Home Blog Pagina 99

KONING LODEWIJK VAN HOLLAND

Onlangs stootte ik bij toeval op een krantenbericht dat mijn verwondering wekte. Leden van de stichting Napoleon wilden in Voorthuizen (gemeente Barneveld) een beeltenis van Lodewijk Napoleon plaatsen. Het bericht luidde: De gemeenteraad van Barneveld hoeft volgende week niet te beslissen over een gemeentelijke bijdrage van 35.000 euro voor een standbeeld van Lodewijk Napoleon Bonaparte in Voorthuizen. Na protesten in het dorp trekt de stichting Napoleon in Voorthuizen (NiVo) haar subsidieaanvraag daarvoor in. Veel kans van slagen zou het verzoek naar alle waarschijnlijkheid ook niet hebben gehad. Het beeld zou een prominente plaats moeten krijgen in Voorthuizen. In Lodewijks opdracht is de Hoofdstraat in Voorthuizen destijds verhard. Die verbondenheid met Frankrijk is in Voorthuizen vandaag de dag ook nog terug te zien in de Franse lelie in het straatwerk op het Bunckmanplein en het hekwerk langs de Hoofdstraat. Ook komt de Franse lelie terug in de dorpsvlag van Voorthuizen. De stichting wilde met het beeld de toeristische, recreatieve functie en de lokale economie van Voorthuizen verder versterken.

Het beoogde standbeeld in Voorthuizen stuitte op weerstand bij een groep bewoners. Een actiegroep verzamelde in twee weken tijd ruim 950 handtekeningen tegen dit plan en wezen het beeld van Lodewijk Napoleon af. Hij was immers onderdeel van een bezettende macht, door Napoleon aangesteld om te regeren als marionet. Een Franse generaal dreigde in 1804, voordat Lodewijk aantrad, zelfs Voorthuizen plat te branden omdat het dorp zich verzette tegen de inkwartiering van huzaren.

 Ik vroeg me af hoe een gebeurtenis van 200 jaar geleden nog zo veel stof kon doen opwaaien en voorts of alle actievoerders wel goed georiënteerd waren omtrent de laatste ontwikkelingen rond het koningschap van Lodewijk, onze eerste Koning. Er zijn veel onderzoekers die menen dat de betekenis van deze koning Lodewijk is onderschat en dat onder invloed van de organisten zijn statuur onderuit werd gehaald. Reden voor een krantenonderzoek via Delpher om de mening van Nederlandse tijdgenoten over Lodewijk uit die periode te kunnen peilen.


De persoon Lodewijk

Lodewijk Napoleon Bonaparte (Ajaccio, 2 september 1778 – Livorno, 25 juli 1846) was de jongste broer van keizer Napoleon die ons vele jaren heeft onderdrukt. Lodewijk was door een ziekte of misvorming verlamd geraakt. Om te schrijven moest hij de veer met een touwtje aan de vinger vastbinden. De koning probeerde Nederlands te leren, en voerde het Nederlands als hoftaal in. Maar hij had zoals veel Fransen problemen met de klemtoon bij het uitspreken van Koning. Vandaar dat hij spottend het konijn van Holland werd genoemd.

Juridisch leverde deze benoeming geen problemen op. De zoon van de erfprins had immers afstand gedaan van rechten in Holland in ruil voor het vorstendom Fulda. Omdat het bestuur van het Bataafse gemenebest niet aan de wensen van Keizer Napoleon tegemoet kwam besloot de keizer om zijn jongste broer in 1806 tot koning te benoemen. In tegenstelling tot de wens van zijn broer voerde Lodewijk een pro-Hollandse politiek. Lodewijk hield van Holland, en hij trachtte de ernstige repressieve maatregelen van zijn broer te verzachten. Napoleon maakte zich boos omdat Lodewijk weigerde de dienstplicht in te voeren. De keizer eiste telkens meer soldaten, maar op een bevolking van twee miljoen mensen was het een onmogelijke opgave om 40.000 soldaten te leveren.

Wetgeving tijdens het bewind van Lodewijk

Lodewijk had enigermate de talenten van zijn familie geërfd. In tegenstelling tot wat later over hem werd geschreven was hij intelligent en een goed organisator. Tijdens zijn korte koningschap presteerde hij veel goede dingen. Voor genealogen is zijn bewind uitzonderlijk belangrijk geweest. Zo voerde hij een Burgerlijk Wetboek en Lijfstraffelijk Wetboek in. Hij was ook erg actief op nationaal-cultureel terrein. Aan hem danken we het Koninklijk Instituut, de voorloper van de huidige Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), ook zette hij het Koninklijk Museum op, het latere Rijksmuseum. En tenslotte ook nog de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Hij voerde tenslotte een voor iedereen toegankelijk onderwijs in. Ook liet hij onderzoeken of de landbouw verbeterd kon worden. Hij wilde de gezondheidszorg structureren en hij stichte een Koninklijke apotheek. Zij die het niet konden betalen moesten de medicijnen gratis krijgen. Hij propageerde borstvoeding.

