KONING LODEWIJK VAN HOLLAND

0
143

Onlangs stootte ik bij toeval op een krantenbericht dat mijn verwondering wekte. Leden van de stichting Napoleon wilden in Voorthuizen (gemeente Barneveld) een beeltenis van Lodewijk Napoleon plaatsen. Het bericht luidde: De gemeenteraad van Barneveld hoeft volgende week niet te beslissen over een gemeentelijke bijdrage van 35.000 euro voor een standbeeld van Lodewijk Napoleon Bonaparte in Voorthuizen. Na protesten in het dorp trekt de stichting Napoleon in Voorthuizen (NiVo) haar subsidieaanvraag daarvoor in. Veel kans van slagen zou het verzoek naar alle waarschijnlijkheid ook niet hebben gehad. Het beeld zou een prominente plaats moeten krijgen in Voorthuizen. In Lodewijks opdracht is de Hoofdstraat in Voorthuizen destijds verhard. Die verbondenheid met Frankrijk is in Voorthuizen vandaag de dag ook nog terug te zien in de Franse lelie in het straatwerk op het Bunckmanplein en het hekwerk langs de Hoofdstraat. Ook komt de Franse lelie terug in de dorpsvlag van Voorthuizen. De stichting wilde met het beeld de toeristische, recreatieve functie en de lokale economie van Voorthuizen verder versterken.

Het beoogde standbeeld in Voorthuizen stuitte op weerstand bij een groep bewoners. Een actiegroep verzamelde in twee weken tijd ruim 950 handtekeningen tegen dit plan en wezen het beeld van Lodewijk Napoleon af. Hij was immers onderdeel van een bezettende macht, door Napoleon aangesteld om te regeren als marionet. Een Franse generaal dreigde in 1804, voordat Lodewijk aantrad, zelfs Voorthuizen plat te branden omdat het dorp zich verzette tegen de inkwartiering van huzaren.

 Ik vroeg me af hoe een gebeurtenis van 200 jaar geleden nog zo veel stof kon doen opwaaien en voorts of alle actievoerders wel goed georiënteerd waren omtrent de laatste ontwikkelingen rond het koningschap van Lodewijk, onze eerste Koning. Er zijn veel onderzoekers die menen dat de betekenis van deze koning Lodewijk is onderschat en dat onder invloed van de organisten zijn statuur onderuit werd gehaald. Reden voor een krantenonderzoek via Delpher om de mening van Nederlandse tijdgenoten over Lodewijk uit die periode te kunnen peilen.


De persoon Lodewijk

Lodewijk Napoleon Bonaparte (Ajaccio, 2 september 1778 – Livorno, 25 juli 1846) was de jongste broer van keizer Napoleon die ons vele jaren heeft onderdrukt. Lodewijk was door een ziekte of misvorming verlamd geraakt. Om te schrijven moest hij de veer met een touwtje aan de vinger vastbinden. De koning probeerde Nederlands te leren, en voerde het Nederlands als hoftaal in. Maar hij had zoals veel Fransen problemen met de klemtoon bij het uitspreken van Koning. Vandaar dat hij spottend het konijn van Holland werd genoemd.

Juridisch leverde deze benoeming geen problemen op. De zoon van de erfprins had immers afstand gedaan van rechten in Holland in ruil voor het vorstendom Fulda. Omdat het bestuur van het Bataafse gemenebest niet aan de wensen van Keizer Napoleon tegemoet kwam besloot de keizer om zijn jongste broer in 1806 tot koning te benoemen. In tegenstelling tot de wens van zijn broer voerde Lodewijk een pro-Hollandse politiek. Lodewijk hield van Holland, en hij trachtte de ernstige repressieve maatregelen van zijn broer te verzachten. Napoleon maakte zich boos omdat Lodewijk weigerde de dienstplicht in te voeren. De keizer eiste telkens meer soldaten, maar op een bevolking van twee miljoen mensen was het een onmogelijke opgave om 40.000 soldaten te leveren.

