Kwartier van Nijmegen 2020 nr. 2

0
222

Inhoud

van de redactie, komende lezingen, in memoriam, een melodrama, stooven, het leven van een bakker in Nijmegen, aanvraag voor een borgerbrief, borgerbrieven, het burgerweeshuis te Arnhem, oud burgerhuis te Nijmegen, de voorgangers van het oud burgerhuis, oud schrift, oud schrift – toelichting, 17e eeuwse raadssignaten, deel-genealogie van Ambrosius Jüngst, ledenmutatie.

In memoriam
Begin maart vernam het bestuur dat onze oud-voorzitter de heer Hans Bauer was overleden. Hij was in de periode van 2002 tot en met 2012 voorzitter van het Kwartier van Nijmegen. Ook heeft hij diverse functies binnen het bestuur vervuld. Zij die hem hebben gekend, zullen zich hem herinneren als een ingetogen en rustige, inspirerende man. Hij heeft de afdeling 10 jaar voortvarend geleid.


Een melodrama
Hans van Haars
Tijdens het onderzoek naar mijn voorouders kwam ik drie notariële aktes tegen.
Alle drie de aktes gingen over Maria (Metje) Loos en Fredrik Voorbrink.
De eerste akte van 16 juli 1760, gaat over ”de meid is verdacht zwanger te zijn, maar visitatie van de vroedvrouw kan dit niet bevestigen”. Waarin ook staat beschreven wat Metje hiervan vond, n.l.: ”dat ze stom mogt blijven, indien ze ooit met eenig manspersoon van hebben te doen gehad” De tweede akte van 18 juli 1760, gaat over ”de bevalling van een dode tweeling . haar baas is de vader.” De derde akte van 9 september 1760. ”Een melodrama met de dood van een pasgeboren tweeling, medische onkunde, een hardvochtige huisbaas en een onbekende vader”. De buurvrouw, Lijsje Wolff, gaat een vroedvrouw halen en die zegt ”dat er nog een kind komt”, waarop de Metje Loose het tegenspreekt.
Een verklaring door getuigen gedaan bij een bevalling van een overleden tweeling. In deze onderstaande verklaring vertellen vier getuigen hoe de vork in de steel zat.

Bakker
Dit is de beschrijving van het bakkersberoep in vroeger tijden (17de eeuw),  een aardig verhaal.
Het dagelijks brood was toen ook al een belangrijk goed. De magistraat hield de zaken goed in de gaten, zodat de inwoners goede waar voor hun geld kregen en dat de kwaliteit gewaarborgd bleef en niemand benadeeld werd.

De prijzen van het brood werden in de gaten gehouden, deze werden afhankelijk van de prijs van het koren door de raad vastgesteld. Iedere maandag gingen twee schepenen naar de markt om daar de gemiddelde prijs van een malder koren op te nemen om daarmee de prijs van een brood vast te kunnen stellen.

In 1595 werd er al een bakker beboet met tien goudguldens, omdat zijn brood te licht was. Ook gebeurde dat in 1597 toen er twee bakkers beboet werden. Toen dat in 1626 gebeurde werd al het brood in beslag genomen en verdeeld onder het Gasthuis, het Weeshuis en de armen.

Ook het gewicht van een wegge, een hard gebak, werd door de raad vastgesteld en zo kreeg in 1632 een bakker 200 gulden boete, omdat zijn producten te licht waren.

AANVRAAG VOOR EEN BORGERBRIEF
Evert Kam
Door bij zijn rekwest ook de originele borgerbrief van zijn overleden moeder te voegen, kon hij kosteloos een eigen borgerbrief krijgen. Zijn moeder had indertijd een brief aangevraagd, waarschijnlijk om de handel voort te kunnen zetten, nadat haar man overleden was en nu vraagt de zoon er een aan, nu zijn moeder ook overleden is.

Hij geeft ook aan, dat hij een eigen merk zal voeren en moet dan zweren, dat hij dat merk niet van een ander zal gebruiken, maar alleen die van hem zelf. Hij gebruikt daar ”I M” voor.

Aan den Edelen Groot Agtbaare Raad der Stad Nijmegen
Edele Groot Agtbaare Heeren!
Geeft met Schuldig respect te kennen Jan Jacob Mauritz, Zoon van wijlen Jacob Benjamin Mauritz en Maria de Fockert in Leven Egtelieden, Groot Borgeren binnen dese Stad, Exhibeert hier nevens eenen Borger-brief van des Suppliants moeder te vernemen Sub A

BORGERBRIEVEN
Evert Kam
Je kon voor dertien en een halve gulden als Burger van Nijmegen worden aangenomen. Daarmee kon je lid worden van een gilde en een beroep uitoefenen.
Je kon ook het groot-burgerschap krijgen. Daar wil ik het voornamelijk over hebben.
Als je op de rivieren met je schip handel wilde drijven, was zo’n brief zeer voordelig, omdat je dan op vele tollen niets hoefde te betalen. Normaal werd je bij een tol tegen gehouden en moest je afhankelijk van wat je vervoerde daar belasting over betalen.

