Home Blog Pagina 110

Archief communistisch verzet Tweede Wereldoorlog gedigitaliseerd

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden Nederlandse communisten een belangrijke rol in het verzet tegen de bezetter. Een groot aantal archiefbronnen van de Communistische Partij van Nederland (CPN) met informatie over dit oorlogsverzet is recent gedigitaliseerd en online beschikbaar gesteld.

Het archief, dat onderdeel uitmaakt van de collectie van het IISG, bevat onder meer stukken over de Februaristaking, de Spoorwegstaking van 1944 en gevangenschap in de kampen Schoorl, Amersfoort en St. Michielsgestel. De digitalisatie is verzorgd vanuit het project Netwerk Oorlogsbronnen:

Dit archief van de Communistische Partij van Nederland (CPN) van 1940-1945 is met financiering van Metamorfoze gedigitaliseerd en vanaf nu online beschikbaar. Door deze ontsluiting is het verhaal van het communistisch verzet in de Tweede Wereldoorlog voor iedereen toegankelijk. Het IISG werkte voor dit project samen met het Netwerk Oorlogsbronnen.

De vele egodocumenten uit het archief geven een gevarieerd beeld van de alledaagse praktijk van het verzet (onderduik, overvallen, illegale pers) in Amsterdam en daarbuiten. De strijders doen verslag van hun verzet en de acties die werden ondernomen. Daarnaast bevat het archief bijzondere stukken over de Februaristaking, de Spoorwegstaking van ’44 en gevangenschap in de kampen Schoorl, Amersfoort en St. Michielsgestel en een groot aantal particuliere dossiers van CPN- verzetsstrijders. Na de bevrijding ontstond in de CPN het idee om, naast de Erelijst van Gevallenen van het Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie, een Gedenkboek te maken, met daarin de namen, foto’s en gegevens over arrestatie en vervolging van de omgekomen communistische verzetsstrijders. In De Waarheid (dagblad uitgegeven door de CPN) werd een oproep gedaan om namen en materiaal hiervoor op te sturen. Het Gedenkboek is nooit gepubliceerd, maar de brieven, ingevulde formulieren met hun gegevens en foto’s werden zorgvuldig bewaard, en later opgeborgen in het CPN-archief dat werd ondergebracht bij het IISG.

https://search.iisg.amsterdam/Record/ARCH00347/ArchiveContentList

Genen hebben invloed op het covid-19 risico.

Terwijl COVID-19 zijn noodlottige mars over de hele wereld voortzet, hebben onderzoekers patronen gezien van kenmerken die verband houden met de slechte gevallen van de ziekte. Verhoogde leeftijd, diabetes, obesitas, hart-en vaatziekten zijn in beeld gekomen als risicofactoren. Nu zijn er ook enkele genen in beeld gekomen die mogelijk het krijgen van ernstige afwijkingen door covid 19 verklaren. Onderzoekers hebben de ernst en gevoeligheid voor een aantal genen in verband gebracht met de reactie van het immuunsysteem. Ze hebben ook verbanden gevonden tussen risico’s en de bloedgroep van een persoon- A, B, AB of 0 systeem.
Een ander probleem is dat de zoekopdrachten naar genen “meestal gebaseerd zijn op datasets van bevoordeelden” die grotendeels zijn afgeleid van mensen van Europese afkomst. Het weglaten van andere populaties kan mensen met grote risico’s volledig missen, waardoor belangrijke hiaten ontstaan. Een van de belangrijkste peer-reviewed genetische studies tot nu toe, gepubliceerd op 17 juni in de New England Journal of Medicine, is inderdaad gebaseerd op twee Europese populaties.

In een studie van 1.610 gehospitaliseerde patiënten in Italië en Spanje werd naar DNA-veranderingen gespeurd die vaak voorkwamen bij mensen die COVID-19 ademhalingsproblemen ontwikkelden. Deze kleine DNA-veranderingen, die slechts subtiele effecten kunnen hebben op hoe een gen functioneert, zijn varianten van de meer typische versie van de genetische sequentie. De onderzoekers vonden dat veel patiënten met een ernstige ziekte varianten hadden in een complex van genen op chromosoom 3. Sommige van deze genen coderen eiwitten genaamd chemokines die interageren met moleculen van het immuunsysteem. Chemokines dienen als chemische lokkers om immuuncellen naar weefsels te lokken die worden aangevallen, waardoor ze geïnfecteerde cellen kunnen vernietigen. Maar met het coronavirus, lijken zij vaak in overdrive te gaan en triggeren dan aanvallen die de longen vernietigen.

