Home Blog Pagina 115

De zeven dochters van Eva

Wie meer wil weten van over de ontdekking van het bestaan van mtDNA is dit boek een must om te lezen. ‘De zeven dochters van Eva’ heeft als ondertiteling ‘van welke oermoeder stammen wij af?’ En met wij bedoelt de schrijver: wij, Europeanen. De schrijver van het boek is professor Bryan Sykes en toentertijd als geneticus verbonden aan het beroemde Institute of Molecular Medicine in Oxford. Hij is inmiddels met emeritaat.

Zijn fascinerende ontdekking dat mitochondriaal DNA (mtDNA) onveranderd overerft volgens de vrouwelijke lijn, brengt hem tot zijn theorie dat wij Europeanen allemaal afstammen van slechts zeven oermoeders, die weer afstammelingen zijn van de mitochondriale EVA. Zeven mtDNA-varianten (haplogroepen) die zijn te herleiden op het mtDNA van volkeren die tussen 50.000 en 40.000 jaar geleden Europa binnentrokken.

Het boek gaat over de geschiedenis van de wereld zoals die wordt geopenbaard door de genetica. Het laat zien hoe de geschiedenis van ons soort, homo sapiens, wordt vastgelegd in de genen, die onze afstamming laten teruggaan tot het verre verleden, dat niet terug is te vinden in geschriften en inscripties. Deze genen vertellen een relaas dat meer dan 150.000 jaar geleden begint en waarvan de laatste hoofdstukken schuilgaan in de cellen van ieder van ons.

Aan het eind van het boek gebruikt hij zijn ontdekkingen om voor elk van de 7 clanmoeders een soort biografie te beschrijven met gefingeerde namen, maar wel gebaseerd op de aanduiding van hun haplogroep (bijvoorbeeld de naam Xenia voor de eerste vrouw behorende tot de haplogroep X).

Ondanks dat het boek al in 2002 is geschreven is het nog steeds van grote waarde ook al zijn er sindsdien nieuwe ontwikkelingen geweest.

Dit boek en het boek ‘Onze vroegste voorouders’ zijn heerlijk complementair aan elkaar en geeft over en weer verduidelijking.
Jan Buzepol

Vivid-Pix AI Photo Restoration Software herstelt foto’s

Foto’s, documenten, handschriften, etc. uit het verleden, vervagen met de tijd.
Vivid-Pix RESTORE heeft onlangs een AI-beeldrestauratiesoftware gepattendeerd dat oude foto’s e.d. direct weer tot leven brengt. Kijk op hun website voor uitgebreidere informatie.
Vivid-Pix RESTORE is de one-stop oplossing voor familiehistorici, genealogen, archivarissen, hobbyisten en meer. Met behulp van gepatenteerde beeldwetenschap en kunstmatige intelligentie dia’s, glasplaten, tintypes, brieven, tijdschriften, records, krantenknipsels, familiememoires en vakantiekaarten herstellen en tevens beeldorganisatie, beeldbewerking en doorzoekbare IPTC- en EXIF-compatibele metadata-labeling bieden.
Vivid-Pix RESTORE is beschikbaar voor Mac en Windows. U kunt de software uitproberen via een gratis proefperiode zonder creditcard.
Het programma kost $ 49,99 – “unlimited use”. U koopt het hier
Het Amerikaanse Octrooibureau heeft een patent toegekend aan Vivid-Pix voor zijn beeldverwerkingstechnieken die worden gebruikt om vervaagde afbeeldingen automatisch te corrigeren.

Kwartier van Nijmegen 2020 nr. 2

Inhoud

van de redactie, komende lezingen, in memoriam, een melodrama, stooven, het leven van een bakker in Nijmegen, aanvraag voor een borgerbrief, borgerbrieven, het burgerweeshuis te Arnhem, oud burgerhuis te Nijmegen, de voorgangers van het oud burgerhuis, oud schrift, oud schrift – toelichting, 17e eeuwse raadssignaten, deel-genealogie van Ambrosius Jüngst, ledenmutatie.

In memoriam
Begin maart vernam het bestuur dat onze oud-voorzitter de heer Hans Bauer was overleden. Hij was in de periode van 2002 tot en met 2012 voorzitter van het Kwartier van Nijmegen. Ook heeft hij diverse functies binnen het bestuur vervuld. Zij die hem hebben gekend, zullen zich hem herinneren als een ingetogen en rustige, inspirerende man. Hij heeft de afdeling 10 jaar voortvarend geleid.


Een melodrama
Hans van Haars
Tijdens het onderzoek naar mijn voorouders kwam ik drie notariële aktes tegen.
Alle drie de aktes gingen over Maria (Metje) Loos en Fredrik Voorbrink.
De eerste akte van 16 juli 1760, gaat over ”de meid is verdacht zwanger te zijn, maar visitatie van de vroedvrouw kan dit niet bevestigen”. Waarin ook staat beschreven wat Metje hiervan vond, n.l.: ”dat ze stom mogt blijven, indien ze ooit met eenig manspersoon van hebben te doen gehad” De tweede akte van 18 juli 1760, gaat over ”de bevalling van een dode tweeling . haar baas is de vader.” De derde akte van 9 september 1760. ”Een melodrama met de dood van een pasgeboren tweeling, medische onkunde, een hardvochtige huisbaas en een onbekende vader”. De buurvrouw, Lijsje Wolff, gaat een vroedvrouw halen en die zegt ”dat er nog een kind komt”, waarop de Metje Loose het tegenspreekt.
Een verklaring door getuigen gedaan bij een bevalling van een overleden tweeling. In deze onderstaande verklaring vertellen vier getuigen hoe de vork in de steel zat.

Bakker
Dit is de beschrijving van het bakkersberoep in vroeger tijden (17de eeuw),  een aardig verhaal.
Het dagelijks brood was toen ook al een belangrijk goed. De magistraat hield de zaken goed in de gaten, zodat de inwoners goede waar voor hun geld kregen en dat de kwaliteit gewaarborgd bleef en niemand benadeeld werd.

