Onlangs lanceerden het Gelders Archief en tien andere regionaal historische centra samen met Netwerk Digitaal Erfgoed een handig hulpmiddel voor het maken van beleid op bestandsformaten om digitale collecties van erfgoedinstellingen duurzaam toegankelijk te houden: de Wegwijzer Voorkeursformaten. De Wegwijzer Voorkeursformaten helpt instellingen bij het opzetten van beleid op voorkeursformaten via een interactief stappenplan en biedt een overzicht van bestandsformaten die erfgoedinstellingen gebruiken. Zo ontstaat een open kennisbank over het gebruik van bestandsformaten in Nederland. Hiermee bevordert de Wegwijzer dat instellingen elkaar helpen en bevragen.
Wie digitaal materiaal langdurig wil bewaren, moet meer weten over de dragers ervan: de bestandsformaten. Zulke bestandsformaten zijn er in allerlei soorten en maten. Maar welke is het meest geschikt voor langdurig bewaren van de informatie? En welke past in het duurzaamheidsbeleid van je instelling? Een instelling kan ervoor kiezen bepaalde formaten aan te wijzen waarin ze het digitale materiaal bij voorkeur wenst te ontvangen en te bewaren. Deze formaten worden ook wel ‘preferred formats’ genoemd, oftewel: voorkeursformaten. De wegwijzer helpt een instelling bij het maken van de keuze voor de voorkeursformaten.
De Wegwijzer Voorkeursformaten is ontwikkeld binnen het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE). Het NDE heeft het beheer van de wegwijzer op 25 maart aan de elf regionaal historische centra (RHC’s) overgedragen, waaronder het Gelders Archief. De RHC’s vinden het belangrijk kennis en expertise te delen met andere spelers in het erfgoedveld. En kennis uit andere sectoren levert weer inzichten op die van nut zijn voor de archiefsector. Daarnaast start tegelijk met de de wegwijzer de Expertisegroep Voorkeursformaten die blijft werken aan de ontwikkeling van de Wegwijzer Voorkeursformaten. De Expertisegroep is een overleg van deskundigen op dit terrein.
zie Gelders Archief
Elf regionale historische centra en Netwerk Digitaal Erfgoed starten de Wegwijzer Voorkeursformaten
Nieuwe website voor het streekarchief Midden Holland
In het afgelopen jaar is er achter de schermen hard gewerkt aan een nieuwe website voor het Streekarchief Midden-Holland. Het voornaamste doel was om de diverse archieven en collecties, zoals afbeeldingen, boeken en vergunningen, zo goed mogelijk doorzoekbaar te maken en bovendien te kunnen voorzien van scans. Zeker sinds het afgelopen jaar tijdens de lockdowns is gebleken dat historisch onderzoek vanuit huis niet alleen handig maar ook noodzakelijk kan zijn. Met deze nieuwe website kan het streekarchief daar een grote slag in slaan.
De website ziet er op het eerste oog niet heel anders uit dan de vorige. De vormgeving heeft een opfrisbeurt gekregen maar is zo simpel mogelijk gehouden. Het streekarchief is van mening dat de website vooral de archieven en collecties zo toegankelijk mogelijk moet maken en dat er genoeg informatie op staat om bezoekers te helpen bij hun onderzoek. De website is verder ‘responsive’ gemaakt, wat wil zeggen dat hij niet alleen goed werkt op een desktop computer, maar ook op een smartphone of tablet.
Zoekfunctionaliteit
Op de nieuwe website kan nog steeds gezocht worden in alle collecties tegelijk, of in één enkele collectie. Het voordeel van deze laatste optie is dat er specifiek gezocht kan worden met zoekmogelijkheden die bij die collectie passen. Zo kan er bijvoorbeeld bij Genealogie gezocht worden op 2 personen en heeft elke collectie zijn eigen filters om de zoekresultaten te verfijnen. Ook het gebruik van wildcards (zoals het zogenoemde ‘sterretje’ om op naamvariaties te zoeken) en andere zoekoperatoren is nu mogelijk.
Digitalisering
Een heel belangrijke verbetering op de nieuwe website is dat er nu ook scans toegevoegd kunnen worden aan beschrijvingen en indexen. Zo is het gehele bevolkingsregister van de regio uit de periode 1830-1920 nu digitaal doorzoekbaar en voorzien van de bijbehorende gedigitaliseerde bladzijde(n). Deze gigantische dataset met ruim 920.000 personen werd vorig jaar ingevoerd door de onvermoeibare vrijwilligers van het Vele Handen-project “Hallo Midden-Holland” en bevat een schat aan persoonsgegevens.