De wetenschappers vonden een belangrijke variant die ongeveer 1,5 keer vaker voorkomt bij mensen die aan de beademing moesten dan bij degenen die mildere interventies nodig hadden, zoals wat extra zuurstof. Ernstig getroffen patiënten met twee kopieën van deze variant waren iets jonger dan die met een of geen exemplaar. Dit suggereert dat een dubbele dosis enkele van de beschermende voordelen van de jongere leeftijd overtroefde.

De auteurs van de studie zeggen dat deze kleine DNA verandering gekoppeld is aan een verminderde activiteit van een gen dat chemokines helpt regelen. De wijziging wordt ook geassocieerd met verhoogde activiteit van een ander gen, een dat een eiwit codeert dat ageert met de moleculaire poortwachter voor de penetratie van SARS-CoV-2 in longcellen. Deze poortwachter, genaamd ACE2, is ook actief in vele andere weefsels.

De onderzoekers in de New England Journal of Medicine studie vonden ook een verbinding met een reeks op een ander chromosoom dat de bloedgroep bepaalt. Dit stuk DNA zit op chromosoom 9. Patiënten met het gen voor type A hadden 1,5 keer de kans op ademhalingsfalen, vergeleken met degenen die andere bloedgroepen hadden. Mensen met type O hadden een lagere kans op een dergelijke mislukking. Studies door andere groepen die werden gepubliceerd in preprint papers voor peer review verbonden bloedgroep A ook met een hoger risico voor het krijgen van COVID-19 en rapporteerde een lager risico voor type O.

Van deze genetische bevindingen lijkt de reeks op chromosoom 3 de sterkste associatie te hebben met de ernst van de ziekte, maar het kan dat sommige factoren die niets te maken hebben met COVID-19 deze resultaten kunnen verklaren. Bloedgroepen zijn eerder gekoppeld aan gevoeligheden aan verschillende ziekten, zoals malaria en alvleesklierkanker, dus het is niet een onredelijke mogelijkheid.

Alle genetische effecten op zichzelf zijn waarschijnlijk klein, wat betekent dat ze vermoedelijk niet nuttig zullen zijn voor screening tests. Wat de genetische bevindingen kunnen opleveren is dat zij de biologische tracés die betrokken zijn bij ziektegevoeligheid verduidelijken, en de ontwikkeling van geneesmiddelen initiëren die zich op onderzoek van die tracés richten

https://bit.ly/30D75fn.

De politieke begraafplaats

Veel nieuwe zaken in de Europese genealogie komen uit de VS, waar de ontwikkelingen 5 jaar voorlopen op die in Nederland. Dit is een type website dat ik in Nederland nog niet ken. Ik denk dat zoiets niet veel kansen in Nederland heeft, maar je weet maar nooit. Vandaar dit korte bericht over een site het politieke kerkhof.

The Political Graveyard is de meest uitgebreide bron van de Amerikaanse politieke biografieën, op Internet”. Het Politieke Kerkhof heeft momenteel verslagen van 302.477 politici, rechters, en diplomaten getranscribeerd. De website omvat beschrijving van vele federale ambtenaren, staatsbureauhouders en kandidaten in alle 50 staten, staats en nationale politieke partijambtenaren, federale en staatsrechters, en burgemeesters met inbegrip van kandidaten bij verkiezing voor burgemeester.

Deze website is veel meer dan een lijst van begraafplaatsen. Het heeft uitgebreide lijsten van politieke figuren, velen van hen met minibiografieën of anders links naar meer gedetailleerde informatie over de genoemde personen. Dergelijke informatie omvat meestal staten en plaatsen van geboorte en soms omvat de namen van de ouders van de politicus. Natuurlijk, met het woord Graveyard in de naam van de site aangegeven, waar de begraafplaats van de meeste van deze personen is te vinden.

Het politieke kerkhof wordt gecreëerd en onderhouden door één persoon: Lawrence Kestenbaum, van Ann Arbor, Michigan. Hij moet hier tienduizenden uren aan hebben besteed, zodat anderen daar van de informatie kunnen profiteren.

Het politieke kerkhof is gratis en open voor iedereen op http://politicalgraveyard.com .