De prijzen van het brood werden in de gaten gehouden, deze werden afhankelijk van de prijs van het koren door de raad vastgesteld. Iedere maandag gingen twee schepenen naar de markt om daar de gemiddelde prijs van een malder koren op te nemen om daarmee de prijs van een brood vast te kunnen stellen.

In 1595 werd er al een bakker beboet met tien goudguldens, omdat zijn brood te licht was. Ook gebeurde dat in 1597 toen er twee bakkers beboet werden. Toen dat in 1626 gebeurde werd al het brood in beslag genomen en verdeeld onder het Gasthuis, het Weeshuis en de armen.

Ook het gewicht van een wegge, een hard gebak, werd door de raad vastgesteld en zo kreeg in 1632 een bakker 200 gulden boete, omdat zijn producten te licht waren.

AANVRAAG VOOR EEN BORGERBRIEF
Evert Kam
Door bij zijn rekwest ook de originele borgerbrief van zijn overleden moeder te voegen, kon hij kosteloos een eigen borgerbrief krijgen. Zijn moeder had indertijd een brief aangevraagd, waarschijnlijk om de handel voort te kunnen zetten, nadat haar man overleden was en nu vraagt de zoon er een aan, nu zijn moeder ook overleden is.

Hij geeft ook aan, dat hij een eigen merk zal voeren en moet dan zweren, dat hij dat merk niet van een ander zal gebruiken, maar alleen die van hem zelf. Hij gebruikt daar ”I M” voor.

Aan den Edelen Groot Agtbaare Raad der Stad Nijmegen
Edele Groot Agtbaare Heeren!
Geeft met Schuldig respect te kennen Jan Jacob Mauritz, Zoon van wijlen Jacob Benjamin Mauritz en Maria de Fockert in Leven Egtelieden, Groot Borgeren binnen dese Stad, Exhibeert hier nevens eenen Borger-brief van des Suppliants moeder te vernemen Sub A

BORGERBRIEVEN
Evert Kam
Je kon voor dertien en een halve gulden als Burger van Nijmegen worden aangenomen. Daarmee kon je lid worden van een gilde en een beroep uitoefenen.
Je kon ook het groot-burgerschap krijgen. Daar wil ik het voornamelijk over hebben.
Als je op de rivieren met je schip handel wilde drijven, was zo’n brief zeer voordelig, omdat je dan op vele tollen niets hoefde te betalen. Normaal werd je bij een tol tegen gehouden en moest je afhankelijk van wat je vervoerde daar belasting over betalen.

HET BURGERWEESHUIS te ARNHEM
Hans van Haarst
Weeshuizen kennen we nu niet of nauwelijks meer. Maar vanaf het einde van de zestiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw waren ze in Arnhem een vertrouwd verschijnsel. De sterfte door het gebrek aan hygiëne en medische kennis was zo groot, dat menig kind al vroeg zijn ouders verloor. In de middeleeuwen werden de wezen meestal bij familie ondergebracht of door de stad uitbesteed.
Toen in 1583 de huizen van de kanunniken en vicarissen van St. Walburgis at vere pios usus*) aangeslagen waren, werd er een woning van bestemd om tot een Burgerweeshuis te worden ingericht voor kinderen van ouders, die het burgerrecht hadden bezeten. Dat betekende in feite dat alleen wezen werden opgenomen uit de middenstand, voor zover die hervormd was, want alleen hervormden konden toen burger zijn. Het Burgerweeshuis is waarschijnlijk juist in die tijd opgericht, omdat particulieren door de eindeloze oorlog met Spanje te veel waren verarmd om nog kinderen in huis op te nemen.

OUD BURGER GASTHUIS TE NIJMEGEN
Hans van Haarst
Zieken werden verzorgd in gasthuizen of hospitalen. Al in 1196 stichtten burggraaf Alardus en zijn vrouw Uda een hospitaal op een heuveltje tussen de latere Smidstraat, Nonnenstraat en Keumegas. Kort daarna werd het toegewezen aan de Orde van de Johannieters, die er pelgrims en zieken liefderijk verzorgde en verpleegde. Deze Commanderie of Sint Janshospitaal bleef in gebruik, totdat in 1638 de laatste Johannieter, Bernard van Goltstein, overleed..

Het Oud Burgeren Gasthuis (OBG) kent een lange voorgeschiedenis. In 1592, een jaar na de Reductie van Nijmegen, werden het Sint-Nicolaas Gasthuis en het Sint- Jacobs Gasthuis samengevoegd tot het Oud-Burgeren Gasthuis. In dit gasthuis werden alleen burgers opgenomen, dus mensen die het Nijmeegse burgerrecht bezaten.
Het burgerrecht van Nijmegen is met zekerheid verleend sinds 1337, toen het eerste burgerboek werd aangelegd. Aan het burgerrecht waren niet alleen rechten maar ook plichten verbonden, zoals bijvoorbeeld het mede verdedigen van de stad. Als rechten zou men o.a. kunnen noemen het verkrijgen van een ambt of het mogen toetreden tot een gilde.

17e EEUWSE RAADSSIGNATEN
tekst: Henny Fransen met bewerking oud schrift door Evert Kam
Vóór 1811 werden de notulen van de Raad raadssignaten genoemd. De door de raad genomen besluiten noemde men raadsresoluties.
De verslagen bevatten allerlei onderwerpen die de stad en burgers aangingen en die door de burgemeesters en schepenen werden behandeld. Zij geven een goed tijdsbeeld van het bestuur van de stad en de normen en waarden van die tijd.
Uit een raadssignaat van 5 februari 1634 blijkt dat door het overlijden van Claes Vermeulen in zijn plaats Girrit Bloem als gerechtsbode voor het Schependom werd aangesteld.
Girrit Bloem is in plaetse van Claes Vermeulen overleden sijnde tott Gerichtsbode int Schependom aengestelt.