Grote sociale betrokkenheid

Lodewijk toonde ook een grote sociale betrokkenheid met de bevolking. Hij werd daarom ook als Lodewijk de goede betiteld en Vader der ongelukkigen. Napoleon betoonde zich zeer betrokken bij de Nederlandse bevolking. Hij toonde zich zeer betrokken bij enkele grote rampen. Toen op 12 januari 1807 in Leiden een kruitschip ontplofte zorgde Lodewijk Napoleon voor voedsel en hij richtte een nationaal hulpfonds op. In 1809 was er een overstroming in de Betuwe, twee dagen trok hij persoonlijk door de Betuwe om mensen te helpen, iedereen moed in te spreken en te zorgen voor een goede hulpverlening.

Koning Lodewijk sloot zich niet op in zijn Haagse paleis, maar ging regelmatig op tournee. Op zijn rondreizen deed hij de uithoeken van het koninkrijk aan, waar stadhouder Willem V zich zelden of nooit had vertoond. De tournee was niet slechts een slimme daad om sympathie te verwerven, want Lodewijk was daadwerkelijk gegrepen door de problemen die hij in deze afgelegen gebieden tegenkwam en pakte deze voortvarend aan. Omdat Brabant tijdens de generaliteitsperiode verarmd was bezocht hij enkele malen deze provincie. Gedurende een reis, die kris kras door Brabant werd gemaakt, bezocht de koning ook het door ziekte ernstig getroffen Aarle. Lodewijk Napoleon heeft zich ingezet om de opvang en de nazorg van de getroffen slachtoffers te regelen. Ter herinnering aan de inzet van Lodewijk Napoleon werd een borstbeeld van de koning pal voor het voormalige hervormde kerkje in Aarle geplaatst. Dit is het enige monument in Nederland dat nog aan koning Lodewijk Napoleon herinnert. Bij de Brabantse reis werden tal van gehuchten, dorpen en steden bezocht. Het welkom aan de koning was overal hartelijk en hij deelde royaal geschenken uit. Lodewijk Napoleon maakte deze reis van 13 april tot en met 17 mei 1809.

Einde koningschap

Ondanks de regelmatig gevoelde onvrede over de Franse overheersing, kweekte Lodewijk met zijn voorbeeldige en relatief bescheiden houding gaandeweg steeds meer het respect bij zijn Nederlandse onderdanen. Dat wil niet zeggen dat iedereen blij was met deze ‘Hollandse fase’ van de nieuwe koning. Leden van zijn hofhouding vonden dat Nederlandse gedoe maar wat ongemakkelijk, en moesten hem uiteindelijk schriftelijk verzoeken om te stoppen met verhuizen binnen Nederland, omdat de koning maar niet kon besluiten of hij Amsterdam, Den Haag of Utrecht als zijn hoofdstad wilde kiezen. Ze konden zijn gereis simpelweg niet meer bijhouden. Zijn geliefde verblijfplaats werd het huis welgelegen in Haarlem dat nu provinciehuis is.

Omdat Lodewijk niet de zin van zijn broer deed werd hij in 1810 van zijn functie ontheven. Nederland werd een franse provincie met veel repressie . Na zijn abdicatie sleet Lodewijk zijn laatste 36 jaar op zijn kasteel te st Lieu en vanaf 1826 in Livorno. Hij noemde zich graaf van st Lieu. Hij schreef graag maar was geen talentvol schrijver. Hij schreef onder andere een roman en een uitvoerige beschrijving in drie boekdelen over zijn bestuursperiode. Vandaar dat we goed op de hoogte zijn van deze bestuursperiode. Hij had veel Nederlandse vrienden gemaakt die hem in st Lieu en Livorno geregeld bezochten.

Jaren na Koningschap

Nadat Napoleons troepen in 1813 uit ons land verdreven waren, werd Nederland wederom een koninkrijk. Ditmaal onder iemand uit het geslacht van de Oranjes: koning Willem I. Hij was de zoon van stadhouder Willem V, die in 1795 naar Engeland was gevlucht. In concreto vond Willem I een gespreid bedje. Veel van de goede wetgeving werd door hem overgenomen, maar niet alles. Zo liep van 1815 de burgerlijke stand nogal rommelig totdat in 1823 de inschrijvingen verplicht werden. Ook de sociale activiteiten kregen minder aandacht.

Ook na zijn afscheid kreeg onze ex-koning nog geregeld aandacht in de pers. Vooral zijn driedelige uitgave over de geschiedenis van zijn bestuur kreeg loffelijke aandacht. Een criticus-recensent merkt hierover op: “Voor het overige, draagt dit werk blijken van eene groote onpartijdigheid; de zedigheid van den Schrijver wanneer hij over zich zelf schrijft, en de bescheidenheid welke hij in acht neemt, wanneer hij van anderen spreekt. In een woord, dit werk kan niet nalaten van niet met de hoogste belangstelling gelezen te worden, inzonderheid door de Nederlanders, welke het zoo onmiddellijk betreft, en die daarin veel merkwaardigs zullen vinden voor de geschiedenis van ons land.”