BHIC zet weekblad ‘De Aankondiger’ uit Vught online

Het BHIC heeft ‘De Aankondiger’, het wekelijkse nieuws- en advertentieblad voor Vught en omliggende dorpen in de periode van 1921-1939, gedigitaliseerd. Deze weekkrant is nu woord voor woord via internet beschikbaar en doorzoekbaar via www.bhic.nl/kranten. Voor lokaal geïnteresseerden en onderzoekers een bron bij uitstek om grote en kleine gebeurtenissen uit het verleden te achterhalen.

In dit nieuwsblad voor Vughtenaren vind je veel lokale mededelingen zoals geboorten, overlijden, benoemingen en bekendmakingen van gemeente, notarissen, parochies en vervoersdiensten. Daarnaast zijn er uiteraard nog de advertenties van bedrijven, kleine zelfstandigen, personeel en contactadvertenties. Zeer waardevol zijn ook de notulen en verslagen van allerlei lokale clubs en verenigingen die in deze kranten werden gepubliceerd. Ook informatie van en over het waterschap “De Vughtsche Akkers” zoals de waterstanden vind je hier terug.

Verder is het interessant om te zien wat het weekblad schrijft over (inter)nationale gebeurtenissen, rampen en voorvallen tussen pakweg 1921 en 1939. Hoe wordt de verloving van prinses Juliana met Bernhard zur Lippe-Biesterfeld aangekondigd in 1936 en wat schrijft het blad over hun huwelijk in 1937? Hoe ontwikkelt Vught zich tijdens het Interbellum?

Zo vinden we in ‘De Aankondiger’ van 23 december 1922 een kort voetbalberichtje: “Zaterdag vertrekt het eerste elftal naar Duitsland om aldaar een tweetal wedstrijden te spelen o.a. te Keulen. We wenschen hen een voorspoedige reis en veel success.” Op zich toch wat opmerkelijk, deze reis naar Duitsland in een periode van internationale sportieve boycot na de Eerste Wereldoorlog. (foto: zie boven)

Ga hier naar ‘De Aankondiger’ (1921-1929)https://www.avulo.nl/bhic-zet-weekkrant-de-aankondiger-uit-vught-en-omgeving-online

Belgische akten

Bob Coret heeft op zijn website Open Archieven bijna 10 miljoen persoonsvermeldingen toegevoegd via akten uit de Burgerlijke Stand in België. Het betreft geboorte- huwelijks- en overlijdensakten.

De akten zijn afkomstig uit de Rijksarchieven van Brussel, Bergen, Gent en Hasselt.
De scans van deze archieven kunnen ingezien worden via Familysearch, dat deze scans geïndexeerd heeft en deze informatie deelt met Open Archieven.

Een groot voordeel van Open Archieven is dat met één klik de verbinding met de scan in familysearch gemaakt wordt.

Wat is ritueel slachten en waarom doet men dit.

Sommige bevolkingsgroepen hechten zeer aan het rituele slachten. Sterker nog, zij verlenen daaraan voor een deel hun identiteit. De joodse Kasjroet-voor­schriften (geschiktheid voor consumptie) zijn bijvoorbeeld een belangrijk kenmerk van de Joodse identiteit, met een eeuwenlange traditie. De achtergrond van deze religieuze traditie is dat deze vorm van slachten hygiënischer is, zeker in tropische woestijngebieden. Bedenk dat men in de woestijn geen ijskast heeft en niet goed geslacht vlees snel bederft. Daarom zijn extra hygiënische voorzorgsmaatregelen niet overbodig.

Deze oude traditie kan echter in conflict komen met de huidige visie over dierenwelzijn. De laatste tijd is er weer veel discussie over het rituele slachten. Voor- en tegenstanders gebruiken allerlei argumenten. Kernpunt is dat velen niet weten wat ritueel slachten is en waar dit gebruik vandaan komt.

Verre oorsprong

Ritueel slachten is een gebruik van bijna alle tijden en bij de meeste culturen. Ritueel slachten is niet alleen een gebruik bij moslims en joden, maar komt ook voor bij sommige Hindoe-volken, bij Sikhs en bij sommige afrikanen zoals de Zoeloes. Ritueel slachten berust op geloof, eeuwenoude gewoonte, maar ook op gezondheidsvoordelen. Vandaar dat veel volken zich zo hardnekkig aan dit gebruik vastklampen. Door mijn werk in de tropen, heb ik respect gekregen voor deze oude gebruiken en beoordeel ze toch wat anders als hier gangbaar wordt.

