Home Blog Pagina 79

Dode-Zeerollen: Mysterieuze schrijver schreef acht verschillende rollen

Zo’n 2000 jaar geleden schreef een individuele schrijver minstens acht van de Dode-Zeerol-manuscripten, waarmee hij de meest productieve schrijver is die ooit is geïdentificeerd, heeft een groep geleerden ontdekt. De Dode-Zeerollen zijn een corpus van zo’n 25.000 fragmenten die in de jaren veertig en vijftig in grotten aan de oevers van de Dode Zee zijn opgegraven. De artefacten omvatten enkele van de oudste manuscripten van de Bijbel en andere religieuze teksten die niet werden geaccepteerd in de canon en niet-religieuze geschriften.

In de afgelopen jaren heeft een op kunstmatige intelligentie gebaseerd paleografisch project, uitgevoerd door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen in Nederland en ondersteund door de European Research Council, zich gericht op het beter begrijpen van de identiteit van de schriftgeleerden die de rollen hebben gekopieerd.
Het belangrijkste doel  van het onderzoek is om met gebruikmaking van kunstmatige intelligentie, een extractie-algoritme en statistische analyses om 51 manuscripten te testen die een bepaalde handschriftstijl delen.

De onderzoekers zijn niet in staat geweest om alle manuscripten die Yardeni bij elkaar heeft gegroepeerd te testen, omdat sommige van hen niet genoeg materiaal presenteerden om de technologie te laten onderzoeken.
De resultaten van de 51 geteste artefacten waren zeer significant: het systeem erkende dat acht van de beschouwde manuscripten door dezelfde persoon waren geschreven, waardoor hij de meest productieve schrijver ooit was, naast het bewijs dat hij in twee talen kon werken.
“Een van de aspecten van onze bevindingen is dat deze manuscripten erg divers zijn”. We vonden zeven Hebreeuwse manuscripten en één Aramees manuscript, zogenaamde sektarische manuscripten die verband houden met de gemeenschap in Qumran en niet-sektarische manuscripten, evenals enkele para-bijbelse teksten, waaronder de tekst die bekend staat als het testament van Naftali en sommige schrijvers over Rachel en Joseph. “

Onder de rollen die door deze individuele auteur zijn geschreven, bevindt zich ook de iconische Miqsat Ma’ase ha-Torah (MMT) -rol, door geleerden beschouwd als een fundamenteel document van de joodse sekte waarvan veel geleerden dachten dat deze in Qumran leefde.
Het feit dat dezelfde persoon teksten van verschillende aard heeft geschreven, zou een nieuw licht kunnen werpen op de identiteit van deze gemeenschap en hun relatie met de rest van het Joodse volk.

Groningse geleerden van “The Hands that Wrote the Bible” trainden hun algoritme om elementen zoals achtergrond en voorgrond te herkennen en de beweging van het schrift en de kalligrafie te meten .
Het systeem stelde hen daarom in staat vast te stellen of manuscripten die er erg op elkaar leken daadwerkelijk door dezelfde persoon of gewoon in dezelfde stijl waren geschreven.
“Het feit dat velen op een vergelijkbare manier schreven, kan ons mogelijk iets vertellen over de training die ze hebben gekregen,”

Afgezien van de acht manuscripten waarvan is vastgesteld dat ze door dezelfde schrijver zijn gekopieerd, is de rest geschreven door verschillende mensen, met één mogelijke uitzondering: twee fragmenten die door slechts één persoon kunnen zijn geschreven. Ze zijn ook erg divers en bevatten ook enkele bijbelse manuscripten.
Het onderzoek van Hayes is aan de gang. men bestudeert onder meer de spellingskenmerken van de teksten.

Uit de Jerusalem post

De beste “grote” genealogiewebsites van 2020

Van grote record- en digitale collecties tot stambomen met meerdere takken, dit zijn de beste “grote” genealogiewebsites van afgelopen jaar.

Ancestry

Dit abonnement behemoth is niet gratis ($149 halfjaarlijks, mondiale toegang) en omvat meer dan 32.000 collecties, met toevoegingen voor 2019 of begin 2020, waaronder Holocaust-records, conceptbestanden uit de Tweede Wereldoorlog en 10 miljoen Engelse parochierecords. Ook nieuw is de mogelijkheid om andere leden te zoeken op naam of gemeenschappelijke interesses. De mobiele Ancestry-app geven je de mogelijkheid waar ook deze site te gebruiken.

