Vanaf 1811 is de Burgerlijke Stand ingevoerd. Voordat een bruid en bruidegom gaan trouwen, moeten ze bepaalde bewijsstukken overleggen. Deze bewijsstukken worden huwelijkse bijlagen genoemd en bevatten afschriften van de geboorteakten of doopakten van de aanstaande bruid en bruidegom. Ook kunnen overlijdensakten van eventuele vorige partners en ouders aangetroffen worden of, wanneer bruid of bruidegom minderjarig zijn, akten van toestemming voor het huwelijk van ouders. Zelfs informatie over uiterlijke kenmerken van de bruidegom, zoals de kleur van zijn ogen, kan gevonden worden in de huwelijkse bijlagen en wel in akten waarin verklaard wordt dat de bruidegom in dienst van de ‘Nationale Militie’ is geweest. De periode 1811-1852 biedt de meeste informatie omdat de bijlagen gegevens bevatten van de periode voor de invoering van de burgerlijke stand.
Om te kunnen trouwen moesten bruidegom en bruid enkele bewijsstukken inleveren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, de huwelijksbijlagen of huwelijkse bijlagen genoemd. De huwelijksbijlagen bestaan vooral uit afschriften van verschillende akten die informatie over het bruidspaar geven. De bijlagen zijn geordend op gemeente, jaar en aktenummer van het huwelijk. Vooral de oudste huwelijksbijlagen zijn belangrijk bij onderzoek omdat het vaak afschriften zijn van akten van vòòr de invoering van de burgerlijke stand. In tegenstelling tot de huwelijksakten, die in duplo zijn opgemaakt, zijn de bijlagen in enkelvoud aanwezig.
De volgende stukken kunnen als huwelijksbijlagen worden aangetroffen:
♦ Afschrift van de doop- of geboorteakte
Aanstaande echtgenoten die voor de invoering van de burgerlijke stand in 1796/1811 waren geboren, leverden een afschrift van hun doopinschrijving in. Dat gold ook wanneer een aanstaande echtgenoot in het buitenland was geboren. Als het doopregister verloren was gegaan, werd door de vrederechter of de kantonrechter een akte van bekendheid van geboorte of notoriteit opgemaakt. Hierbij legde een aantal familieleden of bekenden bij de notaris of de vrederechter een beëdigde verklaring af over de identiteit van de bruid of bruidegom en zo mogelijk over geboortedatum, geboorteplaats en ouders.
♦ Verklaring van toestemming
De aanstaande echtgenoten hadden tot de leeftijd van 30 jaar toestemming van hun ouders nodig om te mogen trouwen. Als de ouders niet bij de plechtigheid aanwezig waren, werd een schriftelijke toestemming ingeleverd. Waren de ouders overleden, dan moesten afschriften van de overlijdensakten, soms zelfs van de grootouders worden overlegd.
♦ Militiebewijs
Tot 1911 diende de bruidegom een bewijs inleveren dat hij aan zijn militaire verplichtingen had voldaan, was vrijgesteld of was uitgeloot. In de bijlagen tot 1861 is ook zijn signalement opgenomen.
♦Bewijs van onvermogen
Dit werd verstrekt als bruidegom en bruid niet in staat waren de kosten verbonden aan de huwelijkssluiting te betalen.
Als er een onwettig kind werd geboren, werd op de geboorteakte alleen de achternaam van de moeder vermeld. Als de moeder daarna trouwde en haar partner wilde haar buitenechtelijke kind(eren) erkennen, dan gebeurde dit tijdens de huwelijksvoltrekking. De achternaam van het kind kon dan veranderen in de achternaam van de stiefvader, wat op de geboorteakte werd vermeld. Ook als een persoon zelf zijn naam wilde wijzigen, werd dit op de geboorteakte vermeld.
De huwelijksbijlagen werden in Nederland in principe tot en met 1932 integraal bewaard. Maar bij heel wat gemeenten zijn deze niet meer aanwezig. De meeste huwelijkse bijlagen zijn alleen op microfiche beschikbaar. Een andere mogelijkheid om gericht naar scans van huwelijkse bijlagen te zoeken is via de website wegwijzer van familysearch. In de jaren zeventig/tachtig van de vorige eeuw hebben Mormonen in samenwerking met het Centraal Bureau voor Genealogie deze huwelijks bijlagen verfilmd bij de toenmalige rijksarchieven en deze scans zijn online geplaatst.