Later dit jaar zullen ook de indexen van de Burgerlijke Stand voorzien worden van gedigitaliseerde geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. Daarna zullen de Doop-, Trouw- en Begraafregisters volgen, waardoor stamboomonderzoekers en andere historici ongeacht tijd of plaats een groot deel van hun onderzoek vanaf huis kunnen doen. Maar ook de gedigitaliseerde krantencollectie zal dit jaar worden uitgebreid met nieuwe titels, dankzij de inspanningen van twee historische verenigingen. Verder gaan we ieder jaar de Beeldbank voorzien van meer gedigitaliseerde afbeeldingen, die afhankelijk van de geldende auteursrechten al dan niet vrij te downloaden of gebruiken zijn.
Werk in uitvoering
Elke nieuwe website is natuurlijk nooit perfect. Ondanks het testen door onder andere leden van onze klantenraad en uitgebreide controles, kunnen we dingen soms toch over het hoofd zien. Ook als u nu fouten tegenkomt die onvermijdelijk zijn gemaakt bij het invoeren van gegevens, kunt u die makkelijk doorgeven via de website en kunnen ze snel zichtbaar worden gemaakt. Zo worden onze gegevens doorlopend verbeterd. Laat ons dus vooral weten wat u er van vindt. Onze medewerkers van de dienstverlening staan bovendien klaar om u te helpen bij vragen, voorlopig nog even per mail, telefoon of WhatsApp en straks ook weer hopelijk persoonlijk in onze studiezaal. Bent u benieuwd? Neem dan snel een kijkje!
bron: Streekarchief Midden-Holland
Nationaal archief meldt: Vanaf nu op GitHub: onze pre-ingest-software
GitHub is een online platform waarop software kan worden geplaatst. GitHub is gebouwd rond het Git-versiebeheersysteem, waardoor GitHub alle mogelijkheden van Git en eigen toevoegingen aanbiedt. Het beschikt onder andere over toegangscontrole en verschillende samenwerkingsfuncties, zoals een issue tracker, een forum voor het aanvragen van functies, takenlijsten en wiki’s voor ieder project. De afgelopen maanden is hard gewerkt aan de software voor de zogenaamde pre-ingest-tool.
Met deze software kunnen we controleren of de bestanden compleet, geldig en consistent zijn en of de bestanden echt virusvrij zijn. De software kan bovendien de aangeleverde XML-beschrijvingen omzetten naar het formaat van het e-Depot. De Extensible Markup Language (XML), die zich in het Noord-Hollands Archief bevindt, is een standaard van het World Wide Web Consortium voor de syntaxis van formele opmaaktalen waarmee men gestructureerde gegevens kan weergeven in de vorm van platte tekst. Deze presentatie is zowel machineleesbaar als leesbaar voor de mens. Het XML-formaat wordt gebruikt om gegevens op te slaan (zoals in het OpenDocument-formaat) en om gegevens over het internet te versturen. De OpenDocument-indeling (ODF), oftewel het OASIS Open Document Format for Office Applications, is een open standaard voor het bewaren en/of uitwisselen van tekstbestanden, rekenbladen, grafieken en presentaties. De OpenDocument-standaard werd ontwikkeld door het OASIS-consortium, vanuit de XML-gebaseerde bestandsindeling van onder meer OpenOffice en LibreOffice. Met de webinterface kunnen de systemen aan het werk gezet worden die voor een eindrapportage als Excel-document zorgen. Wanneer de bestanden helemaal gecontroleerd en omgezet zijn, kunnen we ze in onze preserveringsvoorziening plaatsen. De software en de bijbehorende documentatie van deze tooling staan vanaf deze maand als opensource-software op onze NHA-pagina van het platform GitHub en is dus voor iedere archiefinstelling die ook met een e-Depot werkt, beschikbaar.
Zeeuws Archief doet mee aan project automatische handschriftherkenning.
