Home Blog Pagina 111

40e Internationale Conferentie over Joodse Genealogie

40e Internationale Conferentie over Joodse Genealogie zal dit keer,  een virtuele conferentie zijn die wordt gehouden van 10-13 augustus 2020.

“Gezien COVID-19, zijn we niet in staat om onze gebruikelijke persoonlijke conferentie te houden, maar zijn enthousiast over de mogelijkheden om ons brede scala aan presentaties en vergaderingen op een virtueel platform te blijven aanbieden aan ons diverse publiek wereldwijd, van first-timers tot conferentieveteranen,”

Brainstorming en Connectiviteit staan centraal in vier dagen live, gestreamde sessies over brede onderwerpen gepresenteerd als plenaire sessies, panels en webinars. Er zullen vergaderzalen worden voorzien voor Special Interest Groups (SIGs) en Birds-of-a-Feather (BOFS) om ons wereldwijde publiek te helpen verzamelen. Het vooraf opgenomen videoarchief dat tot 60 dagen na de virtuele conferentie beschikbaar is voor conferentieregistranten, biedt een nog breder scala aan gespecialiseerde presentaties buiten de geplande, live sessies.

De sprekerslijst:  Kitty Munson Cooper (blog.kittycooper.com); Janine Cloud (FamilyTreeDNA.com); Crista Cowan (Ancestry.com); W. Todd Knowles (Family Search); Daniel Horowitz (MyHeritage); Schelly Talalay Dardashti (My Heritage & Tracing the Tribe) en Randy Schönberg (Geni.com & Jewish Genealogy Portal).

De conferentie wordt georganiseerd door IAJGS, een overkoepelende organisatie van meer dan 90 Joodse genealogische organisaties wereldwijd. Het IAJGS coördineert en organiseert activiteiten zoals de jaarlijkse Internationale Conferentie over Joodse Genealogie en geeft een uniforme stem als woordvoerder namens haar leden. Ken Bravo van Zuid-Euclides, Ohio, is IAJGS president.

Zie:  www.iajgs.

Delpher: diverse aanvullingen

In Delpher zijn ruim 47.360 nieuwe tijdschriften beschikbaar.
Waaronder Weekblad voor Israëlieten, Het V.A.R.A. Kinderblad, Franciscaansch levenHuwelijk en huisgezin, Jeugd bladenoorlogs- en pre-oorlogstijdschriften.
Joodse tijdschriften
158 nieuwe titels van joodse tijdschriften.
Periode: 1847-1966.
 
Radio- en TV-tijdschriften
Uit de collectie van Beeld en Geluid en vijf andere mediaverenigingen zijn er 15 titels gedigitaliseerd.
Periode: 1923-1958.

Gracieuse
De Gracieuse manifesteerde zich vanaf 1862 tot 1936 als een aantrekkelijk mode- en handwerktijdschrift, dat zich richtte op een groeiend publiek van modebewuste dames.

50 nieuwe tijdschrifttitels op Delpher

Goed nieuws! Er zijn weer 50 nieuwe tijdschrifttitels van het KDC online gekomen via het project Metamorfoze van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Hieronder het muziektijdschrift Sint Gregorius, de annalen van de Heilig-Land-stichting én de jaarboeken van het R.K. onderwijs in Indonesië, Suriname en Curaçao.
Een rijke schat aan informatie voor een groot scala aan onderzoeken dus.

Surf nu naar www.delpher.nl om de tijdschriften te raadplegen!

Genetische genealogie gebruikt voor meer dan 150 cold cases

Genetische genealogie gebruikt om Golden State Killer Case te vinden Opende de Deur voor meer dan 150 cold cases.

De Golden State killer zaak betreft de arrestatie van een 73 jarige man die vanaf 1976 een reeks moorden en verkrachtingen had begaan. Tot voor kort wist hij de hand van justitie te ontwijken, totdat ze zijn DNA-profiel, afkomstig van sporen bij zijn slachtoffers bij GEDMATCH aanboden voor een verwantschap onderzoek. Hier werd een verre verwante persoon gevonden. Met forensische genealogisch speurwerk kon toen de misdadiger geïdentificeerd worden.