FamilySearch

Van stambomen tot meer dan 6 miljard doorzoekbare records (en miljarden meer om door te bladeren), deze gratis site is een essentieel startpunt en research-bladwijzer. Met de mobiele apps Family Tree en Memories kan men onderweg een onderzoek doen en data opnemen.

Findmypast

Vooral Britse eilanden voorouders, abonneren op deze site ($ 179 per jaar voor volledige toegang) is een must. (De site heeft ook een pay-as-you-go-kredietsysteem, als u die flexibiliteit verkiest.) Findmypast biedt ook Amerikaanse volkstellingen en andere records, Australische collecties, DNA-tests, verbeterde zoektocht naar kranten en een bijbehorende mobiele app.

Google

We benadrukken deze genealogische sites in deze lijst. We kunnen immers deze alomtegenwoordige zoekmachine niet weglaten, die ook boeken zoeken, vertalen, e-mail en nog veel meer in de aanbieding heeft.

Internet Archive

Een beetje zoals een Google die tijdreizen heeft, de “Wayback Machine” hier archiveert en doorzoekt u meer dan 401 miljard sites uit het verleden. De hoofdsite biedt ook een schat aan digitale documenten, waaronder familie- en lokale geschiedenissen, evenals bevindingen variërend van ouderwetse radio tot patenten.

MyHeritage

Bouw hier je stamboom, laat je DNA testen ($ 79) en gebruik SuperSearch om meer dan 10 miljard records te doorzoeken, waaronder Scandinavische en Franse collecties. Legt door een veelzijdige mobiele app de meeste sitefuncties in de palm van je hand. Volledige toegang tot records en onbeperkte boombouw kost $ 299 per jaar.

Onuitwisbare sporen van de Tweede Wereldoorlog in Mill en omgeving

BHIC zet fotocollectie Millse fotograaf Martien Hermsen online

Afgebrokkelde en zwartgeblakerde gebouwen, gekantelde wagons die van de spoorlijn zijn gevallen en ‘stillevens’ van graven in Mill waarop helmen van gesneuvelde Duitse militairen zijn  bevestigd. Wie door de fotocollectie van de Millse fotograaf Martien Hermsen (1911-1981) bladert, wordt onvermijdelijk herinnerd aan de gruwelen van de de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Mill. De erven van Martien Hermsen hebben deze collectie onlangs in bewaring gegeven aan het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). De foto’s staan nu online.

Martien Hermsen wordt in 1911 in Weeze (Duitsland) geboren, maar vestigt zich later na zijn huwelijk met Leentje Minten in de Julianastraat in Mill. Daar verdient hij de kost als schilder en fotograaf. Later verhuist het echtpaar naar een pand in de nabijgelegen Bernhardstraat en opent daar de fotowinkel ‘Mart Hermsen’. De laatste jaren, nog voordat Martien op 31 december 1966 wegens ziekte stopt, komt zoon Hans die ook fotograaf is met zijn geliefde Nettie in de zaak. Zij nemen in 1967 de fotohandel en -zaak van Martien over en vestigen zich in de Karstraat 4 in Mill. Daar runnen Hans en zijn vrouw ruim 40 jaar ‘Hermsen Fotografie Mill’. Hans Hermsen: “De collectie van mijn vader bestaat uit ongeveer 500 foto’s die hij tussen 1940 en 1960 heeft gemaakt in Mill, Grave en omgeving. Hij heeft tijdens de oorlogsjaren vaak onder zeer moeilijke omstandigheden gefotografeerd. Belangstellenden vinden in deze collectie veel historisch beeldmateriaal van onder meer de Slag van Mill.”

‘Moffenmeiden’
Zeer indringend en wrang zijn de foto’s die hij gemaakt heeft van vrouwen die net na de bevrijding publiekelijk werden kaal geschoren, omdat ze omgang hadden met Duitse mannen. Op een foto zie je hoe op het kaalgeschoren hoofd van een vrouw een wit kruis is geschilderd. Naast haar houden twee jongens een portret van Hitler vast. Of de foto waarop een Britse militair een Joodse jongen omarmt. Je kunt de emoties van zijn gezicht aflezen. Weer een andere foto toont hoe Duitse militairen krijgsgevangen worden gemaakt. Er zitten ook talrijke foto’s tussen van Britse militairen van de Prinses Irene Brigade. De foto van een straatnaambord van de Spoorstraat in Mill draagt duidelijk tekenen van de oorlog. Het is doorzeefd met kogelsgaten.  