Het Zeeuws Archief beheert net als alle andere archiefinstellingen in het land vele handgeschreven archieven in oud schrift. Maar wie kan die nog lezen? Dit kan met artificial intelligence (AI). Zo wordt software getraind om handschriften automatisch te transcriberen, oftewel om te zetten naar tekst die de computer kan lezen. Hiervoor moet de software wel eerst met een bulk aan handgemaakte transcripties worden gevoed om deze te trainen. Een voorbeeld van een programma waarmee dit kan is Transkribus. Het Nationaal Archief is hiervoor het automatische handschriftherkenningsproject ‘De ijsberg zichtbaar maken‘ gestart. Deze informatie in deze documenten is vaak wel gedigitaliseerd maar is niet getranscribeerd.
De computer leest nog niet foutloos, maar de resultaten zijn indrukwekkend. Op 15 april 2021 zijn 0,6 miljoen transcripties van de Regionaal Historische Centra (RHC’s) gepubliceerd op de website Zenodo, waaronder ook die van het Zeeuws Archief. Je kunt daar transcripties downloaden en doorzoeken. Dat gaat nog wel een beetje omslachtig. Daarom wordt een projectwebsite gemaakt waarop dat makkelijker kan. Inmiddels zijn de transcripties op openarch.nl al wat makkelijker te doorzoeken. Kijk op openarch.nl/htr en vul een zoekterm in de zoekbalk in. Op dit moment worden ook de scans gekoppeld, bij een zoekactie op Middelburg komen er bijvoorbeeld al een aantal tevoorschijn. Als je de transcripties via Zenodo wil downloaden en doorzoeken, bekijk dan eerst de volgende video van Jan Kruidhof van het Noord Hollands Archief. Deze instelling beheert het Nederlandse digitale archief.
Nationaal archief: Data over data: een duurzamer metadata-model binnenkort beschikbaar!
Meta-data zijn gegevens over het document, zoals onderwerp, auteur, datum van uitgifte, diverse code getallen etc. Deze metadata zijn belangrijk voor het categoriseren van een document om later het document terug te vinden.
In juli van dit jaar wordt het nieuwe metadata-model MDTO (Metagegevens Duurzaam Toegankelijke Overheidsinformatie‘) vastgesteld. Dit is een belangrijk onderdeel van het duurzaam toegankelijk houden van informatie-objecten. Onze aangesloten overheidsorganisaties zijn (op grond van de Archiefwet) namelijk verplicht hun blijvend-te-bewaren digitale informatie over te brengen naar het NHA e-Depot (Noord Hollands archief). Alle digitale bestanden die we binnen krijgen moeten worden vergezeld van een extra bestandje met metagegevens, de zogenaamde data over data zoals de auteur, het soort bestand, ontvangstdatum of de creatiedatum van een informatieobject. Dit proces van mappen (het maken van die extra bestandjes) wordt voor de archiefvormer straks een stuk makkelijker als MDTO beschikbaar is. Onze nieuwe handleiding om digitale overheidsarchieven over te brengen anticipeert ook al op dit nieuwe model.
Wat is de betekenis van etniciteitsschattingen bij uw DNA research
Er is bij velen belangstelling om de nauwkeurige etnische achtergrond te kennen en daarmee aanwijzingen te krijgen over de origine van de eigen familie. Tot voor kort hadden de resultaten van deze DNA-etniciteitsschatting weinig om het lijf. Maar sedert kort heeft men deze etniciteits-onderzoekringen verder verfijnd zodat nu meer betekenis aan de uitspraken kan worden gehecht. In plaats van het erfgoed op te splitsen in een paar brede en algemene weinig zeggende categorieën, zoals tot voor kort, kan nu de bevoordeling in meer dan duizend verschillende groepen worden opgesplitst. Dit is mogelijk omdat pas honderd jaar geleden de grote mobiliteit op gang kwam. De meeste echtparen vonden hun partners in de buurt, dat betekent dat bepaalde genetische kenmerken karakteristiek werden voor een bepaald etnische groep of bewoners van een bepaalde streek.
Dit betekent dat men nu de etniciteitsresultaten voor aanwijzingen over een familiegeschiedenis steeds meer kan gebruiken. Een voor de hand liggend voorbeeld is de ontdekking van een Joodse afstamming terwijl u zich er voorheen niet van bewust was. Maar men kan ook zoeken naar nog gedetailleerdere aanwijzingen, zoals afkomst van Scandinavië of het Iberisch schiereiland.
