Home Blog Pagina 35

NHA e-Depot – nieuws over digitaal informatiebeheer

NHA e-Depot nu makkelijker via google te vinden!
Raadpleging: Nadat het e-depot in oktober 2021 live is gegaan, heeft het programma een gebruikersonderzoek uitgevoerd. Aan doelgroepen is toen gevraagd hoe zij de toegang op het e-depot ervoeren. Dat leverde hele interessante reacties op. Met deze reacties is het programma aan de slag gegaan om de toegang op het e-depot te verbeteren. Zo zijn velden van metadata netter opgemaakt zodat het makkelijker leesbaar is, is het e-depot op de website van het NHA nu beter vindbaar en wordt beter doorgelinkt naar het e-depot als je via google zoekt.

Pre-ingesttool: Voordat digitaal archief wordt opgenomen in het e-depot, doen we allerlei controles op het archief. Het digitale archief moet namelijk wel netjes aan alle normen voldoen. Hier hebben we de pre-ingesttool voor. Dit is een speciaal voor ons ontwikkeld systeem. Het stelt ons in staat de controles automatisch te doen. Heel handig dus! De pre-ingesttool is in deze fase ook doorontwikkeld. Zo zijn controles op de nieuwe metadatastandaard MDTO nu mogelijk en is het ook mogelijk om aangeleverde archieven met de TMLO standaard (de oude) automatisch om te zetten naar MDTO. Verschillende archiefdiensten om ons heen, die ook met Preservica werken, hebben ook hun belangstelling getoond in deze tool. Uiteraard delen wij graag de kennis en specificaties en ons idee en inrichting van deze tool kunnen door hen worden gebruikt. Zo helpen we de archiefwereld op digitaal gebied weer een stapje verder.

https://noord-hollandsarchief.nl/informatiebeheer/digitaal-informatiebeheer-actueel

Gooise Sporen 2022 nr. 2

Inhoudsopgave

Van de voorzitter

In Memoriam Maria Boersen (1953-2022)

Presentatie Rob Dix: Genealogisch onderzoek in Duitsland

Verslag ALV 18 mei 2022

Nieuw lid stelt zich voor

In dienst van Napoleon – Het lot van jongemannen in het gebied tussen Vecht en Eem, 1810-1814

Het leven van Stijntje Jans van Delden

Moritz Frisch (1849-1913) uit Galicië, Oekraïne

Evenementen in 2022

Ledenaantal

Colofon

13e-eeuws manuscript Book of St. Albans gaat online bij Trinity

Steeds meer waardevolle boeken komen nu online beschikbaar, we leven inderdaad in een bijzondere tijd. Ook in Nederland zijn ook al heel wat klassieke werken online te bewonder en daarbij komt ook nog dat men de tekst kan digitaliseren.

Het Book of St Albans, een van ’s werelds mooiste middeleeuwse manuscripten, is voor het eerst gedigitaliseerd en de Library of Trinity College Dublin heeft het 13e-eeuwse meesterwerk wereldwijd toegankelijk gemaakt. Het 13e-eeuwse meesterwerk bevat 54 individuele werken van middeleeuwse kunst en heeft lezers door de eeuwen heen gefascineerd, van royalty’s tot renaissancegeleerden. Ik heb dit zelf in Dublin destijds bewonderd.

Het kostbare manuscript overleefde de chaos en het trauma van de ontbinding van de kloosters en kwam in 1661 naar Trinity College Dublin. Het manuscript is gemaakt door de beroemde schrijver, de benedictijner monnik Matthew Paris van de St. Albans Abbey in Engeland. Alban, de eerste christelijke martelaar in Engeland. Het schetst ook de bouw van de kathedraal van St. Albans.

Het klooster van St. Albans was een van de belangrijkste van het land. Het was een belangrijk bedevaartsoord dat veel pelgrims uit Ierland ontving.

Het boek werd 300 jaar bewaard in de abdij van St. Albans tot de ontbinding van de abdij in 1539. Alle andere kostbare manuscripten van Matthew Paris worden bewaard in de British Library en de universiteiten van Cambridge, Oxford en Chetham’s Library Manchester.