Het was duidelijk dat na dit succes deze methodiek ook zou worden toegepast bij andere “koude zaken”. Daarmee konden een verdere 150 ernstige moordzaken mee worden opgelost.


Toch was niet ieder blij met deze zaak omdat gebruikers van  GEDmatch hun privacy vreesden en verzet tegen de gevolgde procedure aanspanden. Om problemen  te ontwijken ging de politie samenwerken met een private onderneming Parabon die al eerder de politie hulp bood met andere opsporingstechnieken, (zoals gezichtsherkenning). Veel van eerder genoemde DNA zaken werden opgelost met de hulp van dit bedrijf – Parabon NanoLabs  dat in principe dezelfde werkwijze volgde dan eerder de politie had gedaan. In samenwerking met de Amerikaanse wetshandhaving heeft Parabon DNA-bewijsmateriaal van plaats delict geüpload naar GEDmatch in een poging daders te identificeren.

Parabon bood genetische diensten aan de politie en genealogie diensten aan mensen op zoek naar familieleden. Het combineren van de twee en het gebruik van DNA ingediend voor genealogie om criminelen te vinden leidde tot ethische problemen. GEDmatch heeft sindsdien haar beleid veranderd, waardoor mensen zich moeten aanmelden om hun DNA te delen. Als gevolg daarvan daalde het totale aantal monsters van meer dan een miljoen voor DeAngelo tot ongeveer 260.000 vandaag.  In december 2019 werd aangekondigd dat GEDmatch werd verkocht aan het forensische, winstgevende DNA-analysebedrijf Verogen, dat er naar streeft de database veiliger te maken voor zijn klanten, waaronder het bestrijden van huiszoekingsbevelen.

Hoe de diverse vormen van samenwerkingen nu verder gaan lopen is nog niet duidelijk. Parabon heeft momenteel ongeveer 300 DNA-onderzoeken geopend en bijna 100 gevallen heeft opgelost, hoewel in enkele van die gevallen nog geen arrestaties zijn verricht. In mei 2020 werd gemeld dat Parabon bij bijna 500 gevallen met 109 verdachte positieve identificaties betrokken was geweest.

Ik wijs u er tenslotte met nadruk op dat  MyHeritage, 23 & Me en Ancestry  hebben verklaard dat  zij toegang tot rechtshandhaving niet toestaan.

Oproep geneanet: Doe mee aan de indexatie van Nederlandse huwelijken tot de 20e eeuw!

Het is met veel plezier dat Geneanet de start van een indexatie project aankondigt van de Nederlandse huwelijken tot de 20e eeuw. Deze indexatie maakt het voor elke genealoog mogelijk zijn voorouders terug te vinden in een paar klikken!

Het project betreft alle Nederlandse provincies. Het doel van dit project is om de huwelijksakten die online op de archief websites beschikbaar zijn te indexeren in een Excel of Open-Office spreadsheet om deze overzichten vervolgens te publiceren op Geneanet. Deze gegevens worden opgenomen in het Geneanet zoekprogramma en zijn gratis beschikbaar voor alle genealogen.

Wilt u aan dit project meedoen, neem dan contact op met de verantwoordelijke vrijwilliger van dit project: Simone Groenenboom, op het volgende adres: simonegroenenboom@yahoo.fr. Bekijk ook deze pagina. Klik op de provincie die uw interesse heeft, u komt dan op een gedeelde spreadsheet terecht. Dit spreadsheet geeft u informatie over de gemeenten die nog te indexeren zijn, al geïndexeerd zijn of waar al aan gewerkt wordt en geeft u de mogelijkheid u in te schrijven voor de gemeente van uw keuze.

Digitale fotografie: onmisbaar bij genealogie

Het prototype van een digitale camera uit 1975 gebruikte een CCD*Charge-coupled device, een (meestal lichtgevoelige) geïntegreerde schakeling van 100 bij 100 pixels om beelden vast te leggen. Digitale fotografie kwam de volgende twintig jaar niet meer in de mainstream. Voor een uitvinder is de belangrijkste uitdaging misschien technisch, maar soms is het de timing die het succes bepaalt. Steven Sasson had het technische talent maar ontwikkelde een paar decennia te vroeg zijn prototype voor een volledig digitale camera.