AncestryDNA richt zich op het huidige tijdsbestek van 200 jaar in hun genetische databestanden. Op basis van een totaal andere (en nauwkeurigere) technologie dan de rest van de etniciteitsonderzoekingen, richten zij zich vooral op migratiepatronen.
Bij MyHeritage, Family Tree DNA, 23andMe en AncestryDNA kunt u uw etniciteitsresultaten vergelijken met die van uw matches. Dit kan handig zijn als u op zoek bent naar een DNA-match van een specifieke bevolkingsgroep. Diverse factoren zijn van invloed op de nauwkeurigheid en bruikbaarheid van schattingen van etniciteit die u van een testbedrijf ontvangt, ongeacht welke u kiest. Het meest relevant voor uw vraag is: wat zijn de referentiepopulaties waarmee mijn DNA- wordt vergeleken.
Deze referentiepopulaties bestaan uit mensen die vandaag de dag nog leven en van wie het DNA kan worden gebruikt om de typische genetische samenstelling van een bepaald gebied weer te geven. Elke persoon in een referentiepopulatie had grootouders die allemaal binnen hooguit 100 km van elkaar op een bepaalde plaats woonden. Maar als een testbedrijf geen referentiepopulatie heeft die de voorouderlijke samenstelling weerspiegelt, dan kunnen de resultaten geen gedetailleerde, nauwkeurige informatie geven over waar dit DNA vandaan komt.
Family Tree DNA heeft bijvoorbeeld geen etniciteitscategorie specifiek voor Ierland. Dus zelfs als je 100 procent Iers bent, zul je de term ‘Iers’ niet vinden in je DNA-testresultaten. U bevindt zich eerder in de categorie ‘Britse eilanden’. Dat resultaat zal je misschien niet verbazen, maar iemand met voorouders in Polen zou “in het algemeen Europees” waarschijnlijk niet erg behulpzaam vinden. Dat resultaat is technisch correct, maar het is te breed om interessant of nuttig te zijn. De beste schattingen van etniciteit zijn afkomstig van het bedrijf dat uw specifieke voorouderlijke populatie (s) als referentiepopulatie heeft.
Elk van de grote bedrijven biedt een volledige lijst van hun referentiepopulaties. U kunt die lijst dus bekijken om te bepalen welk bedrijf het beste past bij voor uw specifieke mix van erfgoed.
Alle grote bedrijven zullen goed zijn in het bieden van een basisachtergrond voor degenen van West-Europese afkomst. (Family Tree DNA heeft een behoorlijke baseline.) Maar sommige bedrijven blinken ook uit in andere delen van de wereld. Hier is een kort overzicht van de grote bedrijven en hun expertisegebieden:
23andMe: is zeer gedetailleerd wat betreft afstammelingen uit Oost-Europese of Zuid- of Midden-Amerikaanse afkomst.
AncestryDNA: kan van voorouders die afgelopen 200 jaar migreerden naar de VS opmaken tot welke grotere migratiegolven ze mogelijk deel uitmaakten.
Living DNA: onderscheidt in het Verenigd Koninkrijk, 21 subsets .
MyHeritage DNA: heeft vijf Joodse referentiepopulaties, plus enkele andere unieke populaties zoals inheemse Amazonen en Inuit.
Welk bedrijf u ook kiest, wees voorbereid op wijzigingen en updates. Etniciteitsschattingen zijn voortdurend aan wijzigingen, uitbreidingen en verbeteringen onderhevig.
Joodse achternamen en de problemen daarbij
Joodse genealogie stelt onderzoekers voor verschillende uitdagingen en Joodse namen behoren tot de lastigste. Complexe naamgevingstradities en de soms vertraagde adoptie van achternamen kunnen leiden tot verwarrende documentatie. Een persoon kan voorkomen in verschillende records met meerdere voornamen of bijnamen, of alternatieve/ tegenstrijdige spellingen van achternamen. En gezien de Joodse diaspora kunnen namen zelfs in verschillende talen ontstaan, hetzij als gevolg van migratie, politieke grenswijzigingen of culturele tradities.
Dan denk je aan de factoren die het zoeken naar historische achternamen in het algemeen bemoeilijken: gebrek aan gestandaardiseerde spelling, lagere niveaus van geformaliseerd onderwijs in eerdere generaties en taalkundige verschillen tussen individuen en recordhouders. Met die achtergrond wordt het beeld voor degenen die joodse voorouders onderzoeken nog somberder.