Deel-genealogie van Ambrosius Jüngst.
Tijdens mijn inspanningen om de voorouders van mijn moeder te lokaliseren ben ik haar grootvader terug nagelopen. De naam Jüngst laat blijken dat de familie uit Duitsland komt en via internet (stambomen Peijsel en Heinemann), ben ik zelfs tot ±1380 gekomen. De bronnen in Duitsland heb ik nog niet gecontroleerd, maar als het corona-virus het reizen weer toestaat ben ik wel van plan om hier meer werk van te maken.
In 1789 trouwt Johann Philipp te Doesburg en zijn familie blijft dan in Nederland (Doesburg, Oosterbeek, Valburg, Elst en Bemmel).
I. Ambrosius Jüngst, zoon van Johannes Jüngst, der Alte (slager, beenhouwer;later Gildemeester) en NN Beyer, geboren te Siegen [D] Nassau -Siegen in 1574, meesterschoenmaker, overleden te Dillenburg [D] op 11 nov 1635, trouwt te Siegen [D] circa 1598 met Merge Dintelmann, geboren te Siegen [D] in 1575, overleden te Dillenburg [D] op 25 apr 1651, begraven te Dillenburg [D] op 27 apr 1651.
Uit dit huwelijk 6 kinderen.
10 generatie in totaal.

Een nieuw stuk hardware

Haast iedereen heeft behoefte aan meer en meer opslagruimte. Zelfs als de eigen computer(s) nog niet vol zijn, heeft men altijd ruimte nodig voor back-ups  die zich “off site” bevinden voor beveiligingsdoeleinden. Hoewel er tientallen van dergelijke cloud-gebaseerde diensten zijn om uit te kiezen, is een recente aankondiging van een stuk hardware reden wellicht voor de lezer nuttig. Cloudopslagservices zoals Dropbox, Box en anderen hebben allemaal een maandelijks abonnement nodig, als men iets van aanzienlijke omvang wil opslaan. Cubbit is een nieuw stukje hardware waarmee men een eigen persoonlijke cloudopslagsysteem kan maken zonder maandelijkse kosten. Volgens de Cubbit website omvatten de functies van de Cubbit Cloud Storage systeem:

Voor elke Cubbit Cell krijg je 512 gigabyte cloudopslag, uitbreidbaar tot 4 terabyte via plug-in USB externe schijven. Elk bestand wordt versleuteld met AES-256 en verdeeld in tientallen redundante brokken, verspreid over het netwerk via end-to-end versleutelde kanalen.

Bestanden die men opslaat op Cubbit worden automatisch geback-upt en gesynchroniseerd binnen het netwerk van Cubbit Cells. Natuurlijk is de veiligheid van al uw informatie gegarandeerd, omdat elk bestand is versleuteld en vervolgens is afgebroken in vele kleine stukjes. Elk stuk wordt vervolgens opgeslagen in een andere Cubbit Cell. Hackers, online dieven, overheidsspionnen, uw internetprovider of iemand anders, anders dan uzelf, kunnen er niet bij.

Cubbit is compatibel met Android, Apple iOS, Windows 10, MacOS High Sierra en nieuwer, Linux (Ubuntu, Linux Mint, Elementary of other Debian-based) – en op elke andere computer die een webbrowser via Cubbit’s Web App bevat.

Cubbit is een Indiegogo-project en de Cubbit-cellen zijn beschikbaar voor $ 315 en hoger, afhankelijk van de geselecteerde opties. Meer informatie vindt u op de Cubbit website en op Indiegogo

Van degene die dit system /hardware kent hoor ik graag uw opinie ten behoeve van onze leden.

Grasduinen in Archief De Domijnen Sittard

Wist je dat je in de digitale collecties van Archief De Domijnen bijna oneindig kunt grasduinen? Honderdduizenden scans van archiefbronnen, zo’n 18.000 foto’s en nog veel meer. Kijk maar eens op hun website.
Maar we werken ook samen met partners. Als voorbeeld de enorme collectie van Delpher, de nationale krantendatabase. Kijk hiervoor op hun website . Deze site wordt door de Koninklijke Bibliotheek in samenwerking met allerlei archieven in heel Nederland gevuld, ook met ons. Kijk en zoek maar eens bij ‘uitgebreid zoeken’ op de krant ‘Limburger’ (dat was overigens niet de latere ‘Limburger’, kranten wisselden soms van naam). Deze is onlangs toegevoegd en je vindt daar de jaren 1921-1941. Mooie, trieste, boeiende zaken kom je tegen! Grasduin langs oude advertenties bijvoorbeeld, of ontmoet misschien wel je (over)grootvader!

Of ontmoet je prins Hendrik en de Sittardse gravin de Rouchechouart de Rochejaclin. Zij heette eigenlijk Anna Henriette Janssen, was afkomstig uit Roermond en trouwde in 1902 met wijnhandelaar Joseph Nicolaas Rutten. Hij bouwde voor haar het minikasteeltje ‘casa mia’, want ze wilde wel graag wat aanzien. Dat kreeg ze pas écht toen ze, na Rutten’s dood, in 1920 met een echte graaf trouwde: Géraud Anne Marie Louis Jules comte de Rochechouard de Rochejaclin. Zo kreeg ze haar aanzien, werd o.a. lid van het légion d’honneur en lid van de orde van Jeanne d’Arc én zoals op de foto, gastvrouwe van prins Hendrik, toen hij in november 1927 als voorzitter van het Rode Kruis in Nederland Sittard bezocht. Ze stierf in 1948 en ligt begraven in het familiegraf van de familie Janssen op het Oude Kerkhof in Roermond.

MyHeritage introduceert Cross-Langauge Record Matches

MyHeritage heeft zojuist nieuwe technologie geïntroduceerd die van belang zal zijn voor iedereen wiens voorouders een andere taal dan het Engels spraken, of ze nu in de VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, of nog steeds terug in “het oude land.”
MyHeritage’s website is al lang beschikbaar in 42 verschillende talen en populair in de meeste niet-Engels sprekende landen. Men gebruikt de technologie om taalbarrières te slechten.