Het Boek van St. Albans was een boek met een hoge status, bekeken door koning Hendrik VI. Het is in het Latijn geschreven en bevat ook Anglo-Normandisch Frans, waardoor het toegankelijk werd voor een breder seculier publiek, waaronder opgeleide adellijke vrouwen. Het werd geleend door adellijke dames uit die tijd, waaronder de schoonzus van de koning, gravin van Cornwall, Sanchia van de Provence en anderen.

De inhoud, soms gruwelijk, bevat illustraties van de onthoofding van St. Alban en zijn beul wiens ogen letterlijk uit zijn hoofd springen op het moment van executie. Het kunstwerk bestaande uit voornamelijk ingelijste verhalende scènes is een getinte tekentechniek waarbij omlijnde tekeningen worden gemarkeerd met gekleurde wassingen uit een beperkt palet. Deze techniek was duidelijk Engels en dateert uit de Angelsaksische kunst van de 10e eeuw.

Van St Albans Abbey kwam het in het bezit van de Elizabethaanse koninklijke adviseur en astronoom, John Dee, waarna het werd verkocht aan James Ussher, aartsbisschop van Armagh, en vervolgens in 1661 naar Trinity kwam met zijn bibliotheek. Het is in de Bibliotheek van Trinity College Dublin voor meer dan 350 jaar.

Voor het eerst is dit manuscript nu volledig gedigitaliseerd en online beschikbaar, een proces dat is uitgevoerd via het Virtual Trinity Library-initiatief als onderdeel van het project Manuscripts for Medieval Studies, gefinancierd door Carnegie Corporation uit New York. “Voor het eerst in de geschiedenis kan dit prachtige manuscript van een van ’s werelds beroemdste middeleeuwse kunstenaars en kroniekschrijvers, Matthew Paris, digitaal worden bekeken en zijn prachtige kunstenaarschap in kleur onthullen.

Virtual Trinity Library is een digitaliseringsinitiatief van de meest gewaardeerde collecties van de Library of Trinity College Dublin. Het zal deze unieke collecties van nationaal belang conserveren, catalogiseren, beheren, digitaliseren en onderzoeken, waardoor ze toegankelijk worden voor een wereldwijd publiek, van schoolkinderen tot wetenschappers.

Ga voor meer informatie naar www.TCD.ie/virtual-trinity-library.
Zie ook: https://www.irishcentral.com/roots/history/book-st-albans-trinity

Protesten In Brabant. BHIC verzoekt om persoonlijke gegevens van deze protesten.

Met de studentenrevolte in Parijs van mei 1968 breekt ook voor Nederland een turbulente tijd aan. Alles kan anders, alles moet anders. Ook in Brabant wordt volop actiegevoerd. Het BHIC zoekt verhalen, foto’s, films, affiches en ander oud materiaal dat een indruk geeft van de protestbewegingen en jongerencultuur van de jaren ’60, ’70 en ’80. Heb jij het van nabij meegemaakt? Of zelf nog op de barricade gestaan? Laat dan een bericht achter op deze website! https://www.bhic.nl/ontdekken/ons-brabant/protest-in-brabant#Protest%20in%20Brabant

Acties en demonstraties van groepen met een agenda, die gehoord willen worden. Het is een bijzonder actueel thema: van de acties in coronatijd en tegen de oorlog in Oekraïne tot de boerenprotesten, Black Lives Matter en #MeToo. Wereldwijd is sprake van een flinke opleving van protest- en oppositiebewegingen en hierbij wordt ook al regelmatig de vergelijking gemaakt met de periode van circa 1968 tot 1982, ook wel ‘de lange jaren zeventig’ genoemd.