Slag van Mill
Mill neemt in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog een aparte plaats in. Op 10 mei 1940 slaagde een Duitse pantsertrein vol militairen er in alle vroegte in om de spoorbrug bij Gennep te passeren. Bij Mill weet het Nederlandse leger de trein te laten ontsporen. In en om Mill wemelt het op dat moment van de Nederlandse soldaten, die maanden daarvoor de Peel-Raamstelling hebben betrokken. Deze verdedigingslinie die in 1939 werd aangelegd viel al op 10 mei 1940. Daarbij raakten Nederlandse militairen in een vuurgevecht met de Duitse invallers. Hans Hermsen: “Mijn vader heeft hier veel beelden van kunnen vastleggen, maar ook van Mill tijdens en na de militaire operatie Market Garden.” 

Reageer
De foto’s van Martien Hermsen verbinden op onnavolgbare wijze en zonder ruis het hedendaagse met het oorlogsverleden in Brabant. Lang niet alle fotobeschrijvingen zijn volledig. Weet je meer over een foto? Reageer dan gerust en help ons aan meer informatie.

Hier ga je naar de fotocollectie van de Millse fotograaf Martien Hermsen

’s Hertogenbosch, 3 mei 2021

Selectie foto’s met fotobijschriften:


1931-000159 2e-Wereldoorlog Duitse militairen zijn krijgsgevangen gemaakt; een Brit houdt een spuit vast. oktober 1944


1931-000177 2e-Wereldoorlog een Britse militair omarmt een Joodse jongen, Mill 1944, Collectie Hermsen Fotografie Mill | BHIC


1931-000174 2e-Wereldoorlog Britse militairen staan voor het pand van Fotohandel Mart Hermsen in de Bernhardstraat in Mill. In de deuropening staat zijn vrouw Leentje. Mill 09-1944, Collectie Hermsen Fotografie Mill | BHIC


1931-000178 2e-Wereldoorlog Britse militairen, een Joodse jongen en enige burgers, Mill  1944, Collectie Hermsen Fotografie Mill | BHIC

1,9 miljoen archiefstukken over slavernij en slavenhandel digitaal ontsloten

In totaal gaat het om meer dan 1,9 miljoen gerestaureerde en gedigitaliseerde archiefstukken uit archieven van onder meer de West-Indische Compagnie, de Middelburgse Commercie Compagnie en de Sociëteit van Suriname. De archieven bevatten documenten als scheepsjournalen, plantagelijsten en brieven. Veel van het materiaal is niet eerder onderzocht. Met de lancering van de themapagina wordt een wereld aan belangrijke bronnen over de Nederlandse slavernij- en plantagegeschiedenis digitaal ontsloten voor onderzoek.

De collectie bestaat onder meer uit de archieven van de West-Indische Compagnie, het slavenhandelaarsbedrijf Middelburgse Commercie Compagnie, de Sociëteit van Berbice, de Sociëteit van Suriname, en het archief van het bestuur van de Nederlandse Bezittingen op de Kust van Guinea. Zelfs het archief dat in Guyana was achtergebleven is tijdelijk naar Nederland gebracht om te worden geconserveerd en gedigitaliseerd. De archieven van de West-Indische Compagnie en de Middelburgse Commercie Compagnie zijn door Unesco toegevoegd aan het Memory of the World Register, en bevinden zich vandaag de dag in respectievelijk het Nationaal Archief en het Zeeuws Archief.

Het gedigitaliseerde archiefmateriaal omvat veel bijzondere bronnen, waaronder scheepsjournalen, ladingoverzichten, rekeningen, plantagelijsten en brieven afkomstig uit alle lagen van de samenleving, en eerder verloren gewaande archieven. Zo kwam tijdens dit programma een deel van het archief van Fort Elmina aan de Nederlandse Goudkust boven water. Dit archief maakt deel uit van de beroemde Prize Papers, die door de Engelsen werden gekaapt en in Londen terechtkwamen. Het archiefmateriaal is vaak nog nauwelijks gebruikt en geeft een goed beeld van de slavenhandel en het dagelijks leven in de verschillende koloniën.