Onlangs kondigde het bedrijf een belangrijke innovatie aan: de reeds bestaande Global Name Translation Technology is uitgebreid om ook voor Record Matches toe te passen. Met deze nieuwe toevoeging worden vertaalde recordmatches nu doorlopend vergeleken en ontvangt men overeenkomsten met historische records en stamboomprofielen in andere talen. Wanneer men ze bekijkt, worden de namen handig gespeld met behulp van uw eigen alfabet.

Houd er rekening mee dat dit programma namen vertaalt, niet het hele record. Dit kan zeer nuttig zijn wanneer namen anders worden uitgesproken in verschillende talen, zoals de naam Alexander die in het oude land als Alejandro, Александр, Саша, of Sasha wordt gespeld/

Zie hier het volledige bericht

Joodse grafzerken als genealogische bron

In 2019 is Stichting Het Stenen Archief opgericht. Het stelt zich als doel om zoveel mogelijk genealogische gegevens te verzamelen via grafstenen en registers van Joodse begraafplaatsen in Nederland.


Deze stichting gaat door met het door Akevoth in samenwerking met het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap gestarte digitaliseringsproject van de Ashkenazische begraafplaatsen in Nederland



De doelstelling van de stichting is:

  • het verwerven, beheren, conserveren en toegankelijk maken van diverse genealogische gegevens met betrekking tot grafstenen en (Joodse) begraafplaatsen in Nederland;
  • het verschaffen van kennis en inzicht daarin;
  • het doen van onderzoek ten behoeve van nabestaanden, instellingen en belangstellenden;
  • het leveren van een blijvende bijdrage aan de instandhouding en voortschrijdende ontwikkeling van een gedenkcultuur in Nederland
  • en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

Op de site treft u twee verschillende presentaties van de onderzoeksresultaten. De eerste betreft gegevens van begraafplaatsen waar het onderzoek in zijn geheel is afgerond, deze gegevens zijn geverifieerd. De tweede betreft alle tot op heden verzamelde gegevens, hier ontbreken veel gegevens, of zijn deze nog niet geverifieerd.

Groot deel beeldcollectie straks beschikbaar op Wikimedia

De afbeeldingen met een open licentie uit onze beekcollectie staan binnenkort op Wikimedia Commons. Dat betekent dat iedereen deze afbeeldingen straks via Wikipedia kan vinden én hergebruiken. Door onze beelden te delen op Wikimedia, hopen we dat nóg meer mensen de beeldcollectie kunnen gebruiken bij hun onderzoek en het online documenteren van erfgoed. 

Wat is Wikimedia Commons?
Wikimedia Commons is een opslagplaats voor mediabestanden met een vrije licentie, en is voor iedereen beschikbaar. In tegenstelling tot traditionele mediabronnen is Wikimedia Commons gratis. Het is iedereen toegestaan ​​om bestanden hier vrij te kopiëren, te gebruiken en aan te passen, zolang ze de door de auteur gespecificeerde voorwaarden volgen.

Meer dan 150.000 afbeeldingen gekoppeld
De afgelopen maanden hebben we met hulp van tientallen Wikimedianen meer dan 150.000 foto’s, illustraties en kaarten met een open licentie voorbereid voor de upload. “Om te zorgen dat deze straks goed vindbaar zijn, hebben we met een hoop vrijwilligers de trefwoorden uit ons archief gekoppeld aan de categorieën op Wikimedia Commons,” vertelt Rick Companje, initiatiefnemer en medewerker van Het Utrechts Archief.

Deze week gaat het grote uploaden beginnen. Rick: “we starten met de deelcollectie Spoorwegen omdat we weten dat deze collectie erg in trek is.” Het uploaden zelf gaat meerdere weken in beslag nemen. 

Wikimedia Commons is een meertalige website die gebruikt wordt als centrale database van Wikimediaprojecten voor afbeeldingen, geluid, video en andere bestanden. Het project is sinds 7 september 2004 actief en huisvest inmiddels meer dan 57 miljoen (gegevens december 2019) bestanden. Bovendien werd het hiermee eenvoudiger om het overzicht te houden over de auteursrechten van de bestanden. Ook werd sneller voor alle gebruikers duidelijk welke afbeeldingen in de verschillende Wikimedia-archieven beschikbaar zijn zodat uitwisseling makkelijker werd.

Benieuwd naar de tussenstand? Bekijk de online collectie van Het Utrechts Archief op Wikimedia Commons.

https://commons.wikimedia.org/wiki/Main_Page

GeneVer Jaargang 23, nummer 2, mei 2020

 INHOUD
Van de redactie, Resultaten e-mail aan de leden d.d. 9 maart 2020, Karel, Hub en Hein (deel III en slot) (door Antoine Plasier)
Onze afkomst (door Theo Maes), Aankondiging boek Vorage’s (door Jos Logister), Wie mag je (digitaal) geloven? (door Rinus Suijkerbuijk), Studenten uit Limburg 1773 – 1794 (door Wim Nolten), Grondbelasting en Kadaster (door Rinus Suijkerbuijk), “We houden het binnen de familie” (door Antoine Plasier), Het bidprentje van Joannes Antonius Wackers (door Theo Maes).

Vervolg  (Deel)Genealogie 
van  Hein  Coumans
Generatie VI
Pieter  Mathijs  Coumans, dienstknecht, geboren  te Puth-Schinnen op  7 juni 1814, overleden te Merkelbeek op 10 nov 1894, trouwt (1) op 21 apr 1844 met Maria Helena Hendrix, geboren te Merkelbeek op 11 mei 1823, overleden te Merkelbeek op 28 feb 1853, dochter van Leonardus Hendrix en Maria Cornelia Pesch .
Dit deel genealogie gaat  tot en met generatie VIII.