Wij geven hier een tip voor Joodse achternamen, inclusief de meest voorkomende voor- en achtervoegsels in Joodse achternamen.
Een geschiedenis van Joodse achternamen
Vóór het einde van de 19e of begin 19e eeuw hadden de meeste Joden uit Oost- en Midden-Europa geen achternamen. De overheden begonnen namen toe te wijzen (of werden omgekocht voor gewenste namen) om belastingen te innen en oproepen van dienstplichtigen mogelijk te maken. Dit maakt het onderzoeken van de wortels (vooral bij Asjkenazische voorouders) veel moeilijker.
Dit is niet het geval voor Sefardische Joden of voor Rabbijnse dynastieën. Die achternamen en gegevens gaan vaak vele generaties verder terug. Met moderne technologie zijn Joodse wortels gemakkelijker op te sporen. Er bestaan immers unieke Joodse gemeenschapsrecordsets, indices en databases; netwerkmogelijkheden; taalondersteuning; en resultaten DNA-testen.
Het opsporen van de woonplaats van uw voorouder zal van cruciaal belang zijn bij het helpen met ontbrekende of veel voorkomende namen. De woonplaats, of shtetl, bepaalt welke gegevens beschikbaar zijn voor uw voorouder en het economische en sociale klimaat waarin hij of zij leefde. “Het correct identificeren van je voorouderlijke stad is een van de belangrijkste stukjes informatie (samen met achternaam) om specifiek bewijs van het leven van voorouders te verifiëren.
Omdat veel Joodse mensen in Oost-Europa leefden in staten of regio’s met plaatsnamen die niet meer in gebruik zijn, zoals Pruisen, Galicië en Bess-arabia geeft dit extra problemen. De JewishGen Communities Database en Gazetteer kunnen helpen, met duizenden plaatsen waarvan bekend is dat ze historische Joodse gemeenschappen hadden.
Hoe de Ashkenazi Joodse genealogie te traceren
Doe een stap terug in de tijd om de shtetl van de voorouder in Oost-Europa te ontdekken en hoe dit met de gids voor Asjkenazische Joodse genealogie kan worden gedaan.
Joodse namen kunnen ingewikkeld zijn, maar er zijn duidelijke patronen die zich herhalen. Religieuze voornamen zijn van meerdere generaties en bevatten de naam van een vader. De aanwijzing is in het uiterlijk van de woorden ben of bat of bar dat resp zoon of dochter betekent. Evenzo kunnen Joden die binnen het Russische Rijk wonen namen hebben die de seculiere voornaam van een vader bevatten, gemakkelijk zijn te herkennen aan het einde van –vich/wicz voor een man of –ovna/owna voor een vrouw.
Andere soorten namen fungeren als descriptoren en kunnen wijzen op een belangrijke gebeurtenis of persoon in het leven van het kind:
Asjkenazische Joden noemen hun kinderen over het algemeen naar overleden familieleden en Sefardische Joden naar levende grootouders.
Chaim (voor een man) en Chaya (voor een vrouw) betekenen beide “leven”, wat een extra naam geweest zou kunnen zijn die tijdens ziekte aan een geboortenaam is toegevoegd. Iemand die in de buurt of tijdens de vakantie van Pesach is geboren, kan de naam van het vakantie oord hebben, zoals in het geval van een Pesach.
Bekeerlingen of hun kinderen kunnen worden genoemd naar de voorvader en voormoeder in het Jodendom, Abraham en Sarah. In het Hebreeuws resulteert dit in een naam ben, bat of bar Avraham v’Sarah.
U kunt ook dubbele namen vinden die door elkaar worden gebruikt, zoals Avraham Yitzak, wat betekent dat er een record kan worden gevonden bij de naam Avraham of Yitzak, Avraham Yitzak of zelfs Yitzak Avraham.
Wees voorzichtig bij het gebruik van transcripties, omdat software namen onjuist kan vertalen. De titel van reb op een grafsteen verwijst bijvoorbeeld naar een vrome man, maar wordt vaak verkeerd vertaald als rabijn, of Heer.