Zie: Nationaal Archief

Digitale bestanden kunnen veel, veel langer meegaan dan papier of microfilm

Documenten die op papier worden afgedrukt, gaan 25 tot 100 jaar mee, soms meer, afhankelijk van het type papier dat wordt gebruikt, de inkt die wordt gebruikt, de binding, opslagomstandigheden enzovoort. Inkt vervaagt, toner vervaagt nog sneller en het spul dat echte inkt vervangt in inkjetprinters vervaagt het snelst van allemaal. Papier wordt donkerder. Hoewel archiefkwaliteitspapier een eeuw of langer meegaat, zal het veel meer voorkomende op zuur gebaseerde papier na ongeveer 10 jaar beginnen te verslechteren. Blootstelling aan licht, vochtigheid en variabele temperaturen versnelt verdere degradatie van de gedrukte woorden en afbeeldingen.

Alles wat men vandaag op papier zet, zal niet meer leesbaar zijn voor de achterkleinkinderen. Alles wat op microfilm wordt gepubliceerd, gaat 200 of 300 jaar mee, als het wordt bewaard in optimale klimaatgestuurde omstandigheden en als de microfilm nooit wordt gebruikt. (Microfilm is fragiel en krast gemakkelijk bij gebruik). Bij frequent gebruik zullen de krassen de microfilm
uiteindelijk onleesbaar maken. Het opslaan van papier of microfilm voor archiveringsdoeleinden gaat er ook van uit dat de opslaglocatie behouden blijft. Dat wil gezegd, er zal nooit een brand, overstroming, orkaan, aardbeving, tornado, gesprongen waterleiding, een instorting van het dak of zelfs menselijke fouten zijn. Dat is natuurlijk onmogelijk te garanderen.

In de afgelopen jaren heb ik verslag gedaan van het verlies van papieren documenten in grote archieven over de hele wereld als gevolg van aardbevingen, branden, overstromingen en soortgelijke rampen. Onlangs was dit het archief van Zuid-Afrika waar uniek materiaal verloren is gegaan. Idealiter moet men van alle papieren documenten en microfilms meerdere kopieën laten maken en opslaan op verschillende locaties om ze te beschermen tegen lokale rampen. Dat is echter meestal te moeilijk en te duur om praktisch te zijn. Hoe goed de opslagomstandigheden ook zijn, papier en microfilm hebben een levensverwachting gemeten in seconden wanneer een brand, overstroming, orkaan, aardbeving of tornado het gebouw raakt. Zelfs een eenvoudige gesprongen waterpijp kan miljoenen papieren records vernietigen. Dat is in het verleden vele malen gebeurd zoals in Keulen. Dit zal ongetwijfeld weer gebeuren.

Gelukkig gaan digitale bestanden eeuwig mee en zullen ze niet verslechteren als de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen. Maak eenvoudig meerdere kopieën van elk bestand en bewaar die kopieën op VERSCHILLENDE, sterk gescheiden locaties. Gelukkig kost dat niet veel met digitale bestanden en kost het slechts een paar minuten van je tijd.
Natuurlijk, om voor altijd mee te gaan, moeten de bestanden ook om de paar jaar naar nieuwe media worden gekopieerd en moet het bestandsformaat worden bijgewerkt (geconverteerd) naar nieuwe formaten, indien nodig. Als kopieën bijvoorbeeld op cd-rom-schijven worden opgeslagen, moeten deze kopieën opnieuw worden gekopieerd naar nieuwere opslagvormen naarmate de
technologie verandert. Als afbeeldingen in JPG-indeling worden opgeslagen, moeten ze naar nieuwe formaten worden geconverteerd naarmate nieuwere formaten beschikbaar komen. Gegevens die correct worden “onderhouden” in de nieuwste formaten op de nieuwste opslagapparaten blijven voor altijd zichtbaar.