In de oudheid waren ritueel slachten en dierenoffers hetzelfde. Oude Egyptische slachtrituelen worden vaak afgebeeld in graven en tempels. Voor de antieke Grieken was de consumptie van vlees dat niet ritueel was geslacht ondenkbaar, zodat het Griekse dierenoffer niet alleen een eerbetoon aan de goden was, maar ook een culturele grens vormde, waardoor “Helleense” en “barbaren” werden gescheiden.

Joodse traditie

Door de Bijbel zijn wij beter bekend met de joodse slacht rituelen. De praktijk van het slachten van dieren voor voedsel is hetzelfde als werd gebruikt voor tempeloffers. Sinds de vernietiging van de Joodse tempel in Jeruzalem zijn offers nu verboden. De Thora (Bijbel) legt uit dat dieren die niet zijn geofferd toch volgens dezelfde gewoonte moeten worden geslacht wil het vlees koosjer zijn. Koosjer slachten is daarbij geen religieuze ceremonie meer. Wel mag niet worden afgeweken van de oude slachtpraktijk zoals in de thorax wordt aanbevolen.

Voor de slacht is het belangrijk dat men het dier nauwkeurig inspecteert. Zelfs kleine afwijkingen van de norm maken het dier onrein. De joodse vorm van slachten noemt men sjechita. Bij het slachten gebruikt men een zeer scherp mes, dat geen inkepingen mag bevatten en dat voor gebruikt vaak extra wordt bekeken en geslepen. Bij het slachten wordt dit vlijmscherpe mes over de keel van het dier getrokken in één enkele snede. Daarbij wordt de luchtpijp, de slokdarm en de slagaders naar de hersenen doorgesneden. Daardoor verlies het beest binnen enkele seconden het bewustzijn, terwijl de hartfunctie in overdrive komt waardoor het bloed met kracht uit het lichaam via de open vaten zeer effectief wordt weggepompt en afvloeit. In korte tijd is het dier dan bloedvrij en kan de natuurlijke biologische conservering beginnen. Bloed remt deze natuurlijke conservering. Dit slachten wordt door een goed getrainde religieuze slachter (shochet) uitgevoerd. Na de slacht is opnieuw een inspectie verplicht en het dier wordt afgekeurd voor Joodse consumptie als bepaalde onvolkomenheden bij de slacht en het slachtdier zelf worden ontdekt.

Moslim traditie

Veel van deze geboden die in de Thora (joodse Bijbel) zijn omschreven werden in de Koran opgenomen. Bij moslims is het slachtgebruik van de dieren niet anders dan bij de Joden. De term voor slachten volgens de Islam regels noemt men Dhabiha). Ook hier wordt bij slachten met een vlijmscherp mes de hals doorgesneden. Karakteristiek van het Islamitische slachten is dat de dieren niet aan een stress mogen worden blootgesteld omdat dit niet goed is voor de natuurlijke conservering. Ieder dier moet daarom apart worden geslacht, zonder dat er andere dieren bijstaan en ook wordt het mes zolang mogelijk verborgen gehouden voor het slachten. Bij het slachten wordt bovendien gebeden en de naam van Allah moet worden genoemd tijdens het slachten voor elk halal dier afzonderlijk. Men zegt daarbij ‘bismillah en Allahu akbar’ (In de naam van God en Hij staat boven alles). Op deze manier heeft een moslim het dier geslacht met de toestemming van God, hetgeen het slachtdier halal (toegestaan) maakt voor consumptie. Tijdens de slacht moet het hoofd van het dier in de richting van Mekka worden gericht.

Conflict in de huidige samenleving

In een Europese samenleving met weinig gevoel voor geloof en tradities, roept deze vorm van slachten in de huidige tijd, met koelkasten alom weerstand op. Men vreest dat ritueel slachten onnodig pijn veroorzaakt bij de dieren. Dit past niet bij onze huidige visie over dierenwelzijn. Vandaar dat in veel landen het op een of andere manier bedwelmen van slachtdieren voorschrift is. Rituele slachters denken dat deze andere vormen van slachten bij de dieren stress veroorzaakt en dat deze slachtdieren niet natuurlijk door de bedwelmingsmiddelen sterven. Momenteel staan voor- en tegen standers van ritueel slachten fel tegenover elkaar.
Ik wil hier geen keuze opdringen maar de mensen met meer kennis van zaken een eigen oordeel laten vormen. In veel landen met niet-Europese tradities en andere leefomstandigheden kan de keuze anders zijn dan in Europa gangbaar wordt.