Lodewijk keerde nog twee keer terug in Nederland. In 1820 kreeg Lodewijk toestemming van koning Willem I om Nederland te bezoeken. Hij wilde wat persoonlijke zaken regelen. Zo voerde hij een proces om zijn huis in Haarlem terug te krijgen. Paviljoen Welgelegen was na het vertrek van de Fransen als vijandelijk vermogen door de Nederlandse staat geconfisqueerd. De Haarlemse rechtbank wees het verzoek af. Wilhelmina van Pruisen, moeder van koning Willem I, kon sinds haar intrek op 10 januari 1814 op Welgelegen blijven bewonen als zij in Nederland verbleef. De laatste keer was in 1840 toen hij toestemming van Willem II kreeg. Ofschoon hij incognito was en in een bescheiden logement verbleef werd hij, tóch door de gewone mensen herkend. Velen zouden hem staande op het balkon van zijn hotel Leve Lodewijk de Goede” toe geroepen hebben. Het feit dat de Nederlanders hem toejuichten ontroerde hem zeer, al was het de vraag of de sympathisanten in de eerste plaats vóór Lodewijk of tégen het Huis van Oranje waren. Het is duidelijk dat men besefte dat hij zich tijdens zijn Hollandse jaren geweldig had uitgesloofd om werkelijk zoiets als een vader des vaderlands te worden, en dat hij na zijn kortstondige regering een aardig poosje in het nationale geheugen is blijven hangen als een brave borst.

Dat hij Holland niet vergat blijkt uit zijn testament. De goederen, die hij in Holland bezat, schonk hij aan het gemeentebestuur van Amsterdam, om er jaarlijks de renten van te doen strekken tot het lenigen van door overstromingen veroorzaakte rampen. Die goederen hadden een totale waarde van een miljoen franc.

Samengevat

Het beeld dat we van het bestuur van Lodewijk is ondanks zijn relatie met de keizer, gunstiger dan een lange periode werd aangenomen. De laatste jaren krijgt zijn regeerperiode en zijn persoon steeds meer aandacht. Net als de overige leden van de familie Bonaparte had hij in laatste instantie niet veel bij zijn machtige broer in te brengen, maar net als voor de anderen was het voor hem een sport de machtige broer zo lang mogelijk te dwarsbomen. Lodewijk was wat dat betreft een passabele burgemeester in oorlogstijd. Weegt men alles tegen elkaar dan steekt zijn bestuurlijke periode niet ongunstig af bij die van zijn 3 opvolgers Oranje, te weten Willem I, Willem II en Willem III. Of dit een standbeeld rechtvaardigt is meer een politieke dan een geschiedkundige zaak. Men doet hem echter te kort als men hem als een brute onderdrukker of nietsnut afschildert en hem daarom een standbeeld ontzegd.

Aanvullingen in Delpher

Delpher
Ruim 64.000 nieuwe kranten zijn vanaf vandaag beschikbaar in Delpher. De kranten zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de eerste helft van de 20e eeuw. Onder andere De Nederlander, De nieuwe courant en Nieuwsblad van het Zuiden.




Eindhoven: Nieuwe registers burgerlijke stand online
Aangevuld: de volgende registers van de burgerlijke stand digitaal beschikbaar en doorzoekbaar op naam:
Bladel  Huwelijken, 1933-1940
Budel   Geboorten, 1913 Aanvulling
Budel   Overlijden, 1961-1965
Gestel  Geboorten, 1914-1917
Helmond  Overlijden, 1968
Hoogeloon  Huwelijken, 1936-1940
Leende  Huwelijken, 1931-1940
Luyksgestel  Huwelijken, 1930-1940
Reusel  Geboorten, 1901-1910
Reusel  Huwelijken, 1931-1940
Reusel  Huwelijken, 1921-1930

Stichtse Heraut , jaargang 32 nummer 4

Stichtse Heraut , jaargang 32 nummer 4, november 2020

VAN DE REDACTIE
VAN DE VOORZITTER
AFDELINGSNIEUWS
Agenda Afdelingsvergadering 11 november 2020
Vertrek Emmy Mitenburg
LEZINGEN
Toelichting lezing Zouaven, 9 dec. a.s. door Kees Rasch
Samenvatting lezing Waterloo op 9 september 2020
TIJDSCHRIFTENNIEUWS
Wilt U de Stichtse Heraut digitaal ontvangen?.
DIVERSEN
Aanvulling: Zalen uit Zegveld
Optocht te paard
Cholera in Utrecht
Genealogie in coronatijd
GENEALOGISCHE VRAGEN
Vraag van Leo van Vlodorp
Vraag van Joop Gentenaar
PALEOGRAFIE
Transcriptie Stichtse Heraut nr. 3 – augustus 2020
Nieuwe opgave
INHOUDSOPGAVE

Onderzoek naar bejegening Joodse huiseigenaren na oorlog

Leeuwarden gaat onderzoeken hoe de gemeente zich heeft gedragen tegenover Joodse huiseigenaren in en na de Tweede Wereldoorlog. De uitkomst moet duidelijk maken of er onrechtmatige transacties gemaakt zijn na de oorlog.