We hebben een goed voorbeeld aan de ervaring van de conversie van gegevensformaten. Toen men voor het eerst begon met het informatiseren werd de informatie geregistreerd op 80-koloms ponskaarten. Echter, niet veel mensen hebben punch card lezers op hun computers thuis dezer dagen en toch hebben we nog steeds toegang tot die records vandaag. Hoe is dit mogelijk? Eenvoudig. Na ongeveer vijf of tien jaar werden de platen gekopieerd van ponskaarten met 80 kolommen naar 3/4- inch magneetband. Een paar jaar later, voordat 3/4-inch magneetband volledig verouderd raakte, werden de platen gekopieerd naar de modernere opslag op 1/2-inch magneetband. Een paar jaar later, voordat 1/2-inch magneetband volledig verouderd raakte, werden de records gekopieerd naar de modernere opslag van schijfstations. Nog later werden die 1/2-inch magneetbanden en schijfstations keer op keer gekopieerd naar modernere media.
Er werden niet alleen enkele kopieën gemaakt, maar er werden ook meerdere kopieën gemaakt en opgeslagen op verschillende locaties. In tegenstelling tot papier, zal een enkele ramp niet alle kopieën van de geautomatiseerde records vernietigen. Voor weinig kosten kunnen van digitale bestanden twee, drie, vijf of zelfs tien kopieën gemaakt worden en elke kopie kan op een andere locatie worden opgeslagen, zelfs in het buitenland. Gelukkig doen alle goed beheerde datacenters dit al jaren. Het maken van frequente kopieën is iets dat gemakkelijk te doen is met digitale bestanden, maar veel moeilijker met papier of microfilm.

Zowel papier als microfilm kunnen worden gekopieerd, maar elke nieuwe papier- of microfilmkopie lijdt aan een beetje degradatie. Dat wil wil zeggen dat de kopie nooit zo goed is als het origineel. Als u een kopie van een kopie van een kopie hebt, zal het verlies aanzienlijk zijn. Om dit te zien, schrijf of print je iets op papier. Iets. Maak er vervolgens een fotokopie van met behulp van een standaard fotokopiemachine. Maak dan een kopie van de fotokopie. Maak dan nog een fotokopie van de nieuwste fotokopie. Doe dit ongeveer tien of meer keer, telkens een nieuwe fotokopie van de nieuwste fotokopie.

Digitale bestanden hebben minder last van degradatie. Elk bit en elke byte is hetzelfde voor een computer, ongeacht hoe vaak het wordt gekopieerd; de kwaliteit van een kopie van een digitale afbeelding zal dus net zo goed zijn als het origineel. Als men kopieën van de kopieën maakt, zijn ze ook precies zo duidelijk en leesbaar als het origineel. Doorloop een vergelijkbare oefening met digitale afbeeldingen, kopieer de kopie, kopieer het resultaat opnieuw, enzovoort tot en met tien “generaties”. In tegenstelling tot het kopiëren van papier en microfilm, zal het resultaat van het kopiëren van tien generaties van een digitale afbeelding een nieuw beeld zijn dat precies hetzelfde is als het origineel. Er zal geen verlies of degradatie zijn. Om zeker te zijn, het plaatsen van een digitale afbeelding op de plank en het daar achterlaten, onbeheerd, betekent dat het binnen een paar jaar verouderd zal zijn. Gelukkig doet geen enkel goed beheerd datacenter dat ooit. Met behulp van de juiste dataonderhoudstechnieken die in de loop der jaren zijn bewezen, kunnen digitale gegevens eeuwig meegaan.
Hoewel dit gebruikelijk is in datacenters, is het niet zo gebruikelijk thuis. Maak regelmatig kopieën. Zorg ervoor dat u meerdere back-ups hebt, opgeslagen op verschillende locaties. Sla een kopie op uw computer op, sla een andere kopie op een externe harde schijf op, sla een andere kopie op een flashstation op, sla een andere kopie op in de cloud op een internetback-upservice, geef een kopie aan uw familieleden, enzovoort. Men kan nooit te veel kopieën maken. Zorg ervoor dat deze op een aantal plaatsen op vele kilometers van elkaar opslagen worden.