–zoon, –sohn zoon van (Ashkenazi jidiish)
ben– zoon van (Hebreeuws)
ibn– zoon van (Arabisch)
–abi, –abu vader van (Hebreeuws, Arabisch)
–zadeh vader van (Iraniër)
–ian, –nia zoon van (Iraans)
–chi beroeps achtervoegsel (Iraans)
–i geografische aanduiding (Iraans)
–vitch zoon van (Slavisch, Russisch)
Belangrijk bericht aan gebruikers van Aldfaer 9.0 en 9.1
Het versienummer van uw huidige Aldfaer-versie ziet u via het Menu -> Help -> Versiebeheer Aldfaer en dan in de linker benedenhoek van dit venster onder Geïnstalleerd staan. Staat daar 9.0 of 9.1, lees dan aandachtig dit bericht!
Aldfaer 9.1 (en ook 9.0) bevat een ernstige fout die tot gegevensverlies kan leiden. Dit gegevensverlies kan optreden:
- als het privacyfilter is ingeschakeld en er een GEDCOM-export wordt gemaakt. Het gemaakte GEDCOM-bestand kan dan onvolledig zijn.
- als er vervolgens, zolang Aldfaer nog niet is afgesloten, gegevens worden gewijzigd of Bestand opschonen of Bestandscontrole en -reparatie wordt uitgevoerd. In dat geval kunnen er gegevens in het Aldfaer-bestand zelf verloren gaan.
Om die reden is de versie sinds 12 maart 2021 offline gehaald. Het heeft onze absolute voorkeur dat niemand versie 9.0 of 9.1 blijft gebruiken. Installeer volgens de onderstaande beschrijving terug versie 8.1. Wij werken ondertussen door aan een nieuwe versie, waarbij we niet over één nacht ijs zullen gaan zodat het uitbrengen ervan wel even op zich zal laten wachten.
Ons dringend advies aan iedereen met Aldaer 9.0 en 9.1 is om terug Aldfaer 8.1 te installeren. Deïnstalleer Aldfaer 9.0 of 9.1 door Uninstal.exe uit te voeren in de map waarin Aldfaer 9.0 of 9.1 geïnstalleerd is. Haal vervolgens het installatieprogramma van Aldfaer 8.1 van onze website en voer het uit, waarbij u dezelfde installatiemap gebruikt als voor Aldfaer 9.0 of 9.1.
Blijft u toch Aldfaer 9.0 of 9.1 gebruiken, maak dan onder geen enkel beding gebruik van het privacyfilter. Als het privacyfilter ingeschakeld is, schakel het dan onmiddellijk uit: menu Extra->Algemeen privacyfilter uitzetten.
Dode Zee Rollen – Artificial Intelligence werpt nieuw licht op hun auteurs
Een op kunstmatige intelligentie gebaseerd paleografisch project van wetenschappers in Nederland vond een manier om het menselijk oog te vervangen door kunstmatige intelligentie. Het is een project waarover ík al eerder schreef en waarmee men thans in Nederland o.a. de verslagen van de statengeneraal uit de vroegere handgeschreven periode kon digitaliseren. Nu kan men dit doen om Bijbelteksten in klassiek Hebreeuws te analyseren. Het belangrijkste document zijn de Dode Zeerollen.
Trainden generaties schrijvers zo’n 2000 jaar geleden samen in de Woestijn van Judea? Werden sommige manuscripten bekend als de Dode Zeerollen geproduceerd als een teaminspanning door twee of meer schriftgeleerden die zij aan zij werkten in Qumran? En hoeveel auteurs zitten er achter het geheel van artefacten (prehistorische voorwerpen) waarvan het opgraven wordt beschouwd als een van de meest cruciale archeologische ontdekkingen van de 20e eeuw?
Een paleografisch project op basis van kunstmatige intelligentie, uitgevoerd door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen. Men hoopt antwoorden te vinden op veel van deze vragen en een ongekend licht te werpen op de gemeenschappen achter de tekst.
De eerste bevindingen van het project werden woensdag gepubliceerd in het tijdschrift PLOS ONE, waarmee een decennialang raadsel werd opgelost: de iconische rol ‘Grote Jesaja’ werd geschreven door twee schrijvers en niet één.
De Dode Zeerollen zijn een geheel van zo’n 25.000 fragmenten opgegraven in grotten aan de Dode Zee in de jaren 1940 en 1950. De artefacten omvatten enkele van de oudste manuscripten van de Bijbel, andere religieuze teksten die niet werden geaccepteerd in de canon en niet-religieuze geschriften.