De digitale camera is een onmisbaar hulpmiddel geworden bij de genealogie. Men kan er snel een geschreven tekst mee vastleggen en dan later deze tekst met  diverse technieken optimaliseren. De eerste digitale camera’s  waren daarvoor niet bruikbaar. Pas door deze camera’s  geleidelijk te verbeteren ontstond een bruikbare tool.

Reeds in 1974 zocht Sasson, een jonge elektrotechnisch ingenieur bij Eastman Kodak Co., in Rochester, N.Y.,  een toepassing voor het nieuwe type 201 van Fairchild Semiconductor. Zijn baas stelde voor dat hij zou proberen de CCD van 100 bij 100 pixels te gebruiken om een ​​afbeelding te digitaliseren. Daarom bouwde Sasson een digitale camera om de foto vast te leggen, op te slaan en vervolgens op een ander apparaat af te spelen.

Sassons camera was een verzameling componenten. Hij gebruikte de lens en het belichtingsmechanisme van een Kodak XL55-filmcamera om te dienen als het optische stuk van zijn camera. De CCD zou het beeld vastleggen, dat vervolgens door een analoog-naar-digitaal-omzetter van Motorola zou worden geleid, tijdelijk zou worden opgeslagen in een DRAM-array van een dozijn 4.096-bits chips en vervolgens zou worden overgebracht naar audioband die op een draagbare Memodyne-datacassetterecorder draaide . De camera woog 3,6 kilogram, werkte op 16 AA-batterijen en was ongeveer zo groot als een gemiddeld leesboek.

Na meer dan een jaar aan zijn camera gewerkt te hebben, besloot Sasson op 12 december 1975 dat hij klaar was om zijn eerste foto te maken. Laborant Joy Marshall stemde ermee in om te poseren. De foto nam ongeveer 23 seconden in beslag om op de geluidsband op te nemen. Maar toen Sasson het op de laboratoriumcomputer afspeelde, was het beeld een puinhoop – hoewel de camera tinten kon maken die duidelijk donker of licht waren, leek alles daartussenin statisch. Marshalls haar zag er goed uit, maar haar gezicht ontbrak. Sasson bleef de camera verbeteren en legde uiteindelijk indrukwekkende beelden vast van verschillende mensen en objecten in het lab. Hij en zijn supervisor, Garreth Lloyd, ontvingen in 1978 Amerikaans octrooi nr. 4.131.919 voor een elektronische fotocamera, maar het project kwam nooit verder dan de prototypefase. Sasson schatte dat beeldresolutie pas ergens tussen 1990 en 1995 concurrerend zou zijn met chemische fotografie, en dat was genoeg voor Kodak om het project in de mottenballen te leggen.

Het duurde bijna twee decennia voordat digitale fotografie pas goed van de grond kwam. Terwijl Kodak ervoor koos om zich terug te trekken uit digitale fotografie, bleven andere bedrijven, waaronder Sony en Fuji, doorgaan. Nadat Sony in 1981 de Mavica, een analoge elektronische camera, had geïntroduceerd, besloot Kodak de verbetering van de prototype digitale camera’s te hervatten. In de jaren ’80 en in de ’90 brachten bedrijven stapsgewijze verbeteringen aan door producten uit te brengen die door de astronomische prijzen door een beperkt publiek konden worden gekocht.

Vervolgens onthulde Apple in 1994 de QuickTake 100, de eerste digitale camera voor minder dan US $ 1.000. Vervaardigd door Kodak voor Apple. Deze had slechts een maximale resolutie van 640 bij 480 pixels en kon het maximaal acht afbeeldingen met die resolutie opslaan op zijn geheugenkaart. Niettemin werd deze digitale camera beschouwd als de doorbraak op de consumentenmarkt. Het jaar daarop werd Apple’s QuickTake 150 geïntroduceerd, met JPEG-beeldcompressie, en Casio’s QV10, de eerste digitale camera met een ingebouwd LCD-scherm.