HET BURGERWEESHUIS te ARNHEM
Hans van Haarst
Weeshuizen kennen we nu niet of nauwelijks meer. Maar vanaf het einde van de zestiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw waren ze in Arnhem een vertrouwd verschijnsel. De sterfte door het gebrek aan hygiëne en medische kennis was zo groot, dat menig kind al vroeg zijn ouders verloor. In de middeleeuwen werden de wezen meestal bij familie ondergebracht of door de stad uitbesteed.
Toen in 1583 de huizen van de kanunniken en vicarissen van St. Walburgis at vere pios usus*) aangeslagen waren, werd er een woning van bestemd om tot een Burgerweeshuis te worden ingericht voor kinderen van ouders, die het burgerrecht hadden bezeten. Dat betekende in feite dat alleen wezen werden opgenomen uit de middenstand, voor zover die hervormd was, want alleen hervormden konden toen burger zijn. Het Burgerweeshuis is waarschijnlijk juist in die tijd opgericht, omdat particulieren door de eindeloze oorlog met Spanje te veel waren verarmd om nog kinderen in huis op te nemen.

OUD BURGER GASTHUIS TE NIJMEGEN
Hans van Haarst
Zieken werden verzorgd in gasthuizen of hospitalen. Al in 1196 stichtten burggraaf Alardus en zijn vrouw Uda een hospitaal op een heuveltje tussen de latere Smidstraat, Nonnenstraat en Keumegas. Kort daarna werd het toegewezen aan de Orde van de Johannieters, die er pelgrims en zieken liefderijk verzorgde en verpleegde. Deze Commanderie of Sint Janshospitaal bleef in gebruik, totdat in 1638 de laatste Johannieter, Bernard van Goltstein, overleed..

Het Oud Burgeren Gasthuis (OBG) kent een lange voorgeschiedenis. In 1592, een jaar na de Reductie van Nijmegen, werden het Sint-Nicolaas Gasthuis en het Sint- Jacobs Gasthuis samengevoegd tot het Oud-Burgeren Gasthuis. In dit gasthuis werden alleen burgers opgenomen, dus mensen die het Nijmeegse burgerrecht bezaten.
Het burgerrecht van Nijmegen is met zekerheid verleend sinds 1337, toen het eerste burgerboek werd aangelegd. Aan het burgerrecht waren niet alleen rechten maar ook plichten verbonden, zoals bijvoorbeeld het mede verdedigen van de stad. Als rechten zou men o.a. kunnen noemen het verkrijgen van een ambt of het mogen toetreden tot een gilde.

17e EEUWSE RAADSSIGNATEN
tekst: Henny Fransen met bewerking oud schrift door Evert Kam
Vóór 1811 werden de notulen van de Raad raadssignaten genoemd. De door de raad genomen besluiten noemde men raadsresoluties.
De verslagen bevatten allerlei onderwerpen die de stad en burgers aangingen en die door de burgemeesters en schepenen werden behandeld. Zij geven een goed tijdsbeeld van het bestuur van de stad en de normen en waarden van die tijd.
Uit een raadssignaat van 5 februari 1634 blijkt dat door het overlijden van Claes Vermeulen in zijn plaats Girrit Bloem als gerechtsbode voor het Schependom werd aangesteld.
Girrit Bloem is in plaetse van Claes Vermeulen overleden sijnde tott Gerichtsbode int Schependom aengestelt.

Deel-genealogie van Ambrosius Jüngst.
Tijdens mijn inspanningen om de voorouders van mijn moeder te lokaliseren ben ik haar grootvader terug nagelopen. De naam Jüngst laat blijken dat de familie uit Duitsland komt en via internet (stambomen Peijsel en Heinemann), ben ik zelfs tot ±1380 gekomen. De bronnen in Duitsland heb ik nog niet gecontroleerd, maar als het corona-virus het reizen weer toestaat ben ik wel van plan om hier meer werk van te maken.
In 1789 trouwt Johann Philipp te Doesburg en zijn familie blijft dan in Nederland (Doesburg, Oosterbeek, Valburg, Elst en Bemmel).
I. Ambrosius Jüngst, zoon van Johannes Jüngst, der Alte (slager, beenhouwer;later Gildemeester) en NN Beyer, geboren te Siegen [D] Nassau -Siegen in 1574, meesterschoenmaker, overleden te Dillenburg [D] op 11 nov 1635, trouwt te Siegen [D] circa 1598 met Merge Dintelmann, geboren te Siegen [D] in 1575, overleden te Dillenburg [D] op 25 apr 1651, begraven te Dillenburg [D] op 27 apr 1651.
Uit dit huwelijk 6 kinderen.
10 generatie in totaal.