Naar de protest- en emancipatiebewegingen van de lange jaren zeventig is al geregeld onderzoek verricht, maar een overzicht van acties en actiegroepen voor Brabant ontbreekt. Laat staan een overzicht dat bedoeld is voor een breed publiek. Op deze website wordt aandacht geschonken aan de kraakbeweging, vredesbeweging en vrouwenbeweging. Voor al deze bewegingen is ook een kaart gemaakt, om een indruk te geven waar in Brabant belangrijke acties hebben plaatsgevonden en waar de vele actiegroepen te vinden waren. Hierbij is niet gestreefd naar volledigheid: de site is in ontwikkeling, geeft een dwarsdoorsnede van de actiebewegingen en is bedoeld om op te reageren en aan te vullen.

Project Arbeidsinzet: alle documenten zijn ingevoerd!

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden honderdduizenden Nederlanders gedwongen in Duitsland tewerkgesteld. Samen met vrijwilligers maakt het Nationaal Archief in het project Arbeidsinzet de collectie Arbeidsinzet van het Nederlandse Rode Kruis digitaal doorzoekbaar. In slechts zeven maanden tijd zijn door meer dan 780 vrijwilligers alle 200.000 documenten uit de collectie Arbeidsinzet ingevoerd.

Eén van de belangrijkste inzichten is dat de collectie Arbeidsinzet niet alleen maar gegevens bevat over tewerkgestelde mannen. Iedere Nederlander die zich na de bevrijding in Duitsland bevond werd geregistreerd. Hierdoor zitten er ook veel gegevens over vrouwen en kinderen in de collectie. Door het invoerwerk van onze vrijwilligers vonden we o.a. meer informatie over de vader van actrice Loes Luca. Hij zat als kind in een jeugdkamp van de Nederlandse Volksdienst in Tsjechië. Het was tot voor kort onbekend hoe hij vanuit daar zijn weg naar huis had gevonden. We weten nu dat hij samen met een aantal andere kinderen in de Amerikaanse zone terecht is gekomen. 

Nu alle documenten zijn verwerkt gaan we de ingevoerde data in verschillende deelprojecten controleren. Het gaat hierbij primair om volledigheid want hier en daar is weleens een naam vergeten of is te snel op opslaan geklikt. Controleren is daarom een belangrijke taak. We kijken of alle namen in een eigen formulier en de gegevens in het juiste veld staan.  
Als alle ingevoerde gegevens zijn gecontroleerd, gaan we verder met het opschonen en matchen van de data. In 2023 stellen we de persoonsdatabase Arbeidsinzet beschikbaar via de website van het Nationaal Archief en via Oorlogsbronnen.nl
Zie: het Nationaal Archief

Twee eeuwen dienstplicht en dienst weigering

De conscriptie van Napoleon is voortgekomen uit de Franse Revolutie Het was de start van de moderne dienstplicht het leger van de burger-soldaat die in Nederland twee eeuwen lang de legervorming zou gaan bepalen. Vanaf het begin leidde de dienstplicht inclusief het systeem van loting en plaatsvervanging tot dienstweigering en desertie.
In 1810 voerde de Franse bezetter, na het opheffen van het Koninkrijk Nederland, de conscriptie of dienstplicht in. Iedere man van 20 jaar of ouder wordt ingeschreven als dienstplichtige. Deze conscriptie werd veranderd na vertrek van de Fransen in Militieplicht. De eerste Militiewet is van 27 februari 1815, vlak voor de beslissende slag bij Waterloo die Napoleon definitief een nederlaag toebrengt. In 1817 volgt de oprichting van de Nationale Militie met bijbehorende dienstplicht.

