doorzoekbaarheid van onze collectie en website te verbeteren. Het zal dan voor elke stamboomonderzoeker makkelijker zijn om informatie te vinden over zijn of haar voorouders.

Wilt u helpen de geschiedenis van de stad Montfoort verder te ontdekken? Op https://rhcrijnstreek.nl/bronnen/crowdsourcing/ leest u meer informatie over het project, en hoe u zich kunt aanmelden voor dit project, of andere lopende projecten. U kunt direct beginnen! Ervaring of kennis is niet nodig.

Gemeente Noordwijk als eerste aangesloten op het e-depot

Burgemeester van Noordwijk, en directeur van Erfgoed Leiden en Omstreken ondertekenden donderdag 11 november 2021 een overeenkomst, waarmee Noordwijk als eerste regiogemeente aansluit bij het e-depot van Erfgoed Leiden. In het e-depot wordt digitale informatie duurzaam bewaard voor de toekomst. Dit is een uitbreiding op de bestaande samenwerking. Naast advies over archeologie is ook het archief van Noordwijk en Noordwijkerhout ondergebracht bij Erfgoed Leiden.

In een e-depot worden digitale bestanden duurzaam opgeslagen. Sinds de introductie van de computer is bijna alle informatie digitaal. Ook hiervoor is een archief nodig, het zgn. e-depot. De digitale videotulen van de raadsvergaderingen van Noordwijkerhout uit de periode van 2011-2018 zullen als eerste in het e-depot worden opgenomen.

Archief Noordwijk
Het archief van Noordwijk is sinds 2005 in bewaring gegeven in Leiden, zowel overheidsarchieven als particuliere archieven. De inventarissen van de papieren archieven staan op www.erfgoedleiden.nl en de stukken zelf zijn te raadplegen in de studiezaal aan de Boisotkade 2a in Leiden.

Dit  bericht dient om nieuwe ontwikkelingen te signaleren die mogelijk  binnenkort meer algemeen worden

100 Jaar graf voor de onbekende soldaat

Vandaag is het 11 november, de dag van het einde van de eerste wereldoorlog. Dit was een gegeven in miin jeugd dat enige betekenis had, omdat mijn oom, een Belgische leger officier, aan de gevolgen van WOI het leven had gelaten. Hij was een van de zeer vele mannen die als gevolg van de oorlog het leven verloor. In totaal sneuvelden vele miljoenen mannen tijdens deze grote oorlog. Wanneer wij op 11 november naar België gingen waren er daar bij het plaatselijk monument altijd enige plechtigheden: een kerkdienst gevolgd door bloemlegging bij het plaatselijk monument door de burgemeester. Vanwaar deze nu 100 jarige monument traditie. Hoewel dit verhaal niets met genealogie te doen lijkt memoreer ik dat in mijn familie-geschiedenis 3 familieleden zijn die bij gevechtshandelingen stierven en die ik toch met dit verhaal wil eren.

Het oudste monument is vermoedelijk dat voor de Landsoldaten (beeldhouwer Herman Wilhelm Bissen), dat in 1858 in Frederica, Denemarken werd opgericht, ter herinnering aan de gesneuvelden tijdens de Eerste Duits-Deense Oorlog. Het meest recente monument is van 2004 en is te vinden in Wellington, Nieuw-Zeeland.


Het eerst onbekende soldaat graf monument was dat in Londen. Op 11 november 1920 werd de Tomb of the Unknown Warrior in Londen in de Westminster Abbye geplaatst. David Railton was tijdens de Eerste Wereldoorlog een Britse aalmoezenier aan het westelijk front. In 1916 zag hij een veldgraf met een eenvoudig houten kruis waarop de tekst An unknown British soldier stond. Na het einde van de oorlog zond hij een brief aan Herbert Ryle, de deken van Westminster Abbey, met het voorstel daar “tussen de koningen” een onbekende soldaat te begraven om de honderdduizenden gesneuvelden te representeren. Het voorstel werd gesteund door zowel de deken als premier Lloyd George.

Het bekendste is echter het Parijse monument dat nu 100 jaar bestaat en dat op 11 november door de Franse president als eerste werd geerd. Dit Franse monument werd een voorbeeld dat leidend werd in veel landen omdat in Frankrijk veel bewijzen van eerbetoon voor de gesneuvelde onbekende soldaat rond 11 november bij het graf plaats vinden waarbij de Franse president voor gaat. Het Parijse monument ligt in de Arc de Triomphe waarin het graf van de onbekende soldaat is te vinden. Deze onbekende soldaat staat symbool voor de vele geïdentificeerde en ongeïdentificeerde soldaten die omkwamen bij een oorlog. In 1921 was dit in de VS, Portugal en Italic. Vele andere landen volgden dit voorbeeld later. In de Arc de Triomphe werd in 1923 een eeuwige vlam bij het graf geplaatst. In de meeste Franse steden kwamen ook monumenten veelal in navolging van Parijs om de gevallenen te gedenken. Nederland heeft echter nog geen nationaal graf van een onbekende soldaat behalve in enkele gemeenten.