Digitalisering Arolsen Archieven

Een deel (meer dan 13 miljoen) van de Arolsen archieven kwamen  in mei 2019 online beschikbaar voor het publiek. Geholpen door de pandemie bood crowdsourcing de mogelijkheid deze gegevens nu te digitaliseren. Door de quarantaine maatregelen kregen veel mensen tijd om aan deze klus mee te werken. Vóór de pandemie had men alleen externe bedrijven, kunstmatige intelligentie en eigen personeel om deze taak uit te voeren.

De Arolsenarchieven zijn enorme archieven gevestigd in een complex van zes gebouwen gevuld van vloer tot plafond met 30 miljoen originele documenten met betrekking tot het lot van 17,5 miljoen slachtoffers van de nazi-vervolging. Het gebouwencomplex was decennialang ( tot 2007) verboden terrein voor het publiek en het onderzoek naar informatie bleef al te lang onbeantwoord. Het meest kritische, de meeste van de documenten, werden niet gedigitaliseerd. De duizelingwekkende hoeveelheid materiaal werd verzameld door de geallieerde troepen toen ze Europa bevrijden en omvat concentratiekamp documenten, vervoer en deportatie lijsten, Gestapo arrestatie en gevangenis records, en gedwongen werk en slavenarbeid documentatie. Er zijn ook miljoenen ontheemden ‘ID-kaarten en bestanden, evenals naoorlogse hervestiging en emigratie records.  Ook inbegrepen zijn begraafplaats records voor overleden dwangarbeiders en gevangenen, en getuigenissen van concentratiekamp overlevenden opgenomen door de bevrijdende krachten. Zo’n 2,5 miljoen bestanden bevatten alleen al correspondentie van na de Tweede Wereldoorlog van mensen die vragen hadden over het lot en de verblijfplaats van hun dierbaren.

Een grote groep vrijwilligers helpt nu bij het indexeren van de gedigitaliseerde documenten. Er zijn momenteel zo’n 7.000 geregistreerde vrijwilligers. Er is echt geprofiteerd van de specifieke kennis van deze vrijwilligers. Bijvoorbeeld: sommige hebben de vaardigheid om het oude Duitse handschrift te lezen, of een gedetailleerde vertrouwdheid met de geschiedenis van Dachau. Deze mensen hebben een groot aantal kanttekeningen geplaatst, en ze hebben ook metadata toegevoegd die het opstellen van ‘lifelines’ mogelijk maakten. Deze digitale gegevens bieden dus nu meer, dan alleen maar namen en geboortedata.

Uit de Times of Israel

40e Internationale Conferentie over Joodse Genealogie

40e Internationale Conferentie over Joodse Genealogie zal dit keer,  een virtuele conferentie zijn die wordt gehouden van 10-13 augustus 2020.

“Gezien COVID-19, zijn we niet in staat om onze gebruikelijke persoonlijke conferentie te houden, maar zijn enthousiast over de mogelijkheden om ons brede scala aan presentaties en vergaderingen op een virtueel platform te blijven aanbieden aan ons diverse publiek wereldwijd, van first-timers tot conferentieveteranen,”

Brainstorming en Connectiviteit staan centraal in vier dagen live, gestreamde sessies over brede onderwerpen gepresenteerd als plenaire sessies, panels en webinars. Er zullen vergaderzalen worden voorzien voor Special Interest Groups (SIGs) en Birds-of-a-Feather (BOFS) om ons wereldwijde publiek te helpen verzamelen. Het vooraf opgenomen videoarchief dat tot 60 dagen na de virtuele conferentie beschikbaar is voor conferentieregistranten, biedt een nog breder scala aan gespecialiseerde presentaties buiten de geplande, live sessies.

De sprekerslijst:  Kitty Munson Cooper (blog.kittycooper.com); Janine Cloud (FamilyTreeDNA.com); Crista Cowan (Ancestry.com); W. Todd Knowles (Family Search); Daniel Horowitz (MyHeritage); Schelly Talalay Dardashti (My Heritage & Tracing the Tribe) en Randy Schönberg (Geni.com & Jewish Genealogy Portal).

De conferentie wordt georganiseerd door IAJGS, een overkoepelende organisatie van meer dan 90 Joodse genealogische organisaties wereldwijd. Het IAJGS coördineert en organiseert activiteiten zoals de jaarlijkse Internationale Conferentie over Joodse Genealogie en geeft een uniforme stem als woordvoerder namens haar leden. Ken Bravo van Zuid-Euclides, Ohio, is IAJGS president.