Wetgeving tijdens het bewind van Lodewijk

Lodewijk had enigermate de talenten van zijn familie geërfd. In tegenstelling tot wat later over hem werd geschreven was hij intelligent en een goed organisator. Tijdens zijn korte koningschap presteerde hij veel goede dingen. Voor genealogen is zijn bewind uitzonderlijk belangrijk geweest. Zo voerde hij een Burgerlijk Wetboek en Lijfstraffelijk Wetboek in. Hij was ook erg actief op nationaal-cultureel terrein. Aan hem danken we het Koninklijk Instituut, de voorloper van de huidige Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), ook zette hij het Koninklijk Museum op, het latere Rijksmuseum. En tenslotte ook nog de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Hij voerde tenslotte een voor iedereen toegankelijk onderwijs in. Ook liet hij onderzoeken of de landbouw verbeterd kon worden. Hij wilde de gezondheidszorg structureren en hij stichte een Koninklijke apotheek. Zij die het niet konden betalen moesten de medicijnen gratis krijgen. Hij propageerde borstvoeding.

Grote sociale betrokkenheid

Lodewijk toonde ook een grote sociale betrokkenheid met de bevolking. Hij werd daarom ook als Lodewijk de goede betiteld en Vader der ongelukkigen. Napoleon betoonde zich zeer betrokken bij de Nederlandse bevolking. Hij toonde zich zeer betrokken bij enkele grote rampen. Toen op 12 januari 1807 in Leiden een kruitschip ontplofte zorgde Lodewijk Napoleon voor voedsel en hij richtte een nationaal hulpfonds op. In 1809 was er een overstroming in de Betuwe, twee dagen trok hij persoonlijk door de Betuwe om mensen te helpen, iedereen moed in te spreken en te zorgen voor een goede hulpverlening.

Koning Lodewijk sloot zich niet op in zijn Haagse paleis, maar ging regelmatig op tournee. Op zijn rondreizen deed hij de uithoeken van het koninkrijk aan, waar stadhouder Willem V zich zelden of nooit had vertoond. De tournee was niet slechts een slimme daad om sympathie te verwerven, want Lodewijk was daadwerkelijk gegrepen door de problemen die hij in deze afgelegen gebieden tegenkwam en pakte deze voortvarend aan. Omdat Brabant tijdens de generaliteitsperiode verarmd was bezocht hij enkele malen deze provincie. Gedurende een reis, die kris kras door Brabant werd gemaakt, bezocht de koning ook het door ziekte ernstig getroffen Aarle. Lodewijk Napoleon heeft zich ingezet om de opvang en de nazorg van de getroffen slachtoffers te regelen. Ter herinnering aan de inzet van Lodewijk Napoleon werd een borstbeeld van de koning pal voor het voormalige hervormde kerkje in Aarle geplaatst. Dit is het enige monument in Nederland dat nog aan koning Lodewijk Napoleon herinnert. Bij de Brabantse reis werden tal van gehuchten, dorpen en steden bezocht. Het welkom aan de koning was overal hartelijk en hij deelde royaal geschenken uit. Lodewijk Napoleon maakte deze reis van 13 april tot en met 17 mei 1809.

Einde koningschap

Ondanks de regelmatig gevoelde onvrede over de Franse overheersing, kweekte Lodewijk met zijn voorbeeldige en relatief bescheiden houding gaandeweg steeds meer het respect bij zijn Nederlandse onderdanen. Dat wil niet zeggen dat iedereen blij was met deze ‘Hollandse fase’ van de nieuwe koning. Leden van zijn hofhouding vonden dat Nederlandse gedoe maar wat ongemakkelijk, en moesten hem uiteindelijk schriftelijk verzoeken om te stoppen met verhuizen binnen Nederland, omdat de koning maar niet kon besluiten of hij Amsterdam, Den Haag of Utrecht als zijn hoofdstad wilde kiezen. Ze konden zijn gereis simpelweg niet meer bijhouden. Zijn geliefde verblijfplaats werd het huis welgelegen in Haarlem dat nu provinciehuis is.

Omdat Lodewijk niet de zin van zijn broer deed werd hij in 1810 van zijn functie ontheven. Nederland werd een franse provincie met veel repressie . Na zijn abdicatie sleet Lodewijk zijn laatste 36 jaar op zijn kasteel te st Lieu en vanaf 1826 in Livorno. Hij noemde zich graaf van st Lieu. Hij schreef graag maar was geen talentvol schrijver. Hij schreef onder andere een roman en een uitvoerige beschrijving in drie boekdelen over zijn bestuursperiode. Vandaar dat we goed op de hoogte zijn van deze bestuursperiode. Hij had veel Nederlandse vrienden gemaakt die hem in st Lieu en Livorno geregeld bezochten.