De Friese hoofdstad is een van de twintig gemeenten die onderzoek gaan doen. Dat blijkt uit een rondgang van De Monitor en Pointer(KRO-NCRV) langs gemeenten die voorkomen in de vastgoedadministratie van de Duitse bezetter. Historisch Centrum Leeuwarden is een vooronderzoek in de archieven begonnen. De uitkomst kan aanleiding zijn voor uitgebreider onderzoek.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Joods vastgoed onteigend en doorverkocht. De gemeenten gaan onderzoeken of belastingen zijn geheven, terwijl de Joodse eigenaren geen toegang hadden tot hun woningen, en hoe ze zijn omgegaan met onteigende panden die ze zelf aankochten.

In Leeuwarden gaat het om 130 tot140 panden die tijdens de oorlogsjaren in bezit waren van Joodse families en ‘onder beheer gesteld’ werden, ofwel in beslag genomen door de Duitse bezetter en mogelijk verkocht zijn. De gemeente wil weten hoe dit na de oorlog is afgewikkeld en wat de rol van de gemeente hierin is geweest. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat de gemeente Leeuwarden nauw betrokken is geweest bij de onteigeningen.

In principe moesten Joden na de oorlog schadeloos gesteld worden. Het onderzoek, dat vermoedelijk enkele maanden duurt, moet uitwijzen of dit is gebeurd. Zijn de panden teruggegaan aar de rechtmatige eigenaar of is er een schadevergoeding betaald?’’

Over hoe gemeenten gehandeld hebben rond geroofd Joods vastgoed is nog weinig bekend. In Leeuwarden, in het gebied rond de Breedstraat en Bij de Put huisde de grootste Joodse gemeenschap van Friesland. Van de 665 Joden in de stad waren er na de oorlog nog 114 over. Een deel van hen emigreerde. In 1951 waren nog 100 Leeuwarders lid van de Joodse Gemeente.

Geneanet – hoe werkt dat?

Geneanet is een online platform om gratis uw stamboom te publiceren, informatie te delen en samen te werken. Deze eerste Europese genealogische website is in 1996 in Frankrijk opgericht. Tegenwoordig werken in Parijs, waar ook de servers staan, zo’n 30 mensen aan Geneanet. De 3 miljoen leden met hun 800.000 stambomen en 6 miljard namen van voorouders zijn over de hele wereld verspreid, waarvan voor meer dan 70% in Frankrijk.

Omdat in het onderstaande veel over schermen en tabbladen geschreven is, is het voor de leesbaarheid makkelijk als u de website https://nl.geneanet.org/ opent.

Hoe maakt u een account aan?
1. Surf naar https://nl.geneanet.org/;
2. Aanmelden en gegevens invoeren. Tab “Stamboom” => “Grafische omgeving”, welkomsttekst, mogelijk foto toevoegen;
3. Eventueel geeft u zich op voor de nieuwsbrief;
4. Ook kunt u nu of later naar wens informatie van partnersites zoals FamilySearch invoeren;
5. Dat geldt ook voor het importeren van een GEDCOM-bestand van uw stamboom of -bomen via de tabbladen “Stamboom” => ”GEDCOM importeren / exporteren”.

Wat kan met Geneanet?
• U kunt meer beheerders van één bestand aanwijzen.
• In het scherm “Stamboom” => “Instellingen” => “Privacy” is de gewenste privacy in te stellen van personen jonger dan 100 jaar. U kunt kiezen uit:
1. Tijdgenoten half privé, alleen voor- en achternamen en verbintenissen worden getoond. Via het tabblad “Verborgen personen” zijn personen uit deze categorie ook volledig te verbergen;
2. Tijdgenoten privé, niets wordt getoond;
3. Alles openbaar.

• De bron van de stamboom is Sosa 1. Als u dat niet zelf wilt zijn, wijst u een (voor)ouder m/v daarvoor aan. Dat is dan de voor anderen zichtbare ‘startpersoon’ van de stamboom. Op dezelfde wijze kunt u uzelf onzichtbaar maken als eigenaar van de stamboom. Achter het tabblad “Stamboom” => “Uw stamboom” => “Boom” bevindt zich misschien wel het belangrijkste scherm!
• Neem eens, als u op een persoon in de stamboom ‘staat’ (dus met de muis hebt aangeklikt), een kijkje onder het tabje rechts bovenaan: “Bewerken” => “Persoon bewerken”. Er verschijnt dan een lijst met alle evenementen van die persoon. Daarin kunt u ook evenementen toevoegen met per gebeurtenis een bron. Als een gebeurtenis nog gecontroleerd moet worden, geeft u als bron bijvoorbeeld “Nog uit te zoeken” aan. Dat vergemakkelijkt later te onderscheiden wat u nog moet controleren of documenteren.