Men moet ook elk bestand converteren naar modernere formaten, indien nodig. Als men bijvoorbeeld dertig jaar geleden tekstverwerkingsbestanden heeft gemaakt met WordStar (een populaire tekstverwerker van die tijd), moeten die bestanden worden bijgewerkt naar het formaat van een moderner programma. Het meest voorkomende tekstverwerkerformaat van vandaag is het DOC-bestand, oorspronkelijk gebruikt met Microsoft Word en nu ook gebruikt door bijna elke tekstverwerker op de markt. Gelukkig is het vandaag de dag nog steeds gemakkelijk om WordStarbestanden naar DOC-formaat te converteren met behulp van een aantal verschillende programma’s, maar dat zal niet voor altijd zo zijn. De bestanden moeten worden geconverteerd terwijl de conversiesoftware nog steeds beschikbaar is. DOC-bestanden raken verouderd en het nieuwere formaat is DOCX. Converteer steeds persoonlijke DOC-bestanden naar het nieuwe DOCX-formaat? Dat is nog steeds gemakkelijk te doen met de meeste tekstverwerkers van vandaag.
Hetzelfde geldt voor al die foto’s die als digitale bestanden zijn opgeslagen. JPG en TIFF zijn tegenwoordig de meest populaire formaten, maar die zullen ooit veranderen. Als het zover is, converteer dan de bestanden naar wat JPG en TIFF vervangt. Er zijn een aantal programma’s beschikbaar die grote aantallen afbeeldingsbestanden naar een ander formaat converteren, en sommige zijn gratis beschikbaar. Met dergelijke programma’s zijn batchconversies van een paar honderd of zelfs een paar duizend digitale bestanden meestal gemakkelijk binnen enkele minuten te maken.

Met zeer weinig moeite en planning kan men eenvoudig de best practices van de meeste moderne datacenters nabootsen. Het bewaren van digitale gegevens is veel eenvoudiger dan veel mensen denken – en het is zeker gemakkelijker, goedkoper en effectiever dan het bewaren van papier of microfilm. In veel gevallen worden deze laatste grote papierbergen door de erfgenamen vaak bij het oud vuil gezet.

Elf regionale historische centra en Netwerk Digitaal Erfgoed starten de Wegwijzer Voorkeursformaten

Onlangs lanceerden het Gelders Archief en tien andere regionaal historische centra samen met Netwerk Digitaal Erfgoed een handig hulpmiddel voor het maken van beleid op bestandsformaten om digitale collecties van erfgoedinstellingen duurzaam toegankelijk te houden: de Wegwijzer Voorkeursformaten. De Wegwijzer Voorkeursformaten helpt instellingen bij het opzetten van beleid op voorkeursformaten via een interactief stappenplan en biedt een overzicht van bestandsformaten die erfgoedinstellingen gebruiken. Zo ontstaat een open kennisbank over het gebruik van bestandsformaten in Nederland. Hiermee bevordert de Wegwijzer dat instellingen elkaar helpen en bevragen.

Wie digitaal materiaal langdurig wil bewaren, moet meer weten over de dragers ervan: de bestandsformaten. Zulke bestandsformaten zijn er in allerlei soorten en maten. Maar welke is het meest geschikt voor langdurig bewaren van de informatie? En welke past in het duurzaamheidsbeleid van je instelling? Een instelling kan ervoor kiezen bepaalde formaten aan te wijzen waarin ze het digitale materiaal bij voorkeur wenst te ontvangen en te bewaren. Deze formaten worden ook wel ‘preferred formats’ genoemd, oftewel: voorkeursformaten. De wegwijzer helpt een instelling bij het maken van de keuze voor de voorkeursformaten.

De Wegwijzer Voorkeursformaten is ontwikkeld binnen het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE). Het NDE heeft het beheer van de wegwijzer op 25 maart aan de elf regionaal historische centra (RHC’s) overgedragen, waaronder het Gelders Archief. De RHC’s vinden het belangrijk kennis en expertise te delen met andere spelers in het erfgoedveld. En kennis uit andere sectoren levert weer inzichten op die van nut zijn voor de archiefsector. Daarnaast start tegelijk met de de wegwijzer de Expertisegroep Voorkeursformaten die blijft werken aan de ontwikkeling van de Wegwijzer Voorkeursformaten. De Expertisegroep is een overleg van deskundigen op dit terrein.

zie Gelders Archief

Nieuwe website voor het streekarchief Midden Holland

In het afgelopen jaar is er achter de schermen hard gewerkt aan een nieuwe website voor het Streekarchief Midden-Holland. Het voornaamste doel was om de diverse archieven en collecties, zoals afbeeldingen, boeken en vergunningen, zo goed mogelijk doorzoekbaar te maken en bovendien te kunnen voorzien van scans. Zeker sinds het afgelopen jaar tijdens de lockdowns is gebleken dat historisch onderzoek vanuit huis niet alleen handig maar ook noodzakelijk kan zijn. Met deze nieuwe website kan het streekarchief daar een grote slag in slaan.