Onze Afkomst
(door Theo Maes)
Genealogen  zijn  voortdurend  op  zoek  naar  hun  afkomst.  Genealogie  is immers de wetenschap van de afkomst of de herkomst. In het nabije of iets verdere  verleden  bezochten  we  daarom  archieven.  Na  een  dag  lang speuren in oude registers konden we dan weer nieuwe data en voorouders toevoegen  aan  ons  papieren  bestand.  Of  we  keerden  onverrichter  zake huiswaarts om het een volgende keer opnieuw te proberen.
Tegenwoordig lijkt het alsof we onze stamboom met een druk op de knop digitaal van het internet kunnen laten rollen. Althans, dat is de verwachting. Bezoek aan een archief wordt niet meer nodig geacht. Steeds meer archiefbestanden worden gedigitaliseerd en komen voor de onderzoeker beschikbaar. Door het  aan  elkaar  knopen  van  meta  databestanden  ontstaan  er zoekmogelijkheden  die  voorheen  nauwelijks  voorstelbaar  of  mogelijk waren.  Voorouders  terugvinden  tot  vroeg  achttiende  eeuw  is  geen Meer en meer willen mensen tegenwoordig echter ook weten waar hun oorsprong  duizenden  jaren  geleden  lag. 
De  ontwikkelingen  in  het  DNA onderzoek  bieden  hierin  in  onze  tijd  toenemende  mogelijkheden.  Het resultaat van een DNA test zal vaak echter teleurstelling en vraagtekens oproepen met betrekking tot onze vermoedde oorsprong omdat we dit resultaat niet kunnen plaatsen in de uitkomst van ons onderzoek over de recente eeuwen. Nu  blijkt  uit  nieuw  onderzoek  dat,  in  tegenstelling  tot  wat  eerst  werd gedacht,  ook  Afrikanen  een  klein  percentage  Neanderthaler  genen bezitten  (lees hier het onderzoek).  Dit  kon,  zo  is  de  gedachte,  alleen  maar verklaard  worden  door  aan  te  nemen  dat  er  na  de  vermenging  van  de genomen van de eerste moderne mens en de Neanderthaler ook weer een omgekeerde beweging, remigratie naar Afrika is geweest.
Als u gedacht of gehoopt had dat uw vroegste afkomst eenvoudig vast te stellen zou zijn, dan wordt het nu alleen nog maar ingewikkelder.  Er wordt zelfs al gesuggereerd dat de Neanderthalers vanuit het Iberisch schiereiland  de  oversteek  maakten  naar  Afrika  en  daar  hun  genetische sporen  achterlieten  vóór  de  migratie  van  Home  Sapiens  naar  Europa. Fascinerende theorieën die ons laten zien dat de zoektocht naar onze her- of afkomst nog lang niet ten einde is. Ondertussen zoeken we, bij wijze van spreken, in onze digitale bestanden verder naar die ene ontbrekende schakel in de registers van de achttiende of de negentiende eeuw. Het contrast kan niet groter zijn!

Aankondiging boek Vorage’s
(door Jos Logister)
De Vorage’s sedert de 16e eeuw, ISBN: 9789082879223
Met  Vorage’s  zijn  alle  personen  bedoeld  die  afstammen  van  de  oudste voorouder Gerardt Vraetzen uit het midden van de 16e eeuw. Er zijn wel honderd verschillende schrijfwijzen van de Vorage’s die in de 20e eeuw  de  volgende  achternamen  hebben  behouden;  Vorage,  Voragen, Fouraschen, Voraschen en Vorachen. De  Vorage’s  woonden  lang  in  Zuid-Limburg  in  en  rondom  Heerlen  – Kerkrade  –  Maastricht  en  in  de  Duitse  driehoek  Herzogenrath  –  Aken  – Keulen. Pas vanaf 1950 gingen ze ten noorden van Sittard wonen.

Tot de Franse tijd blijken de Vorage’s voornamelijk landbouwer te zijn, maar gaandeweg neemt de diversiteit van de beroepen toe. Sommigen worden koopman,  molenaar,  bierbrouwer,  winkelier  of  handelaar.  Anderen brengen  het  tot  burgemeester,  gemeenteraadslid,  gemeenteontvanger, minister in het eerste kabinet Adenauer, vakbondsleider. Weer anderen zijn  huisarts,  verpleegkundige,  onderwijzer,  leraar,  professor, spoorwegbeambte of vervoerder. Of men wordt politieagent, priester of kloosterzuster. Ook zijn Vorage’s in dienst getreden in een Nederlands, of Duits leger.  Op enkele uitzonderingen na waren de Vorage’s katholiek. Opvallend is het aantal mannelijke familieleden dat priester is geworden (10), maar ook het aantal kloosterzusters mag er zijn (  Het  boek  is  te  reserveren  bij  joslogister@hotmail.com  of  bezoek  de  website

Wie mag je (digitaal) geloven?
(door Rinus Suijkerbuijk)
Op zoek naar een huwelijk dat volgens een ‘gegevensaanreiker’ in 1934 te Rimburg zou zijn gesloten, bezocht ik het RHCL te Maastricht en vroeg, omdat  onder  archief  12.088  Burgerlijke  Stand  in  Limburg:  Rimburg, 1796-1942, in hun zoeksysteem vermeld wordt, het huwelijksregister uit 1934 op. Ondanks royale medewerking van de studiezaalmedewerksters bleef  de  zoektocht  vruchteloos;  in  de  inleiding  bij  dit  archief  werd  veel aandacht  besteed  aan  de  deplorabele  toestand  van  de  archivalia  bij  de herinrichting van het verbouwde archief omstreeks 1994/5. Er zou dus nog wel materiaal uit Rimburg beschreven moeten worden. De gezochte huwelijksakte heb ik (uiteindelijk) gevonden in de gemeente Ubach over Worms, akte 36 van 19.10.1934 waarbij de bruidegom Walter Max Kollin, geboren 27.01.1904 te Lärchwalde (Duitsland) als zoon van Anna Kollin in het huwelijk treedt. Mijn hoop om een mooie kwartierstaat te kunnen opmaken wordt de bodem ingeslagen.