• Om kinderen te ontkoppelen gebruikt u het profiel van de geselecteerde persoon in de tab “Bewerken” => “Partnerschap bewerken”. Onderaan het profiel staan de geboekte kinderen die u kunt losmaken. Het ontkoppelde kind blijft wel in de database staan. U kunt daarna het kind onder de goede ouders hangen: na intoetsen van geboortedatum en naam van het kind, verschijnt de melding dat dit kind al bestaat, waarna u het aan de ouders kan koppelen.
• Overigens kunt u in het profiel van de geselecteerde persoon geheel onderaan links de link met de partner verwijderen.
• Enkele, ‘losse’, personen zijn in te brengen als kind of als partner in de tab ¨Bewerken¨.
• Geneanet accepteert de inbreng van genderneutrale huwelijken.
• Dubbel of meer ingebrachte personen zijn onder de tab “Bewerken” samen te voegen tot één persoon.
 • Mediabestanden zijn in “Boom” => “Bewerken” aan de database toe te voegen. Bij invoeren van meer media kunt u de ‘hoofdfoto’ aangeven. In een plaatje van meer personen kunt u een kadertje om iemand maken om de gegevens van die persoon te noteren. Omgekeerd beweegt u met de muis over een persoon die dan wordt omkaderd met de ingevoerde gegevens.
• Ook interessant is de mogelijkheid “Relatie toevoegen” onderaan de lijst, bijvoorbeeld voor “adoptief” of“erkennende”.

Uw profiel
In alle schermen staat bovenaan de groene balk met aan de rechterkant uw profiel met uw gebruikersnaam.

• In het scherm “Uw stamboom” vindt u een zoekmogelijkheid naar personen in uw database door het aangeven van een naam of Sosa-nummer en/of een voornaam. Als u met de muis over dit kleine schermpje beweegt, ziet u een klein menu.
• Nieuw is de optie “Lijst van alle personen van de stamboom” waarmee het profiel van een persoon verschijnt door op zijn of haar te naam in die lijst klikken.
• Ook handig is “Geavanceerde zoekopdracht” met daarin verschillende zoekmogelijkheden.
• Behalve in uw eigen stamboom kunt u in die van anderen zoeken. Met in “Zoek” => “Database doorzoeken” op te geven parameters wordt in alle bestanden van andere gebruikers gratis gezocht naar overeenkomsten. Met het Premium abonnement gebeurt dit automatisch. De lijst met zoekresultaten beperkt u door in de linker kolom uzelf als lid van Geneanet uit te sluiten om de resultaten uit uw eigen stamboom weg te filteren

In de lijst die verschijnt, betekent een balletje linksonder het stamboompje links van de naam dat de gevonden persoon een directe voorouder van de bronpersoon van die stamboom is. Klikt u op een gevonden naam, dan ziet u linksboven het getoonde profiel de naam van het account waarin u staat. Met de Tab “Boom” verschijnt de stamboom van dat account.

Vrijwilligers taggen erfgoed voor artificial intelligence

Het Nationaal Archief, Stadsarchief Amsterdam, en Noord-Hollands Archief werken mee aan het project Tag de tekst. In dit artificial intelligence-project taggen (labelen) vrijwilligers bepaalde begrippen in duizenden teksten uit de 17e, 18e en 19e eeuw uit collecties van deze instellingen. Op die manier leert het systeem deze begrippen automatisch te herkennen. Hiermee wordt zoeken in archieven makkelijker.

Het gaat om notariële stukken uit Amsterdam, Haarlem en andere provincies, en archieven van de VOC. De vrijwilligers taggen de teksten op persoonsnamen, locaties en datums. De teksten zijn al gescand en getranscribeerd, oftewel omgezet in machine-leesbare tekst.

Door het AI-systeem met deze tags te ‘voeden’, wordt het steeds beter in het herkennen van persoonsnamen, locaties en tijdsaanduidingen. In vervolgprojecten kan het systeem verder getraind worden om ook andere begrippen te vinden in teksten, zoals scheepsnamen, beroepen of kunstvoorwerpen.

Voor het project zijn we nog steeds op zoek naar vrijwilligers. Iedereen is van harte welkom. Aanmelden kan op VeleHanden en Tag de tekst.

Waarom zijn Amerikanen geobsedeerd door genealogie?

Amerikanen zijn verwoede genealogen. Ik heb me vaak afgevraagd waarom; dit artikel biedt mogelijke een verklaring.

Genealogie was hobby die nog niet zo lang geleden werd geassocieerd met oude heren en stoffige archieven, maar die thans is uitgegroeid tot een cultureel fenomeen – gevoed door geavanceerde technologieën en gedreven door een niet aflatende fascinatie voor wie we eigenlijk zijn.

Genealogische abonnementsdiensten zijn big business, en 20 jaar van recreatieve DNA-testen voor afkomst, hebben 35 miljoen mensen een DNA-test laten maken om deze te matchen met genetische familieleden en te horen waar in de wereld hun genen vandaan komen. De meerderheid van deze testers zijn Amerikaans. Recent financieel nieuws onderstreept de stijgende waarde van zowel onderzoek naar familiegeschiedenis en de consument genomics. Een voorbeeld hiervan is de investeringsreus Blackstone Group die heeft aangekondigd dat het een meerderheidsbelang in Ancestry.com verworven heeft ter waarde van een flinke 4,7 miljard dollar.