Digitale fotografie kwam pas echt tot zijn recht als cultureel fenomeen toen Kyocera de VisualPhone VP-210, de eerste mobiele telefoon met een ingebouwde camera, in 1999 in Japan presenteerde. Drie jaar later werden cameratelefoons geïntroduceerd in de Verenigde Staten. De eerste mobiele-telefooncamera’s misten de resolutie en kwaliteit van stand-alone digitale camera’s en maakten vaak vervormde fish-eye-foto’s. Gebruikers leken er niet om te geven. De opkomst van camera’s in telefoons leidde onvermijdelijk tot een afname van stand-alone digitale camera’s.

Lees het hele artikel op: https://spectrum.ieee.org/tech-history/silicon-revolution/how-the-digital-camera-transformed-our-concept-of-history.

Regionaal Archief Alkmaar breidt zijn digitale dienstverlening op maat verder uit.

Thuis de oude archieven uit de regio induiken: dat kan nu dankzij een gratis service van het Regionaal Archief in Alkmaar. Met de nieuwe service scannen-op-verzoek kan iedereen met een druk op de knop via de website van het archief een aanvraag doen om archiefstukken te laten scannen. De scans zijn daarna online te bekijken en te downloaden. De service is vanaf nu beschikbaar voor de oudste gemeentearchieven uit de regio, van Texel tot en met Castricum.

De gratis service geldt in verband met privacy en auteursrecht voor archiefmateriaal dat dateert van voor het jaar 1900. Het gaat in eerste instantie om overheidsarchieven. Die archieven bevatten een grote verscheidenheid aan belangwekkend historisch materiaal: oude raadsnotulen, maar bijvoorbeeld ook registers van het weeshuis in Den Helder en documenten over een schutting tegen konijnenoverlast in Castricum en het aansteken van de straatlantaarns in achttiende-eeuws Alkmaar.

Er zijn nu al scans aan te vragen van archiefstukken uit ruim twintig van de vroegste gemeentearchieven uit de regio. Uit het oude stadsarchief van Alkmaar, en uit onder meer de oude archieven van Heiloo, Castricum, Bergen, Schoorl en Egmond, Noord- en Zuid-Scharwoude, Schagen, Oude en Nieuwe Niedorp, Den Helder en Texel.

Het Regionaal Archief werkt al jaren aan het digitaal toegankelijk maken van de collectie. Belangrijke reeksen archieven zijn volledig gescand. Inmiddels zijn er al bijna drie miljoen scans van archiefstukken online te raadplegen. Via scannen-op-verzoek bepalen onderzoekers voortaan wat er gedigitaliseerd wordt. Om iedereen de kans te geven scans aan te vragen geldt voorlopig een maximum van twee aanvragen per persoon per week.

Webinars Famillement Thuis

Vanwege de coronacrisis organiseert het CBG|Centrum voor Familigeschiedenis dit jaar geen Famillement, het grootste genealogisch evenement van Nederland. In plaats daarvan maakt het CBG in samenwerking met het Stadsarchief Amsterdam dit jaar een serie interessante en leerzame webinars die je gewoon vanuit je luie stoel kunt volgen.

Eén van de drie webinars die reeds plaats hebben gevonden had ‘Vondelingen’ als thema. Deze webinar is via YouTube in zijn geheel terug te kijken. En dat is interessant, want binnen de genealogie vormt vondelingenonderzoek vaak een obstakel.

Na de zomer gaat Famillement Thuis verder met de digitale presentaties. Vanaf september elke laatste dinsdag en donderdag van de maand.
Je kunt actief meedoen aan zo’n webinar door je nu al op te geven via Famillement thuis, want er kunnen per keer maar 90 personen deelnemen.

REGISTREREN en AANMELDEN op webomgeving NGV

Er zijn op de NGV webomgeving drie gescheiden gebruikersgebieden waar overeenkomstig de uitgangspunten van de AVG registratie en inloggen noodzakelijk is. Ze worden hieronder toegelicht.

NGV centrale pagina
Op ngv.nl staat op het startscherm dat inloggen in deze voorlopige omgeving niet nodig is.
Zodra de profielen van LEDEN van ontdekjouwverhaal zijn overgezet komt er informatie hierover zodat ALLEEN LEDEN zich kunnen aanmelden voor zaken die achter de inlog staan.
BEZOEKERS kunnen zich NIET registreren en kunnen alleen de openbare pagina’s bekijken.