Studenten uit Limburg 1773 – 1794
(door Wim Nolten)
Tegenwoordig is de RWTH te Aken als universiteit in de regio uitgegroeid tot een begrip. Ook voorheen was Aken reeds een aantrekkelijke plaats om te studeren, naast het alom bekende Rolduc. Veel studenten uit Limburg en omringende plaatsen, studeerden aan een der beide instituten. In het verleden, pakweg zo’n dikke 240 jaar geleden, was dit ook zo, maar was studeren echter alleen weggelegd voor de beter gesitueerden, die hun ‘Limburgse’ zonen naar Aken stuurden. Onder de titel van ‘Limburgers buiten Limburg’ werden al eerder gegevens hierover gepubliceerd in een genealogisch tijdschrift.
Zij gingen tussen 1773 en 1794 naar school op het Keizer Karel Gymnasium te Aken.
Bij gericht onderzoek kwamen wij er 40 tegen: 37 uit Limburg en 3 uit het ‘Limburger Land’. Hierbij dient het begrip ‘Limburg’ wel enigszins ruim te worden gezien. Een lijst van de namen van  deze studenten wordt gepresenteerd.

Grondbelasting en Kadaster
(door Rinus Suijkerbuijk)
Inleiding.
De redactie van GeneVer vraagt de lezers om eens verslag te doen van datgene dat hen bij hun genealogisch onderzoek heeft bezig gehouden. In het verleden heb ik meermaals de aandacht gevestigd op het bestaan van Zoekakten.nl waar steeds meer indexen op DTB’s en Burgerlijke Stand [oorspronkelijke copies bij de ‘Mormonen’ in Utah berustende] geraadpleegd konden worden. Een fantastische bron, waar helaas door de particuliere organisator, plotseling, en om onverklaarbare reden, de stekker uit werd getrokken. De honderden door mij op bronnen uit o.a. Belgisch Limburg, de provincie Luik, alsmede de Oostkantons gemaakte indexen zijn daarmee in rook opgegaan. Onbegrijpelijk dat met de sleutelfiguur van Zoekakten.nl generlei regeling getroffen kon worden door het NVG, CBG of verwante landelijk opererende organisatie. Zonder index is een genealogisch boekwerk slecht hanteerbaar; zonder indexering zijn gedigitaliseerde bestanden evenmin goed doorzoekbaar.

Het RHCL is druk bezig met digitaliseringsprojecten, maar wordt het voor de onderzoeker nu gemakkelijker? En eerlijk gezegd krijg ik liever de bundel notariële akten van notaris X over enig jaar ter inzage dan toegang tot de gedigitaliseerde jaarbundel: akte nummer 145 is in de bundel papier sneller opgezocht, dan het hele, ongenummerde, —-.pdf bestand te moeten doorscrollen. Gemakzuchtig verwijst het RHCL dan naar het (soms beschikbare) repertorium van notaris X over dat jaar. In het repertorium diende de notaris bij elke akte de naam van één der partijen op te nemen. Klinkt leuk, maar als de gemeente bij een serie aktes betrokken was en de notaris zich gemakzuchtig slechts de gemeente als betrokken partij opvoerde? Zoeken maar! Genealogen zouden een fatsoenlijke index op digitale bestanden zeer op prijs stellen.

Sinds geruime tijd is men bij het AEZEL-project bezig om historisch en genealogisch materiaal digitaal toegankelijk te maken. In tegenstelling tot bij Zoekakten.nl is de organisatie niet afhankelijk van één persoon, maar GeneVer, NGV afdeling Zuid-Limburg. Jaargang 23 Pagina 2020-50 van een groep personen, geborgd in een stevige structuur. Een organisatie waar men vertrouwen in mag hebben, met een bestaansperspectief als het LGOG (hoop ik althans). Het huidige AEZEL-traject behelst het digitaal toegankelijk maken van de Kadastrale gegevens, vanaf het begin omstreeks 1840 in Limburg, middels de digitalisering van de kadastrale kaarten, het daaraan koppelen van de O.A.T.’s en daarna de PKL’s. Zolang het RHCL en AEZEL deze scans niet op hun sites hebben opgenomen, kunnen belangstellenden deze bij mij via mwsuijkerbuijk@ziggo.nl opvragen]. Dit is een veelomvattend artikel over deze moeilijke materie dat ik aanbeveel.

“We houden het binnen de familie”
(door Antoine Plasier)
Bij onderzoek naar een nog op later tijdstip te publiceren onderzoeksresultaat ontstond in eerste instantie verwarring over verwantschap binnen de familie Timmers. Het uitzoeken van de respectievelijke gezinnen leidde uiteindelijk tot een huwelijk tussen ‘schoonvader’ en ‘schoondochter’. Het verhaal begint bij Jan TIMMERS, gedoopt Schimmert op 8 december 1748, zoon van Lambertus Timmers en Catharina Goessens. Jan is overleden Schimmert op 16 maart 1842. Hij trouwt Meerssen en inschrijving in Schimmert op 21 februari 1773 met Barbara SWELSEN, geboren Ulestraten – Meerssen circa 1749, dochter van Andreas Swelsen en Maria Anna Notten. Barbara is overleden Schimmert op 19 juni 1810 (61 jaar oud) en begraven aldaar op 21 juni 1810.        

Verder gaat het verhaal met het vierde kind van Jan en Barbara, Maria Catharina TIMMERS die op 6 mei 1805 in Schimmert trouwt met Nicolas SCHRODERS. Het huwelijk blijft de eerste jaren kinderloos, maar dan toch wordt op 19 februari 1811 te Schimmert geboren Joannes (Jan) Schroders. Jan Jan Timmers moet een sterk gestel hebben gehad en ook nog eens gezond zijn gebleven. Nog op zijn 84 levensjaar wordt hij voor het laatst vader en bereikt uiteindelijk een voor die tijd bijzonder hoge leeftijd van 93 jaar. Aardig einde van dit verhaal is dat zijn kleinzoon Joannes (Jan) Schroder eveneens op hoge leeftijd voor een derde maal in het huwelijk treedt. Hij is dan bijna 69 jaar oud en zijn echtgenote Anna Maria Willems is 28 jaar jong, een aardje naar z’n vaartje.