Het was van het begin af aan mogelijk om een plaatsvervanger of remplaçant in te huren. Iemand die ingeloot was kon zich laten vervangen door een remplaçant, of een plaatsvervanger de hoger was ingeloot (nummerverwisslaar). Wie de werkelijke dienst ontliep door gebruik te maken van een nummerverwisselaar of remplaçant betaalde zijn plaatsvervanger hiervoor. De dienstplichtigen die zich dat kunnen veroorloven komen uit de groep burgers die daarvoor de middelen bezit. De vervangende dienstplicht werd via de notaris vastgelegd waarbij de remplaçant een stevig bedrag werd toegekend. In de praktijk was met het inhuren van een dienstvervanger een bedrag van tussen ƒ 450 tot ƒ 1.000, soms ƒ 3.000 gemoeid. In het geval een nummerverwisselaar werd ingehuurd, werd alleen de betreffende dienst waargenomen, terwijl de ingelote persoon als dienstplichtige bleef ingeschreven. Een nummerverwisselaar was hiermee goedkoper dan een remplaçant. Als men àlle diensten wilde laten vervullen door een ander, had men gedurende de vijf jaren dienstplicht wel meerdere nummerverwisselaars nodig. Zodra een nummerverwisselaar zijn dienst voor iemand had opgeknapt, kon hij zich meteen weer beschikbaar stellen om voor een ander hetzelfde te doen, terwijl een remplaçant vervanger bleef van de ingelote dienstplichtige en zich dus niet opnieuw kon verhuren.

Toen in 1901 de algemene dienstplicht werd ingevoerd, kwam er een einde aan het remplaçantenstelsel en het systeem van nummerverwisseling. Hoewel er tegen het remplaçanten stelsel veel bezwaren waren, betekende het wel dat een mogelijke inkomstenbron van jongeren met weinig baankansen verdween. Het leger werd van volksleger (van het lagere volk) een echt volksleger (van het hele volk). Dat het dienstweigeren langzaam maar zeker meer in opkomst kwam, had te maken met de opkomst van de arbeidersbeweging. Het proces van bewustwording van de arbeidende klasse had ook grote invloed op visies op militaire zaken. De eerste ervaringen met vakbond, actie en staking gaven ook een stimulans aan de pacifistische stroming. In de arbeidersbeweging tekenden zich drie stromingen af: de sociaaldemocraten, die in afwachting van de revolutie de parlementaire weg insloegen, de communisten, die via directe actie onder het volk de revolutie nastreefden en de anarchisten die wars van organisaties en partijen het vrijheidsideaal hooghielden. Juist vanwege het individualistische karakter ontvingen veel dienstweigeraars hun inspiratie van de anarchistische beweging. De schutterijweigering van Van der Veer in Middelburg in 1896 was de eerste moderne dienstweigering.

Vanaf 1900 maakten steeds meer mannen bezwaar tegen de militaire dienstplicht. Ze waren tegen elke vorm van geweld en wilden niet in het leger dienen. Tot aan de Eerste Wereldoorlog waren er zo’n 18 dienstweigeraars die allemaal een celstraf kregen. Met de mobilisatie in 1914 neemt het aantal dienstweigeraars sterk toe. Gedurende 1914-1918 zijn er zo’n 600 dienstweigeraars veroordeeld. In 1915 verschijnt het dienstweigeringsmanifest vanuit de Nederlandse afdeling van de IAMV (Internationaal Anti-Militaristische Vereniging). Gezien de gruwelen op het slagveld van de Eerste Wereldoorlog is dat niet vreemd. In 1917 komt de eerste regeling voor principiële dienstweigeraars in de vorm van een legerorder. Gewetensbezwaarden krijgen geen vrijstelling van dienstplicht maar doen bv. ongewapende dienst zoals hospitaaldienst. Ze moeten wel een jaar langer dienen.
Na de oorlog daalt het aantal dienstweigeraars weer snel. Toch komt in 1923 de Dienstweigeringswet. Die creëerde de mogelijkheid om te weigeren op basis van het christelijk gebod “Gij zult niet doden”. Ben je erkend dan volgt tewerkstelling in de publieke sector. Wie alleen een probleem heeft met de gewapende dienst krijgt een niet-gevechtsfunctie toegewezen binnen de krijgsmacht. De erkenden dienen 12 maanden langer dan de dienstplichtigen wat in de praktijk neerkomt op 26 maanden
Tot aan de mobilisatie in augustus 1939 dienen ongeveer 500 dienstweigeraars een verzoek in op basis van deze dienstweigeringswet. 80 procent daarvan wordt erkend.
Na de Tweede Wereldoorlog volgt al snel het conflict rondom de zelfstandigheid van Nederlands-Indië/Indonesië. Onder de soldaten die naar de Oost werden gezonden zit het grootste percentage weigeraars ooit. Zij hebben allerlei motieven om een beroep te doen op de dienstweigeringswet.