Dit project is de eerste poging om het menselijk oog van paleografen te vervangen door een kunstmatige intelligentie-analyse. Het onderzoek hoeveel schriftgeleerden aan een manuscript werkten of betrokken waren bij het schrijven van de rollen in het algemeen klinkt misschien als een triviaal iets, maar het opent een geheel nieuwe manier van denken over de Dode Zeerollen, niet alleen als één collectie, gemaakt voor één groep, maar als verschillende collecties voor verschillende mensen, “Het staat nog maar aan het begin, maar het stelt ons in staat om verbanden tussen de teksten in een compleet nieuw perspectief te zien.”
Men begon de Jesaja-rol te analyseren, zowel vanwege de symbolische betekenis – 7 meter lang; het was een van de eerste zeven rollen die in 1947 werden gevonden en het is een van de best bewaarde – en voor het feit dat wetenschappers decennialang hadden gediscussieerd over de vraag of het artefact door een of twee schriftgeleerden werd geproduceerd.
“Dit is een onbesliste kwestie onder geleerden geweest omdat het schrijven zo op elkaar lijkt, maar tegelijkertijd zijn er enkele verschillen in de manier waarop de woorden in de twee delen worden geschreven”, legde hij uit. “Bovendien werden drie regels onderaan kolom 27 leeg gelaten en begint het nieuwe hoofdstuk, Jesaja 34, bij kolom 28. De kolom markeert ook het begin van een nieuw blad dat aan het vorige is geplakt. Normaal gesproken zou een nieuw hoofdstuk in dezelfde kolom beginnen.”
“Het is een fascinerend probleem voor paleografie. We weten allemaal dat als je schrijft, het handschrift nooit precies hetzelfde is, er zijn altijd enkele variaties. De variaties van elke persoon zijn verschillend, maar soms kunnen schrijvers heel veel in dezelfde stijl schrijven, waardoor het voor het menselijk oog moeilijk is om er onderscheid tussen te maken. Dus dit was eerst een testcase.
De AI-experts ontwikkelden een algoritme om de patronen van deze variaties te analyseren en konden vaststellen dat het manuscript inderdaad door twee verschillende mensen was geschreven, waarbij de overgang plaatsvond tussen kolom 27 en 29.
Op de vraag of dit betekent dat de schriftgeleerden zij aan zij werkten aan verschillende delen van het Bijbelse boek die vervolgens samen werden gevoegd, lijkt hoewel er geen zekerheid is, dat het een plausibel scenario is. Het feit dat het handschrift van de schriftgeleerden zo op elkaar leek, zou een teken zou kunnen zijn geweest dat ze samen trainden.
Om het algoritme te trainen, gebruiken de experts de gedigitaliseerde afbeeldingen van de manuscripten van de Israëlische antiquiteitenautoriteiten, het orgaan dat namens de staat Israël de beschikking over de manuscripten kreeg.
Vernieuwing samenwerking archieven Suriname en Nederland
Op woensdag 31 maart 2021 hebben de Nationale Archieven van Nederland en Suriname een nieuw Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend. In het MoU zijn voor de komende vier jaar afspraken gemaakt over conservering, digitalisering en online beschikbaarstelling van archiefmateriaal dat voor de geschiedschrijving van beide landen relevant is.
Suriname en Nederland werken al jaren intensief samen op het gebied van archieven. In 2017 werd het project Teruggave Archieven Suriname afgerond, waarbij 800 meter Surinaams archief is gedigitaliseerd en overgedragen aan het Nationaal Archief Suriname. Met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Anton de Kom Universiteit van Suriname zijn de Surinaamse slavenregisters digitaal toegankelijk gemaakt. In de Surinaamse slavenregisters worden ongeveer tachtigduizend mensen vermeld die in slavernij leefden in Suriname, tussen 1830 en afschaffing van de slavernij in 1863. De komende jaren worden archieven uit de 19e en 20e eeuw gerestaureerd, gedigitaliseerd en digitaal toegankelijk gemaakt. Zoals de immigratielijsten van contractarbeiders, delen van de Burgerlijke Stand en aanverwante collecties. Het combineren van de gegevens uit verschillende Surinaamse bronnen maakt het mogelijk om inwoners van Suriname door de generaties heen te volgen. Op die manier is ook de doorwerking van slavernij op de sociale en economische situatie van latere generaties te onderzoeken.
bron nationaal archief