De website ziet er op het eerste oog niet heel anders uit dan de vorige. De vormgeving heeft een opfrisbeurt gekregen maar is zo simpel mogelijk gehouden. Het streekarchief is van mening dat de website vooral de archieven en collecties zo toegankelijk mogelijk moet maken en dat er genoeg informatie op staat om bezoekers te helpen bij hun onderzoek. De website is verder ‘responsive’ gemaakt, wat wil zeggen dat hij niet alleen goed werkt op een desktop computer, maar ook op een smartphone of tablet.

Zoekfunctionaliteit
Op de nieuwe website kan nog steeds gezocht worden in alle collecties tegelijk, of in één enkele collectie. Het voordeel van deze laatste optie is dat er specifiek gezocht kan worden met zoekmogelijkheden die bij die collectie passen. Zo kan er bijvoorbeeld bij Genealogie gezocht worden op 2 personen en heeft elke collectie zijn eigen filters om de zoekresultaten te verfijnen. Ook het gebruik van wildcards (zoals het zogenoemde ‘sterretje’ om op naamvariaties te zoeken) en andere zoekoperatoren is nu mogelijk.

Digitalisering
Een heel belangrijke verbetering op de nieuwe website is dat er nu ook scans toegevoegd kunnen worden aan beschrijvingen en indexen. Zo is het gehele bevolkingsregister van de regio uit de periode 1830-1920 nu digitaal doorzoekbaar en voorzien van de bijbehorende gedigitaliseerde bladzijde(n). Deze gigantische dataset met ruim 920.000 personen werd vorig jaar ingevoerd door de onvermoeibare vrijwilligers van het Vele Handen-project “Hallo Midden-Holland” en bevat een schat aan persoonsgegevens.
Later dit jaar zullen ook de indexen van de Burgerlijke Stand voorzien worden van gedigitaliseerde geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten. Daarna zullen de Doop-, Trouw- en Begraafregisters volgen, waardoor stamboomonderzoekers en andere historici ongeacht tijd of plaats een groot deel van hun onderzoek vanaf huis kunnen doen. Maar ook de gedigitaliseerde krantencollectie zal dit jaar worden uitgebreid met nieuwe titels, dankzij de inspanningen van twee historische verenigingen. Verder gaan we ieder jaar de Beeldbank voorzien van meer gedigitaliseerde afbeeldingen, die afhankelijk van de geldende auteursrechten al dan niet vrij te downloaden of gebruiken zijn.

Werk in uitvoering
Elke nieuwe website is natuurlijk nooit perfect. Ondanks het testen door onder andere leden van onze klantenraad en uitgebreide controles, kunnen we dingen soms toch over het hoofd zien. Ook als u nu fouten tegenkomt die onvermijdelijk zijn gemaakt bij het invoeren van gegevens, kunt u die makkelijk doorgeven via de website en kunnen ze snel zichtbaar worden gemaakt. Zo worden onze gegevens doorlopend verbeterd. Laat ons dus vooral weten wat u er van vindt. Onze medewerkers van de dienstverlening staan bovendien klaar om u te helpen bij vragen, voorlopig nog even per mail, telefoon of WhatsApp en straks ook weer hopelijk persoonlijk in onze studiezaal. Bent u benieuwd? Neem dan snel een kijkje!

bron: Streekarchief Midden-Holland

Nationaal archief meldt: Vanaf nu op GitHub: onze pre-ingest-software

GitHub is een online platform waarop software kan worden geplaatst. GitHub is gebouwd rond het Git-versiebeheersysteem, waardoor GitHub alle mogelijkheden van Git en eigen toevoegingen aanbiedt. Het beschikt onder andere over toegangscontrole en verschillende samenwerkingsfuncties, zoals een issue tracker, een forum voor het aanvragen van functies, takenlijsten en wiki’s voor ieder project. De afgelopen maanden is hard gewerkt aan de software voor de zogenaamde pre-ingest-tool.