In 1962 vervangt de Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst (WGMD) de dienstweigerwet. Een erkend dienstweigeraar moet gedurende 26 maanden werken binnen de publieke sector, bv. een ministerie, in 1968 teruggebracht naar 23 maanden en in 1971 naar 21 maanden.
In 1978 volgt een nieuwe wet voor gewetensbezwaarden waarin de vervangende dienstplicht nog 18 maanden en 20 dagen duurt.
Vanaf 1964, het jaar waarin de nieuwe wet in werking treedt, steeg het aantal verzoeken op de wet sterk van 242 naar bijna 3500 in 1989 per jaar. Daarna vlakte het cijfer af richting de 2000 verzoeken.
Naast de “gewone” dienstweigeraars zijn er ook totaalweigeraars. Deze groep wil geen beroep doen op de wet gewetensbezwaren en komt ook niet opdraven voor de militaire keuring. Zij beschouwen vervangende dienstplicht als alternatief voor de militaire dienst. De meeste van de totaalweigeraars zien het leger als een instrument voor het in stand houden van ongewenste machtsverhoudingen. Er zijn ook totaalweigeraars die weigeren op grond van religieuze motieven. Een totaalweigeraar moet voor de krijgsraad verschijnen en het vonnis luidt in de meeste gevallen 18 maanden gevangenisstraf.

https://pure.uvt.nl/ws/portalfiles/portal/15793125/Meuwese_Twee_eeuwen_13_03_2017.pdf

TWEE EEUWEN DIENSTPLICHT, DISCIPLINE, DIENSTWEIGERING EN DESERTIE deelnemen (of niet) aan de Nederlandse krijgsmacht in rechtshistorisch perspectief door Constant Leonardus Maria Meuwese, geboren te Druten

Bijna 28.000 nieuwe boeken in Delpher

Op 20 juni 2022 zijn 27.899 nieuwe boeken toegevoegd. Hiermee komt het totale aantal boeken in Delpher op ruim 190.000 titels.

Het merendeel van de nieuw toegevoegde boeken stamt uit de twintigste eeuw. Ze behandelen tal van onderwerpen. Zo kun je door oude schoolboeken bladeren, meer ontdekken over het leven in Nederlands-Indië, huwelijksadviezen uit de jaren veertig krijgen of je verdiepen in het Beginselprogram van de Partij van de Arbeid.

Natuurlijk bevat de release nog veel meer boeiends. Via het zoekvenster bovenaan deze pagina, zoek je alleen in de nieuwe boeken. 

Houd er ook rekening mee dat om auteursrechtelijke redenen een deel van de titels (van na 1945) alleen in het KB-gebouw te raadplegen zijn.

De Pest: oude tanden onthullen waar de zwarte dood begon, zeggen onderzoekers

Onderzoekers geloven dat ze de oorsprong van de Zwarte Dood hebben ontdekt, meer dan 600 jaar nadat hij tientallen miljoenen mensen heeft gedood in Europa, Azië en Noord-Afrika.

De gezondheidsramp in het midden van de 14e eeuw is een van de belangrijkste ziekte-episodes in de menselijke geschiedenis. Maar ondanks jarenlang onderzoek waren wetenschappers er niet in geslaagd vast te stellen waar de builenpest begon.

DNA-onderzoek
De oorsprong van de middeleeuwse Zwarte Dood-pandemie ( AD  1346-1353) is een onderwerp van voortdurend onderzoek geweest vanwege de uitgebreide demografische impact en langdurige gevolgen van de pandemie. Tot nu toe is het meest besproken archeologische bewijs dat mogelijk verband houdt met het begin van de pandemie afkomstig van begraafplaatsen in de buurt van het Issyk-Kul-meer in het hedendaagse Kirgizië. Er wordt aangenomen dat hier slachtoffers van een veertiende-eeuwse epidemie hebben gehuisvest, aangezien grafsteeninscripties die rechtstreeks gedateerd worden in 1338-1339, ‘pestilentie’ aangeven als doodsoorzaak voor de begraven individuen. De onderzoekers rapporteren DNA-gegevens van zeven individuen die zijn opgegraven op twee van deze begraafplaatsen, Kara-Djigach en Burana.