Zie:  www.iajgs.

Delpher: diverse aanvullingen

In Delpher zijn ruim 47.360 nieuwe tijdschriften beschikbaar.
Waaronder Weekblad voor Israëlieten, Het V.A.R.A. Kinderblad, Franciscaansch levenHuwelijk en huisgezin, Jeugd bladenoorlogs- en pre-oorlogstijdschriften.
Joodse tijdschriften
158 nieuwe titels van joodse tijdschriften.
Periode: 1847-1966.
 
Radio- en TV-tijdschriften
Uit de collectie van Beeld en Geluid en vijf andere mediaverenigingen zijn er 15 titels gedigitaliseerd.
Periode: 1923-1958.

Gracieuse
De Gracieuse manifesteerde zich vanaf 1862 tot 1936 als een aantrekkelijk mode- en handwerktijdschrift, dat zich richtte op een groeiend publiek van modebewuste dames.

50 nieuwe tijdschrifttitels op Delpher

Goed nieuws! Er zijn weer 50 nieuwe tijdschrifttitels van het KDC online gekomen via het project Metamorfoze van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Hieronder het muziektijdschrift Sint Gregorius, de annalen van de Heilig-Land-stichting én de jaarboeken van het R.K. onderwijs in Indonesië, Suriname en Curaçao.
Een rijke schat aan informatie voor een groot scala aan onderzoeken dus.

Surf nu naar www.delpher.nl om de tijdschriften te raadplegen!

Genetische genealogie gebruikt voor meer dan 150 cold cases

Genetische genealogie gebruikt om Golden State Killer Case te vinden Opende de Deur voor meer dan 150 cold cases.

De Golden State killer zaak betreft de arrestatie van een 73 jarige man die vanaf 1976 een reeks moorden en verkrachtingen had begaan. Tot voor kort wist hij de hand van justitie te ontwijken, totdat ze zijn DNA-profiel, afkomstig van sporen bij zijn slachtoffers bij GEDMATCH aanboden voor een verwantschap onderzoek. Hier werd een verre verwante persoon gevonden. Met forensische genealogisch speurwerk kon toen de misdadiger geïdentificeerd worden.

Het was duidelijk dat na dit succes deze methodiek ook zou worden toegepast bij andere “koude zaken”. Daarmee konden een verdere 150 ernstige moordzaken mee worden opgelost.


Toch was niet ieder blij met deze zaak omdat gebruikers van  GEDmatch hun privacy vreesden en verzet tegen de gevolgde procedure aanspanden. Om problemen  te ontwijken ging de politie samenwerken met een private onderneming Parabon die al eerder de politie hulp bood met andere opsporingstechnieken, (zoals gezichtsherkenning). Veel van eerder genoemde DNA zaken werden opgelost met de hulp van dit bedrijf – Parabon NanoLabs  dat in principe dezelfde werkwijze volgde dan eerder de politie had gedaan. In samenwerking met de Amerikaanse wetshandhaving heeft Parabon DNA-bewijsmateriaal van plaats delict geüpload naar GEDmatch in een poging daders te identificeren.

Parabon bood genetische diensten aan de politie en genealogie diensten aan mensen op zoek naar familieleden. Het combineren van de twee en het gebruik van DNA ingediend voor genealogie om criminelen te vinden leidde tot ethische problemen. GEDmatch heeft sindsdien haar beleid veranderd, waardoor mensen zich moeten aanmelden om hun DNA te delen. Als gevolg daarvan daalde het totale aantal monsters van meer dan een miljoen voor DeAngelo tot ongeveer 260.000 vandaag.  In december 2019 werd aangekondigd dat GEDmatch werd verkocht aan het forensische, winstgevende DNA-analysebedrijf Verogen, dat er naar streeft de database veiliger te maken voor zijn klanten, waaronder het bestrijden van huiszoekingsbevelen.

Hoe de diverse vormen van samenwerkingen nu verder gaan lopen is nog niet duidelijk. Parabon heeft momenteel ongeveer 300 DNA-onderzoeken geopend en bijna 100 gevallen heeft opgelost, hoewel in enkele van die gevallen nog geen arrestaties zijn verricht. In mei 2020 werd gemeld dat Parabon bij bijna 500 gevallen met 109 verdachte positieve identificaties betrokken was geweest.

Ik wijs u er tenslotte met nadruk op dat  MyHeritage, 23 & Me en Ancestry  hebben verklaard dat  zij toegang tot rechtshandhaving niet toestaan.