NGV Ledenservice
De pagina’s op NGV Ledenservice zijn openbaar toegankelijk. De webshop is beschikbaar voor leden en niet leden.
Op het moment dat je een product gaat bestellen is het gewenst dat je eenmalig een registratie uitvoert in Mijn account met gegevens voor de facturatie- en afleverlocatie.

Het helpcentrum is OPENBAAR, dus voor leden en niet leden. Alle ingediende vragen en eventuele reacties hierop zijn direct toegankelijk.

Op het moment dat je een vraag indient of een reactie geeft op een ingediende vraag is registratie , respectievelijk inloggen nodig. Dit vindt plaats in de footer.

Gegevens van meer dan 61.000 Turks-Joodse grafstenen online in nieuwe database

Onderzoekers onder leiding van prof. Minna Rozen en vervolgens van de universiteit van Tel Aviv werkten van 1988 tot 1990 in Turkije, documenteerden de sites door meer dan 100.000 foto’s te maken, brachten de begraafplaatsen in kaart en maakten ze schoon.

Online is een ambitieus project gestart, dat Joodse grafstenen in Turkije documenteert.
Het project, getiteld “A World Beyond: Jewish Cemeteries in Turkey 1583-1990” bevat de details van meer dan 61.022 joodse grafstenen verspreid over Turkije, waarmee het een van de grootste grafsteendatabases ter wereld is – met meer dan 400 jaar Turks-joods leven .
Het project maakt deel uit van het Turkse en Balkan-joodse documentatieproject van het Goldstein-Goren Diaspora Research Center van de universiteit van Tel Aviv. De onderzoekers hopen ook begraafplaatsen in heel Griekenland, Albanië en Bulgarije op te nemen.

Na jarenlang de records te hebben gedigitaliseerd, is nu pas financiering voor het project beschikbaar gekomen om het Goldstein-Goren Diaspora Research Center toe te faciliteren, zodat ze de database kunnen uploaden en voor het publiek toegankelijk kunnen maken.
Het project is opgedragen ter nagedachtenis aan prof. Bernard Lewis, een Brits-Amerikaanse historicus die gespecialiseerd was in de geschiedenis van de islam en het Midden-Oosten, die ook heeft bijgedragen aan het begin van het project en dit bleef doen omdat het in financiële moeilijkheden raakte.

Het onderzoek omvat 28 verschillende Turkse begraafplaatsen, waaronder een Karaite-begraafplaats in Istanbul, de Italiaanse begraafplaats van Istanbul en verschillende kleinere begraafplaatsen uit gemeenschappen in West- en Oost-Anatolië, die ophielden te bestaan ​​na een combinatie van oorlogen die plaatsvonden in de 20e eeuw, naast Joodse migratie door de hele regio.

Uit de Jerusalem Post

De Twee Kwartieren Jaargang 28 | Nummer 2 | juni 2020

Genealogisch tijdschrift voor Kempen en Peelland

Inhoudsopgave

 Van de redactie
 Bestuur en bestuursvergaderingen
 Cursussen en workshops
 Geplande bijeenkomsten
 Terugblik op ledenactiviteiten
 Peter Aarts te Haaren, met een borgbrief vanAsten
 Van Kalken, voor al uw vaandels en kazuifels

 Paleografie: het lezen van Duitse documenten (Deel 4)
.Enquête deskundigheid KPL‐leden

 Bibliotheek aanwinsten boeken
 Paleografie: transcriptie en antwoorden op de vragen
 Bestuur van de afdeling Kempen en Peelland
 Voor ondersteuning en advies

Peter Aarts te Haaren, met een borgbrief van Asten
We zijn op zoek naar de ouders van Peter Aarts,die op 9 juli1786 voor de schepen van Haaren trouwt Maria Simon Biesemans, weduwe van Aart Francis Peijnenburg. Volgens zijn trouwakte is hij, voorzien van een borgbrief, afkomstig uit Asten. In Haaren worden drie kinderen gedoopt. Peter overlijdt (als Pierre Aarts) te Haaren op 3 mei 1811. De overlijdensakte geeft geen verdere informatie over zijn afkmst, en de aanduiding van zijn naam blijft beperkt tot: Peter Aarts. Iemand die Peter Aarts heet kan natuurlijk de zoon zijn van Arnoldus (Aart), maar het kan ook zijn dat Aarts de (familie)naam is van zijn vader. In Asten komen in een aannemelijke tijdspanne (tussen 1730 en 1760) in de databank van het BHIC vijf dopen voor van een Petrus Aerts. Maar wie is de échte Peter Aarts.