Waarom zijn Amerikanen nu zo geïnteresseerd in het verleden? Hoe zijn de levens van onze overledenen onze nationale obsessie geworden?
Historicus François Weil heeft geschreven dat in de vroege dagen van de nieuwe Amerikaanse republiek, genealogie werd gekoppeld aan de Britse aristocratie. Een obsessie om een hoge sociale rang te claimen. Het stamboom onderzoek werd soms ook gezien als een middenklasse streven, om over je roots te kunnen op te scheppen. Op andere momenten is genealogische onderzoek gebruikt om mensen te verdelen in een hiërarchie op basis van ras en klasse. Koloniale families gebruikten afstammingsonderzoek om hogere sociale rang en de daarbij passende status te claimen en af te dwingen.

Maar in de tweede helft van de 20e eeuw, begon de hobby een deel van dat racisme en afstamming af te werpen. Het onderzoek van familiegeschiedenis werd de manier van veel Amerikanen om zichzelf en hun voorouders beter te begrijpen. Met de opkomst van de personal computer, het internet, genealogische abonnementsdiensten en DNA-testen – en met shows als “Who Do You Think You Are?” en “Finding Your Roots”  werd genealogisch onderzoek populair. We zijn nu uitgegroeid tot een natie van archeologen en speurders van het verleden om onszelf beter te begrijpen.

Maar wat voedt de wens van Amerikanen om achteruit te kijken. Precies 400 jaar nadat het Britse schip Mayflower landde in het hedendaagse Massachusetts, beginnen veel Amerikanen aan hun onderzoek niet om verband te leggen met verheven of historische voorouders maar meer uit nieuwsgierigheid naar hun roots. Ze hadden een gevoel van ontworteling. Tijd en assimilatie hebben hen ontdaan van hun familieverbanden, van de vroegere gewoonten, taal en voedsel. Zij wisten niet waar hun voorouders vandaan kwamen. Afro-Amerikanen hebben daarbij vaak een schaarste aan archivalia over hun tot slaaf gemaakte voorouders.

We onderzoeken omdat genealogie ons een manier geeft om abstracte geschiedenis reëel te maken. We willen weten of het verleden een boodschap voor ons heeft. We onderzoeken ook om vast te stellen of er een precedent voor onze neigingen en talenten bestaat, een verklaring voor de neus of dat kastanjebruin haar dat we hebben, of het verhaal achter idiosyncrasieën van een familie. We zoeken naar patronen en uitleg. We hopen dat het verleden het heden kan verduidelijken. Soms vinden we een andere waarheid dan we dachten en dat de waarheid over de geschiedenis van een familie botst met hun familieverhalen. Soms, blijkt bij een DNA-test, dat men een pleegkind is, of dat men niet van Siciliaanse afkomst is, maar Afrikaans ten zuiden van de Sahara. Dan begint men aan een andere reis naar het verleden om uiteindelijk je ware roots en identiteit te ontdekken.

Libby Copeland’s website
Bron: why-are-americans-obsessed-genealogy

Waterschapsarchief naar Historisch Centrum Limburg

Het archief van het Waterschap Limburg is overgebracht naar het HCL in Maastricht. Per 29 oktober is dat archief officieel verhuisd en kan het worden ingezien.

In 2018 hebben WL en HCL gesprekken gevoerd. Dat resulteerde in een overeenkomst om enkele specifieke werkzaamheden uit te voeren en een proces van samenwerking op te starten.

In dat jaar onderzocht het HCL onder andere de materiële staat van deze archieven. Ook werd er een verkenningsonderzoek voor een e-depot – een digitaal archief – gedaan. Dit proces resulteerde in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) tussen WL en HCL.

De inventarissen van dit archief zijn zowel in de studiezaal als via archieven.nl raadpleegbaar zijn. Op een paar archiefstukken na is het hele waterschapsarchief openbaar. Daarnaast is een gedeelte van het waterschapsarchief al gedigitaliseerd. Die gedigitaliseerde stukken komen in de loop van volgend jaar beschikbaar.

In het waterschapsarchief zijn een aantal interessante bronnen terug te vinden. De geschiedenis van waterschappen in Limburg loopt namelijk enkele eeuwen terug.

Binnen het HCL vormt het waterschapsarchief een goede aanvulling op archieven die reeds bij het HCL liggen. Ook op deze archieven vormt het waterschapsarchief een interessante aanvulling.

aanvullend
De website van het waterschap wordt dagelijks gearchiveerd: https://waterschaplimburg.archiefweb.eu/

Bent u op zoek naar informatie die op de websites van Waterschap Peel en Maasvallei of Waterschap Roer en Overmaas hebben gestaan, dan kunt u deze hier raadplegen:
Peel en Maasvallei: https://peelenmaasvallei.archiefweb.eu/
Overmaas: https://overmaas.archiefweb.eu/

Geen etniciteit Update voor V2, V3 of V4 Chip Klanten

Meer verliezen bij 23andMe – Inclusief geen etniciteit Update voor V2, V3 of V4 Chip Klanten

“Wie heeft getest bij 23andMe en tussen 2007 en 2017 tot de miljoenen klanten behoorde die in dat decennium hebben getest, testte op de V1-V4-chip.

Helaas heeft 23andMe de beslissing genomen om geen etniciteitsupdates meer te leveren voor klanten die niet hebben getest op de huidige V5-chip.