Het bidprentje van Joannes Antonius Wackers
(door Theo Maes)
In mijn bidprentjesverzameling bevinden zich een aantal vrij oude exemplaren. Deze prentjes leveren een beeld op zoals wij dat nu niet meer kennen en ze zijn een mooie bron van informatie. Onderstaand het prentje bij het overlijden van Joannes Antonius Wackers op 27 februari 1847 in Maasbracht. Gezinsblad Joannes Antonius Wackers Joannes Antonius Wackers , zn. van Hermanus Wackers en Catharina Heijthuijsen, ged. op donderdag 6 oktober 1774 te Echt, ovl. (72 jaar oud) op zaterdag 27 februari 1847 te Maasbracht, kerk.huw. (22 jaar oud) (Rooms Katholiek) op dinsdag 14 februari 1797 te Maasbracht met Anna Margretha (Maria) Eijckelberg.Uit dit huwelijk 8 kinderen:

Afdelingsblad Gooiland, 2020 nr. 2

Inhoudsopgave: Van de voorzitter, Evenementen in 2020, Gooise Genealogie, Raadselachtige voorouder Aart Jansz Kreunen (Kreun, Kruenen, Kruin, Cruijningen), Oorlogsperikelen van Bussum 1787 en 1813, Genealogische zoektochten, Zoektocht naar de familie Zimmerman, Een scheepsverklaring en een vonnis over averij-grosse, Ledenbestand, Colofon.


Raadselachtige voorouder Aart Jansz Kreunen (Kreun, Kruenen, Kruin, Cruijningen)
Auteur: Anne Schley-de Bruin
Al zoekende naar de voorouders van mijn oma van vaderskant Stijntje Susanna Brink, kwam ik aan haar moederskant al gauw terecht in de omgeving van Scherpenzeel. Een hele interessante bron voor die omgeving is de website van de Vereniging Oud Scherpenzeel. Ik kan mijn gegevens nu aanvullen met wat ik gevonden heb op die website. Het gekke is, dat ik in die hele rits ook een echtpaar tegenkwam: Aart Jansz Kreunen (Kreun, Kruenen, Kruin, Cruijningen) en Trijntje Does, waarvan vermeld staat dat ze beiden en twee van hun kinderen in Hilversum geboren zijn. Voor Trijntje en de kinderen klopt dat wel. Helaas is het gedeelte 1689-1766 van het Gereformeerde Doopboek van Hilversum bij een brand in 1766 verloren gegaan.In 1767 werd daarom een reconstructie aangelegd aan de hand van door inwoners van Hilversum verstrekte gegevens. Dus is het niet met zekerheid na te gaan waar hij geboren is. Bij diverse gepubliceerde stambomen op o.a. Geneanet en Ancestry staat dat zijn ouders Jan Kreunen en Hendersken ten Damme uit Borculo zijn, maar daar kan ik geen bewijs voor vinden, want alle kinderen van dat echtpaar staan vermeld in het doopboek aldaar, maar er komt geen zoon voor die Aart heet.

Tijdens mijn zoektocht naar Does en Kreunen vond ik een link naar twee documenten van onze afdeling: “Gooise Geslachten” waar op pagina 180 Trijntje Does voorkomt en “de Gooise Matras” die op pagina 98 de Genealogie van Aart Kreun bevat. Aart en zijn vrouw zijn mijn oudovergrootvader en oudovergrootmoeder. Ik stam af van hun dochter Lammertje Aartse Cruijningen.
Daarnaast zijn de genealogische data van Gooise Geslachten en de Gooise Matras ook (samengevoegd) op Geneanet te vinden: (wel eerst inloggen)

Aart Jansz Kreunen werd geboren omstreeks 1736, geboorteplaats onbekend, en werd begraven op 12 mrt 1798 in Woudenberg. Begrafenisnotities: Het Utrechts Archief, Toegangsnummer: DTB_Archief_Eemland_504 -, Inventarisnummer: 481, Paginanummer: 31 Aart trouwde rond 1757 in Hilversum met Trijntje Cornelisdr Does, dochter van Cornelis Claesz Does en Lambertje Gijsbertze van Leersum. Trijntje werd geboren omstreeks 1738 in Hilversum en werd begraven op 4 oktober 1797 in Woudenberg.
Daarna volgt een genealogie tot de dag van heden.

Oorlogsperikelen van Bussum 1787 en 1813
Auteur: Nel Krijnen-Van Gog Eerder gepubliceerd in Historische Kring Bussum
Het gaat hierbij om de pruisen De aanleiding was de strijd tussen patriotten en de prinsgezinden. Deze speelde tussen 1785 en 1787. Toen de vrouw van stadhouder Willem V, prinses Wilhelmina van Pruijsen, bij Goejanverwellesluis werd tegengehouden, vond haar broer Koning Frederik Willem II van Pruisen het genoeg.

Generaal van Lottum van de Pruisische troepen eiste van de commandant van de Stad Naarden, baron de Mattha, dat hij de stad zonder strijd over zou geven. Na enig onderhandelen gebeurde dit ook. Naarden moest voor inkwartiering zorgen en zo mogelijk moest er dagelijks geleverd worden: ‘een zekere kwantiteit brood en vlees’. De foerage zou moeten bestaan uit ‘3 pond aardappelen per 2 man, een fles jenever te verdelen over 12 man, een 1/2 pond vlees per man per dag, 6 ponden roggebrooden per man voor drie dagen’. Verder hooi, stro en haver, voor de strozakken en de paarden. Burgers, ingezetenen van Naarden en omgeving werden verplicht daarbij te helpen, door dagelijks met hun paarden en voor de bevoorrading van de Pruisen te zorgen. Zo moest er ook ammunitie naar het dorp Amstelveen vervoerd worden, waar de meeste paarden en wagens 17 dagen in de open lucht moesten verblijven, waardoor de paarden ‘grotelijk bedorven werden’. Ook namen de Pruisen vier wagens van burgers af. Onder de burgers waren de Bussumers Teunis Huijsman en Jacob Coppen. Ook voor leveranties moesten de bewoners zorgen. De militairen brachten veel schade, waarvan een uitgebreide inventaris wordt  gegevens.