Van Kalken, voor al uw vaandels en kazuifels
Bij het onderzoek naar Bredase passementwerkers treffen we in de Adresboeken J.A.J. van Kalken en zijn jongere broer J.A. van Kalken aan. Deze Joachim Antonius Johannes en Joseph Aloysius vestigen zich na elkaar als borduurfabrikant van kerkgewaden in Breda. Zij maken paramenten, “de meest verborgen schatten van de katholieke kerk”.1 De vader van deze broers, Daniel van Kalken, was de grond legger van een dynastie die befaamd zou worden om hun fraaie kerkgewaden en vaandels. Daniel van Kalken in Antwerpen Daniel van Kalken werd op 2 september 1810 in Nijkerk geboren uit het tweede hu we lijk van zijn vader Joachim. Die was tabaksplanter. Joachim was in 1789 in Neder Elten en kerkelijk in Nijkerk getrouwd met Johanna ten Brink. Uit dit huwelijk, dat nog geen elf jaar zou duren, zouden zes kinderen worden geboren. Na het over lijden van Johanna in 1800 hertrouwt Joachim op 1 april 1803 met Hen(d)rica Peelen van Den Tweel.

Enquête deskundigheid KPL‐leden
Van de 260 aangeschreven leden hebben er 99 gereageerd (N = 99). Dat is meer dan 38%. Alle deelnemers nogmaals hartelijk dank. De eerste vraag was of de leden mee wilden doen hun kennis en deskundigheid te delen met andere leden. Was die wil niet aanwezig, dan hoorde daar de vraag bij waarom niet. Dat geeft het Bestuur bijvoorbeeld een inzicht in eventuele vragen om bijvoorbeeld meer activiteiten te ontplooien voor beginners. De helft van de respondenten wil graag andere leden een handje helpen. In de komende maanden probeert het Bestuur hier handen en voeten aan te geven.

Het Smouse Kerkhoff te Geffen 1693‐1908 Auteur: Jakob Becker
Volgens de Bossche kroniek van St Geertrui kwamen in het jaar in het jaar 1164 ‘een menigte Joden naar ’s‐Hertogenbosch’. Zij namen deel aan de stichting van deze stad en vestigden er de oudste joodse gemeente in de Noordelijke Nederlanden. Echter, op de op de vooravond van de derde kruistocht, omstreeks 1188 werden deze joden, 183 mannen en vrouwen, op het Galgeveld, gelegen aan de Vughter Heide, verbrand. Hun kinderen werden dwangmatig gedoopt. ‘Tijdens de kruistochten geschíedden dergelijke onverkwikkelijke gebeurtenissen in alle landen van Europa, waar zg. kruispredikers verschenen en de volksmassa op wekten, met het zwaard in de hand deel te nemen aan de verovering van het Heilige Land. Het getuigt van weinig humanitair gevoel, dat de monniken, die destijds de kronieken schreven, er aan toevoegden dat de joden werden vermoord ‘amore Dei’, uit liefde voor God. De werkelijke motieven waren echter roofzucht en het feit dat joden natuurlijk niet deelnamen aan de vele kruistochten, die zo’n 5 à 6 miljoen slachtoffers vergden. Voor zover bekend, was eind 17de eeuw ‘Het Smouse Kerkhoff’ te Geffen de enige joodse begraafplaats in Noord‐Brabant. Oorspronkelijk had de Heerlijkheid Geffen de grond van deze Eeuwige Rust stede blijkbaar aan één joodse familie beschikbaar gesteld, maar ten gevolge van de komst van steeds meer joden naar Staats‐Brabant kreeg deze dodenakker alras de functie van streekkerkhof. De oudste, nog aanwezige, zerk op deze begraafplaats dateert uit 1760. Mogelijk zijn enige oudere grafstenen in de loop der eeuwen in de rulle grond verzonken.