De combinatie van archeologische, historische en oude genomische gegevens toont een duidelijke betrokkenheid van de pestbacterie Yersinia pestis aan bij deze epidemische gebeurtenis. Twee gereconstrueerde oude Y. pestisgenomen vertegenwoordigen een enkele stam en worden geïdentificeerd als de meest recente gemeenschappelijke voorouder van een grote diversificatie die gewoonlijk wordt geassocieerd met de opkomst van de pandemie, hier gedateerd in de eerste helft van de veertiende eeuw. Door middel van meerdere bewijslijnen ondersteunen deze gegevens een vroege veertiende-eeuwse bron van de tweede plaagpandemie in centraal Eurazië.

Toelichting
Een onderzoeksteam van de Universiteit van Stirling in Schotland en het Duitse Max Planck Instituut en de Universiteit van Tübingen analyseerden oude DNA-monsters van de tanden van skeletten op begraafplaatsen bij het Issyk Kul-meer, in Kirgizië. Ze kozen het gebied nadat ze daar in 1338 en 1339 een aanzienlijke piek in begrafenissen hadden opgemerkt. Ze analyseerden de tanden omdat ze, volgens dr. Spyrou, veel bloedvaten bevatten en onderzoekers “grote kansen geven om via bloed overgedragen ziekteverwekkers te detecteren die mogelijk de dood van de individuen hebben veroorzaakt”. Het onderzoeksteam kon in drie daarvan de pestbacterie Yersinia pestis vinden.

Deze studie beantwoordt een van de grootste en meest fascinerende vragen in de geschiedenis wanneer en waar de meest beruchte moordenaar van mensen begon.

“Het onderzoek heeft enkele beperkingen, waaronder de kleine steekproefomvang. Gegevens van veel meer individuen, tijden en regio’s… zouden echt helpen om te verduidelijken wat de de hier gepresenteerde gegevens echt betekenen.” Het werk van de onderzoekers is gepubliceerd in het tijdschrift Nature, getiteld “The source of the Black Death in veertiende-eeuwse centrale Eurazië“.l

Wat is builenpest?
Pest is een potentieel dodelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën genaamd Yersinia pestis die bij sommige dieren – voornamelijk knaagdieren – en hun vlooien leven. De builenpest is de meest voorkomende vorm van de ziekte die mensen kunnen krijgen. De naam komt van de symptomen die het veroorzaakt – pijnlijke, gezwollen lymfeklieren of ‘buboes’ in de lies of oksel.
Historisch gezien wordt het ook wel de Zwarte Dood genoemd, verwijzend naar het gangreneuze zwart worden en afsterven van lichaamsdelen, zoals de vingers en tenen, die kunnen optreden bij de ziekte.

Zie ook: https://www.bbc.com/news/world-asia-61820604

BHIC: nieuwe bronnen online: mei 2022

In mei 2022 zijn de indexen van de volgende bronnen toegevoegd. In veruit de meeste gevallen zijn deze bronnen ook al digitaal beschikbaar op onze site.

Burgerlijke stand

Geboorte

  • ‘s-Hertogenbosch: 1878

Doop-, trouw- en begraafboeken

Dopen

  • Berghem: 1677-1730
  • Schaijk: 1731-1787

Trouwen

  • Berghem: 1677-1705, 1718-1763
  • Vught, Cromvoirt en Deuteren: 1776-1795

Begraven

  • Heesch: 1726-1760
  • Herpen: 1710-1743
  • Vught, Cromvoirt en Deuteren: 1736-1810

Overlijdensverklaringen

  • Beugen en Rijkevoort: archieftoegang 7024, inv.nrs. 974-979
  • Cromvoirt: archieftoegang 5062, inv.nr. 472
  • Lith: archieftoegang 7737, inv.nrs. 1580-1596
  • Oss: archieftoegang 7363, inv.nr. 2107
  • Sint-Oedenrode: archieftoegang 7635, inv.nrs. 502-518
  • Veghel: archieftoegang 7753, inv.nrs. 1544-1557
  • Vught: archieftoegang 5131, inv.nr. 1202

Klik hier om te zoeken naar overlijdensverklaringen.