Tijdens het beleg van Naarden in 1813 kreeg Bussum het weer zwaar te verduren. Op 30 november ging een groep soldaten uit Naarden zich te buiten aan vernielingen en plunderingen. Vooral aardappelen en andere etenswaren, vee, kleding, geld en sieraden werden gestolen. In Bussum kwam ook een hoofdkwartier. Het leger bestond uit Kozakken (ruiters in het Russische leger die licht waren bewapend met sabel, geweer of lans), Baskiers en Pruisische Uhlanen (dit waren lansiers, licht bewapende ruiters voor verkenning), Pruisische Infanterie (voetvolk met draagbare geweren) en Artillerie. Het moet een komen en gaan zijn geweest van een circa 3000 man aanrukkende en elkaar aflossende troepenmacht. Dit gebeurde vooral in de nacht, om de vijand te misleiden. `Bussum ontkwam niet aan inkwartiering. Er zouden 69 man Kozakken van 2 tot 27 december worden ondergebracht voor 6 stuivers per dag. Op de lijst staan er 87; zij werden bij 42 gezinnen ondergebracht. Ook werden er huizen en schuren gerekwireerd (opgeëist): het huis van Jan M. Dekker werd een barak voor militairen, evenals het huis van de overleden schoolmeester Baltus van het Hof. Hendrik Ruijer, die namens de erven toezicht hield op het huis, diende later een schadeclaim in van f 100 voor de geleden schade. Bij Gijsbert Steur, een bijenhouder, werden in zijn werkplaats militairen ondergebracht. Het huis van Arie Steur werd een hospitaal. Bij IJsak Kaarsgaaren werden in vier maanden tijd circa 400 soldaten in zijn twee huizen verschillende schuren ondergebracht; zij richtten veel schade aan.

Betalingen schade Alles wat geroofd, vernield of op bevel van het leger geleverd was, werd opgeschreven. Nadat de formulieren waren ingeleverd, liet het geld weer op zich wachten. Het bestuur van Naarden en Bussum schreef op 9-06-1814 aan de Koning een request, om schadeloosstelling groot circa 100.000 gulden te eisen en zodoende de ellendige toestand van de bewoners te herstellen en de welvaart weer terug te brengen. Er zijn meerdere briefwisselingen geweest. In november 1821 ging er op aandringen van de landbouwers weer een brandbrief naar de Gouverneur. Nu werd er om 10.000 à 12.000 gulden gevraagd, als redmiddel voor de 500 zielen tellende gemeente.

Genealogische zoektochten  Zoektocht naar de familie Zimmerman
Auteur: Wim Peeters
Bijna iedereen die in zijn familieverleden graaft, treft daarin eveneens Duitse namen aan. Vreemd? Nee, helemaal niet. In de achter ons liggende eeuwen heeft ons land grote aantrekkingskracht uitgeoefend op nieuwkomers. De basis daarvoor werd gelegd in de 17e eeuw, die niet voor niets als de Gouden Eeuw wordt aangeduid. Ons land was het handelscentrum van de wereld, hier gebeurde het! Met dat hier worden dan wel de grote steden in het westen van het land bedoeld, waar de welvaart zich voornamelijk concentreerde. In de 17e, 18e en 19e eeuw was dit welvarende Holland het reisdoel van honderdduizenden buitenlanders, soms om zich er voorgoed te vestigen, meestal om er als tijdelijke arbeidskracht het nodige geld te verdienen. We beginnen het onderzoek toen mijn oma Johanna Geertruida Maria Zimmerman in Eindhoven trouwde met Wilhelmus Peeters. Zimmerman lijkt een echte Duitse naam. Ook benieuwd waar we in de tijd terug terecht komen? 1. Johanna Geertruida Maria Zimmerman Johanna Geertruida Maria Zimmerman, 32 jaar, trouwde op maandag 20 november 1905 in Eindhoven met Wilhelmus Peeters. Ze is geboren op 4-2-1873 in Eindhoven en op 31-10-1962 op 89 jarige leeftijd overleden in Bilthoven en daar ook begraven op 3-11-1962. Johanna woonde in Bilthoven bij haar dochter Maria. Johanna is de oudste dochter van Jacobus Zimmerman (zie 2)en Anna Maria Elisabeth van der Velden. Wilhelmus was van beroep kleermaker. Johanna en Wilhelmus woonde toen in de Demer nummer 43 in Eindhoven. In 1908 stopte hij de kleermakerij. Reden was het veel last hebben van zijn rug. In een advertentie in de Meierijsche Courant van 29 september 1908 wordt aangekondigd dat de inventaris op 5 oktober 1908 publiekelijk zal worden verkocht. Daarna zijn Johanna en Wilhelmus nog een café met kegelbaan begonnen.

Een scheepsverklaring en een vonnis over averij-grosse
Auteur:Willem-Jan van Grondelle Wie onderzoek doet in oud-notariële archieven zal vast wel eens een scheepsverklaring zijn tegengekomen. Nederland was in de zeventiende en achttiende eeuw een zeevarende handelsnatie. Duizenden schepen voeren elk jaar vanuit de Republiek der Verenigde Nederlanden naar de Oostzee, de West-Europese kusten, de Middellandse Zee, Oost-Indië en naar gebieden aan de overzijde van de Atlantische Oceaan, en terug. Bij die reizen ging er natuurlijk wel eens wat mis. Schip en lading konden onderweg flinke schade oplopen door storm en ontij, door aanvaringen of door kapers en andere oorlogshandelingen. Als een schip en/of de lading beschadigd waren aangekomen in de thuishaven, rees de vraag: Wie moet de schade betalen?