Jaren na Koningschap

Nadat Napoleons troepen in 1813 uit ons land verdreven waren, werd Nederland wederom een koninkrijk. Ditmaal onder iemand uit het geslacht van de Oranjes: koning Willem I. Hij was de zoon van stadhouder Willem V, die in 1795 naar Engeland was gevlucht. In concreto vond Willem I een gespreid bedje. Veel van de goede wetgeving werd door hem overgenomen, maar niet alles. Zo liep van 1815 de burgerlijke stand nogal rommelig totdat in 1823 de inschrijvingen verplicht werden. Ook de sociale activiteiten kregen minder aandacht.

Ook na zijn afscheid kreeg onze ex-koning nog geregeld aandacht in de pers. Vooral zijn driedelige uitgave over de geschiedenis van zijn bestuur kreeg loffelijke aandacht. Een criticus-recensent merkt hierover op: “Voor het overige, draagt dit werk blijken van eene groote onpartijdigheid; de zedigheid van den Schrijver wanneer hij over zich zelf schrijft, en de bescheidenheid welke hij in acht neemt, wanneer hij van anderen spreekt. In een woord, dit werk kan niet nalaten van niet met de hoogste belangstelling gelezen te worden, inzonderheid door de Nederlanders, welke het zoo onmiddellijk betreft, en die daarin veel merkwaardigs zullen vinden voor de geschiedenis van ons land.”

Lodewijk keerde nog twee keer terug in Nederland. In 1820 kreeg Lodewijk toestemming van koning Willem I om Nederland te bezoeken. Hij wilde wat persoonlijke zaken regelen. Zo voerde hij een proces om zijn huis in Haarlem terug te krijgen. Paviljoen Welgelegen was na het vertrek van de Fransen als vijandelijk vermogen door de Nederlandse staat geconfisqueerd. De Haarlemse rechtbank wees het verzoek af. Wilhelmina van Pruisen, moeder van koning Willem I, kon sinds haar intrek op 10 januari 1814 op Welgelegen blijven bewonen als zij in Nederland verbleef. De laatste keer was in 1840 toen hij toestemming van Willem II kreeg. Ofschoon hij incognito was en in een bescheiden logement verbleef werd hij, tóch door de gewone mensen herkend. Velen zouden hem staande op het balkon van zijn hotel Leve Lodewijk de Goede” toe geroepen hebben. Het feit dat de Nederlanders hem toejuichten ontroerde hem zeer, al was het de vraag of de sympathisanten in de eerste plaats vóór Lodewijk of tégen het Huis van Oranje waren. Het is duidelijk dat men besefte dat hij zich tijdens zijn Hollandse jaren geweldig had uitgesloofd om werkelijk zoiets als een vader des vaderlands te worden, en dat hij na zijn kortstondige regering een aardig poosje in het nationale geheugen is blijven hangen als een brave borst.

Dat hij Holland niet vergat blijkt uit zijn testament. De goederen, die hij in Holland bezat, schonk hij aan het gemeentebestuur van Amsterdam, om er jaarlijks de renten van te doen strekken tot het lenigen van door overstromingen veroorzaakte rampen. Die goederen hadden een totale waarde van een miljoen franc.

Samengevat

Het beeld dat we van het bestuur van Lodewijk is ondanks zijn relatie met de keizer, gunstiger dan een lange periode werd aangenomen. De laatste jaren krijgt zijn regeerperiode en zijn persoon steeds meer aandacht. Net als de overige leden van de familie Bonaparte had hij in laatste instantie niet veel bij zijn machtige broer in te brengen, maar net als voor de anderen was het voor hem een sport de machtige broer zo lang mogelijk te dwarsbomen. Lodewijk was wat dat betreft een passabele burgemeester in oorlogstijd. Weegt men alles tegen elkaar dan steekt zijn bestuurlijke periode niet ongunstig af bij die van zijn 3 opvolgers Oranje, te weten Willem I, Willem II en Willem III. Of dit een standbeeld rechtvaardigt is meer een politieke dan een geschiedkundige zaak. Men doet hem echter te kort als men hem als een brute onderdrukker of nietsnut afschildert en hem daarom een standbeeld ontzegd.