Overstappen naar de V5-chip is geen upgrade – het is een compleet nieuwe test die klanten opnieuw moeten kopen en nieuw DNA materiaal moeten-indienen. Dit betekent dat als uw familielid een test heeft gekocht van iemand die is overleden, dan heb je gewoon pech. Jammer – zo triest.

Vorige week publiceerde 23andMe dit artikel waarin hun nieuwe etniciteitsverbeteringen worden beschreven. Iedereen was enthousiast, maar toen eindigde het artikel met deze spoiler helemaal onderaan.”

https://dna-explained.com/2020/10/26/more-losses-at-23andme-including-no-ethnicity-update-for-v2-v3-or-v4-chip-customers/

Blad 11 EN 30 van de afdeling Friesland

INHOUDSOPGAVE 11 en 30 nummer

AFDELINGSPROGRAMMA
AANVULLINGEN OP DE LEDENLIJST
IN MEMORIAM MR. BERNHARD VAN HAERSMA BUMA (1932-2020)
IN MEMORIAM ANDRIES KOORNSTRA (1959-2020)
DE EXCURSIE NAAR HET FRIES LANDBOUWMUSEUM
INTERVIEW MET REDACTIELID TINEKE SLOF
EPIDEMIEËN DOOR DE JAREN HEEN
FEDDE SCHURER
WIE IS NU WERKELIJK DE EERSTE NAAMDRAGER VAN MIJN FAMILIENAAM?
EEN STERKE VROUW?
BIJ DE VOOR- EN ACHTERPAGINA

INTERVIEW MET REDACTIELID TINEKE SLOF door Hannie Faassen te Stiens

De trouwe en oplettende lezer zal het zijn opgevallen dat deze 11 en 30 het honderdste nummer is. Aan alle nummers heeft Tineke Slof meegewerkt. Dat was een reden voor het bestuur om een aanvraag te doen bij het landelijk bestuur van de NGV om haar een zilveren speld toe te kennen. Tot ieders vreugde stemde het hoofdbestuur hiermee in. Op zaterdag 19 september werden de redactieleden gevraagd naar Tresoar te komen voor de redactievergadering voor het honderdste nummer. Wat Tineke niet wist was, dat dhr. Buzepol naar Leeuwarden was afgereisd om haar de speld te overhandigen. Ook een aantal voormalige redactieleden en huidige en oudbestuursleden waren naar Tresoar gekomen, want Tineke is van 1992 tot 2005 bestuurslid geweest van onze afdeling. Tijdens een gezellig samenzijn in de Gysbert Japicxzaal werd Tineke in het zonnetje gezet. Dank, heel veel dank. We hopen nog lang van je activiteiten te genieten.

Wie is Tineke Slof? Ik ben in 1962 geboren in Leeuwarden en daar altijd blijven wonen, zelfs tijdens mijn rechtenstudie in Groningen. Ik ben zo’n Leeuwarder die niet al te lang zonder de Oldehove kan. Ooit woonde ik in de binnenstad op 700 meter afstand van de scheve toren en nu aan de rand van de stad op 2,5 km. Na een lange vakantie is een 109 rondje binnenstad langs de Oldehove, de Grote Kerkstraat en de winkelstraten langs de grachten het eerste dat ik doe. Ik werk al meer dan 25 jaar fulltime als jurist bij een waterschap. Mijn werk bevalt nog altijd prima dankzij fijne collega’s en doordat het waterbeheer in Nederland op hoog niveau staat maar ontwikkelingen als de klimaatverandering vele nieuwe uitdagingen opleveren. Mijn pake, die lange tijd secretaris en penningmeester van het waterschapje De Joussenpolder is geweest, zou het prachtig hebben gevonden dat ik bij een waterschap ben gaan werken. Tineke Slof neemt de zilveren speld in ontvangst. Foto Annette van der Linden-Boonstra Waarom ben je aan genealogie begonnen? Ik was als klein kind al geïnteresseerd in welke onbekende voorouders er zijn geweest voor mijn pake, beppe, opa en oma. De broche van beppe met een haarwerkje van een oerpake en de kartonnen portretfotootjes uit een ver verleden vond ik fascinerend.

Als kind vroeg ik me ook af waarom er zo’n hechte band was met de ene kant van de familie en waarom ik die klik niet voelde met de andere helft van de familie. Na mijn rechtenstudie duurde het even tot ik een baan kon vinden. In die tijd ben ik begonnen met het bezoeken van archieven. Maar ik moest wel even een hobbel over geholpen worden door een oudoom en een kennis die al archiefervaring hadden. Na een Teleac-cursus genealogie en een open dag van het gemeentearchief Leeuwarden durfde ik met een lijstje namen van overgrootouders de stap naar het Ryksargyf te wagen. Vervolgens is het flink uit de hand gelopen en is genealogie mijn leven behoorlijk gaan beheersen.