Met deze software kunnen we controleren of de bestanden compleet, geldig en consistent zijn en of de bestanden echt virusvrij zijn. De software kan bovendien de aangeleverde XML-beschrijvingen omzetten naar het formaat van het e-Depot. De Extensible Markup Language (XML), die zich in het Noord-Hollands Archief bevindt, is een standaard van het World Wide Web Consortium voor de syntaxis van formele opmaaktalen waarmee men gestructureerde gegevens kan weergeven in de vorm van platte tekst. Deze presentatie is zowel machineleesbaar als leesbaar voor de mens. Het XML-formaat wordt gebruikt om gegevens op te slaan (zoals in het OpenDocument-formaat) en om gegevens over het internet te versturen. De OpenDocument-indeling (ODF), oftewel het OASIS Open Document Format for Office Applications, is een open standaard voor het bewaren en/of uitwisselen van tekstbestanden, rekenbladen, grafieken en presentaties. De OpenDocument-standaard werd ontwikkeld door het OASIS-consortium, vanuit de XML-gebaseerde bestandsindeling van onder meer OpenOffice en LibreOffice.  Met de webinterface kunnen de systemen aan het werk gezet worden die voor een eindrapportage als Excel-document zorgen. Wanneer de bestanden helemaal gecontroleerd en omgezet zijn, kunnen we ze in onze preserveringsvoorziening plaatsen. De software en de bijbehorende documentatie van deze tooling staan vanaf deze maand als opensource-software op onze NHA-pagina van het platform GitHub en is dus voor iedere archiefinstelling die ook met een e-Depot werkt, beschikbaar.

Zeeuws Archief doet mee aan project automatische handschriftherkenning.

Het Zeeuws Archief beheert net als alle andere archiefinstellingen in het land vele handgeschreven archieven in oud schrift. Maar wie kan die nog lezen?  Dit kan met artificial intelligence (AI). Zo wordt software getraind om handschriften automatisch te transcriberen, oftewel om te zetten naar tekst die de computer kan lezen. Hiervoor moet de software wel eerst met een bulk aan handgemaakte transcripties worden gevoed om deze te trainen. Een voorbeeld van een programma waarmee dit kan is Transkribus. Het Nationaal Archief is hiervoor het automatische handschriftherkenningsproject ‘De ijsberg zichtbaar maken‘ gestart.  Deze informatie in deze documenten is vaak wel gedigitaliseerd maar is niet getranscribeerd.

De computer leest nog niet foutloos, maar de resultaten zijn indrukwekkend. Op 15 april 2021 zijn 0,6 miljoen transcripties van de Regionaal Historische Centra (RHC’s) gepubliceerd op de website Zenodo, waaronder ook die van het Zeeuws Archief. Je kunt daar transcripties downloaden en doorzoeken. Dat gaat nog wel een beetje omslachtig. Daarom wordt een projectwebsite gemaakt waarop dat makkelijker kan. Inmiddels zijn de transcripties op openarch.nl al wat makkelijker te doorzoeken. Kijk op openarch.nl/htr en vul een zoekterm in de zoekbalk in. Op dit moment worden ook de scans gekoppeld, bij een zoekactie op Middelburg komen er bijvoorbeeld al een aantal tevoorschijn. Als je de transcripties via Zenodo wil downloaden en doorzoeken, bekijk dan eerst de volgende video van Jan Kruidhof van het Noord Hollands Archief. Deze instelling  beheert  het Nederlandse digitale archief.

Nationaal archief: Data over data: een duurzamer metadata-model binnenkort beschikbaar!

Meta-data zijn  gegevens over het document, zoals onderwerp, auteur, datum van uitgifte, diverse code getallen etc. Deze metadata zijn belangrijk voor het categoriseren van een document om later het document terug te vinden.
In juli van dit jaar wordt het nieuwe metadata-model MDTO (Metagegevens Duurzaam Toegankelijke Overheidsinformatie‘) vastgesteld. Dit is een belangrijk onderdeel van het duurzaam toegankelijk houden van informatie-objecten. Onze aangesloten overheidsorganisaties zijn (op grond van de Archiefwet) namelijk verplicht hun blijvend-te-bewaren digitale informatie over te brengen naar het NHA e-Depot (Noord Hollands archief). Alle digitale bestanden die we binnen krijgen moeten worden vergezeld van een extra bestandje met metagegevens, de zogenaamde data over data zoals de auteur, het soort bestand, ontvangstdatum of de creatiedatum van een informatieobject. Dit proces van mappen (het maken van die extra bestandjes) wordt voor de archiefvormer straks een stuk makkelijker als MDTO beschikbaar is. Onze nieuwe handleiding om digitale overheidsarchieven over te brengen anticipeert ook al op dit nieuwe model.