Schepenbanken

  • Berlicum: 1803-1806
  • Kessel: 1796-1800, 1802-1803
  • Maren: 1760-1778
  • Oss: 1754-1759, 1771-1778
  • Veghel: 1787-1805

Rechtbanken

Strafvonnissen van de arrondissementsrechtbank in Breda: 14 registers uit de periode tussen 1919 en 1929.

Gescande archiefstukken

Via scannen-op-verzoek is een groot aantal archiefstukken gescand en online gepubliceerd. Bekijk het complete overzicht (Excel-bestand) >

Foto’s

Aan de digitale beeldbank zijn afgelopen maand diverse foto’s toegevoegd.

  • 2126 aanwinstencollectie BHIC (420), waaronder foto’s van het Pausbezoek aan ‘s-Hertogenbosch in 1985 en afbeeldingen uit de collectie Brabantse N.H.-kerken Henk Kleijer
  • DCBLM, digitale foto’s van Berlicum (5)
  • DCINT, Internatencollectie, foto’s van Saint Louis te Oudenbosch, OLV Ter Duinen en Ossendrecht (27)
  • Blok 7505, personeelsfoto’s van Lederwarenfabriek Steen-Fransen te Oss (13)

Meer informatie

Uitgebreide informatie zoals beschrijvingen en inventarisnummers bij deze bronnen vind je via: www.bhic.nl/wat-zit-er-in (per bron is er een tab ‘nieuw’).

Nieuws Streekarchief Voorne-Putten

Oude scans toegevoegd
In het laatste kwartaal van 2019 is een collectie genealogische akten  gedigitaliseerd. Het betreft de bronnen van vóór 1811. De DTB-registers van de kerken zijn eerder al gescand, nu zijn ook bronnen uit de ambachtsarchieven digitaal beschikbaar. De volgende stap is het indexeren van deze registers.

Registers van huwelijken
Tot 1795 waren huwelijken voor de Nederduits-Gereformeerde (de latere Hervormde) kerk rechtsgeldig, maar katholieken, joden en andere gezindten moesten zich voor het Gerecht laten registeren. Vanaf 1795 moesten álle huwelijken hier worden aangegeven, totdat dit in 1811 overging in de Burgerlijke Stand.

Registers van impost op het trouwen en begraven
Het ‘middel op trouwen’ en ‘middel op begraven’ – ook wel aangeduid als Gaarder of Impost – werden ingesteld door de Staten van Holland op 26 oktober 1695. Deze tijdelijk bedoelde belasting bleef meer dan honderd jaar in stand, en werd geheven tot 31 december 1805.

Registers van Successie
Volgens de “Ordonnantie eener Belasting op het Regt van Successie” van 4 oktober 1805 moest het plaatselijk bestuur een “register van aangegeven lijken” aanleggen. Deze taak werd bijna overal opgedragen aan de secretaris onder de naam van “Gequalificeerde”. Deze moest tevens een ‘register van overledenen’ samenstellen. 

De ordonnantie trad op 1 januari 1806 in werking en verviel door de inlijving van Nederland bij Frankrijk en het van kracht worden van de Franse wetgeving in 1811. Deze registers kunnen gegevens over de gezinssamenstelling, de leeftijd en de mate van welvaart van de overledenen opleveren.

Nieuwe Brielse Courant
Naast de bronnen van vóór 1811 zijn ook tien jaargangen van de NBC gescand. Dit betekent dat de online krant binnenkort wordt aangevuld met de periode 1961-1970. Dit vormt een welkome aanvulling op de doorzoekbare kranten.

bron: streektarief Voorne-Putten