Waar zoek je vooral naar tijdens je stamboomonderzoek? Voor mij zijn de vrouwen in de stamboom minstens zo belangrijk als de mannen. Vanaf het begin ben ik dus bezig met mijn kwartierstaat, waarbij ik van alle voorouders ook hun gezin compleet probeer te krijgen. Alle informatie over die voorouders en hun kinderen vind ik interessant: waar ze woonden, beroepen, of het brave burgers waren of juist niet. Tussendoor doe ik ook andere genealogische onderzoekjes om bijvoorbeeld artikelen te kunnen schrijven voor Gens Nostra of voor 11 en 30. Toen we met NGV-leden onderzoek voor het Fries Museum hebben gedaan naar de maaksters van Friese merklappen, heb ik me daar twee jaar op gericht en heb ik niets aan mijn kwartierstaat gedaan. Aangezien een kwartierstaat nooit af komt, wil ik af en toe de zinnen even verzetten met een ander onderzoek.

Heb je nog tijd voor andere hobby’s? Zaten er maar meer uren in een dag want ik heb veel meer hobby’s dan dat ik tijd heb. Ik reis graag en heb minstens één lange vakantie per jaar. Dan maak ik vaak wandeltrektochten en ter voorbereiding daarvan loop ik in Nederland in de weekenden geregeld etappes van langeafstandspaden. Tijdens het wandelen kan ik vaak veel historie meepakken. Zo heb ik talloze kastelen, kerken, steencirkels, slagvelden en dergelijke bezocht in Groot-Brittannië en doe ik de laatste jaren archiefonderzoek in Suffolk. Verder van huis heb ik gespeurd naar petrogliefen langs de kust van Alaska, me in Canadese musea verdiept in de geschiedenis van de ‘First Nations’ en met een Maori in Nieuw-Zeeland staan filosoferen dat we voor hetzelfde geld in het Nederlands hadden kunnen kletsen als Abel Tasman wat langer in zijn land was gebleven. In Nederland kan ik meer mijn persoonlijke geschiedenis beleven door het bezoeken van plekken waar voorouders hebben gewoond, zijn gedoopt, getrouwd of begraven. Kerkhoven zijn altijd mijn favoriete plek om in rustpauzes te lunchen of koffie te drinken. Zo vreedzaam en al die namen op de grafstenen. Heerlijk voor een genealoog! Verder ben ik een natuurliefhebber, tuinier ik graag en ben ik geïnteresseerd in tuinarchitectuur. Voor mij dus geen strandvakanties maar trips in gebieden met mooie natuur, met bijzondere tuinen en met een vleugje cultuur. Mijn creatieve hobby’s, zoals kleding maken en handwerken, schieten er door mijn drukke baan bij in. Tijdens mijn vakanties fotografeer ik echter veel en houd ik dagboeken bij van de langeafstandspaden die ik loop. Ik verzamel zilver van mijn voorouders die zilversmid waren en zilveren geboortelepels vanwege de genealogische informatie die ze bevatten. Om dat zilver te vinden, bezoek ik veel veilingen.

Waarom ben je vrijwilligerswerk voor de NGV gaan doen? Als ik het me goed herinner, werd ik al bij de eerste NGV-lezing die ik bezocht door de voorzitter gevraagd of ik wat voelde voor een bestuursfunctie. Dat was wel even schrikken want ik voelde me als betrekkelijk jonkie niet direct thuis tussen al die oudere mensen in het zaaltje boven boekhandel De Tille. Toch heb ik me al snel laten strikken om het een tijdje aan te kijken in het bestuur. Ik kom uit een familie waar iedereen zich inzet voor vrijwilligerswerk en bestuursfuncties, dus het is met de paplepel ingegoten dat dat er gewoon bij hoort naast je werk en hobby’s. Vrijwilligerswerk doe je echter niet alleen voor een ander maar ook voor jezelf. Je leert er vaak nieuwe vaardigheden door, je hebt er zelf voldoening van als je wat voor anderen kunt betekenen, je leert nieuwe mensen kennen en beleeft je hobby op een andere manier. Verenigingen kunnen alleen blijven bestaan als er leden zijn die hun steentje bijdragen in de te verrichten werkzaamheden. Mijn proefperiode in het bestuur heeft uiteindelijk geleid tot een jarenlange bestuursfunctie en inmiddels tot 25 jaar deelname aan de redactie van 11 en 30.

Wat was je mooiste genealogische vondst? Ik voel me erg thuis in Engeland, Wales en Schotland. Het toppunt van genealogisch geluk was dan ook dat ik na dik twintig jaren onderzoek de herkomstplaats van een Engelse voorouder achterhaalde, die vanuit Nayland in Suffolk naar Amsterdam emigreerde. En wat zou je nog graag willen vinden? De mogelijkheden om DNA-onderzoek in de genealogie te gebruiken zijn erg interessant. Er is bijvoorbeeld een nu levende nakomeling gevonden van het 5300 jaar oude gletsjerlijk Ötzi. Het zou toch fantastisch zijn dat je op basis van je DNA kunt aantonen dat je afstamt van een faraomummie uit Egypte of van een eeuwenoud veenlijk? Een voorouder vinden uit de tijd van voor de geschreven bronnen zou ik dus heel bijzonder vinden.

Ik heb dit verhaal hier integraal geplaatst om Tineke en het mooie blad 11 en 30  extra te eren