Home Blog Pagina 42

OWF – Koggenland 2022-2

0

Inhoud
Afdelingsagenda tweede kwartaal 2022
In dit nummer
Een veertigjarig jubileum
De algemene (voorjaars)ledenvergadering, 21 april 2022
Ontdek ‘mijn’ verhaal,
Programma lezingen 2022/2023
Excursie naar de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag
Nieuws van het archief
Lenen van boeken uit onze bibliotheek
Stamreeks van Edmuntinga C. M. de Haan
Misschien zit hier iets voor u bij
Het pachtersoproer in Benningbroek in 1748
Kwartierstaat van Klaas Bant (geb. 15-05-1935)
Mutaties tot en met 31 juni 2022

West fries archief – nieuwe indexen

0

Nieuwe indexen op geboorteakten burgerlijke stand
U kunt nu zoeken door de indexen op de geboorteakten uit de periode 1811-1852 van de voormalige gemeenten:

  • Abbekerk
  • Andijk
  • Avenhorn en Oostmijzen (tot 1854!)
  • Berkhout
  • Blokker
  • Bovenkarspel
  • Enkhuizen

De laatste pokkenepidemie

0

Op 25 september 1872 werd in het doodsoorzakenregister van de gemeente Amsterdam het overlijden van een eenjarig jongetje wonende op de Boomstraat 566 (nu 65) in buurt PP opgetekend. Dankzij de gegevens uit het bevolkingsregister weten we dat dit jongetje dat, droevig genoeg precies op zijn eerste verjaardag overleed, Johannes Dirk la Croix heeft geheten. Hij woonde samen met zijn ouders Pieter la Croix  en Catharina Helena Bootsma, en nog zeker tien medebewoners, toen hij aan ‘variolae’ overleed: pokken. Johannes Dirk was hiermee één van de laatste slachtoffers van de grote pokkenepidemie die Amsterdam en vele andere delen van de wereld tussen 1870 en 1872 had getroffen. Gedurende deze twee jaar stierf ongeveer één op de 125 Amsterdammers aan deze verschrikkelijke besmettelijke ziekte.

Olievlek
Volgens het jaarlijkse verslag van de burgemeester en wethouders over de toestand van de gemeente in het jaar 1870 was de pokkenepidemie de stad via reizigers binnengeslopen. In de eerste maanden in de aanloop van de epidemie werden alle besmettingen gemeld in het oude stadscentrum. In september 1870 werd een kleine uitbraak geconstateerd in een logement nabij de Groenburgwal: een gezin dat onlangs uit Parijs was teruggekeerd ontdekte dat hun 14-jarige dochter besmet was, gevolgd door haar vader en later de zoon van de logementhouder.

Vanaf november werd het virus echter al in grote delen van de stad aangetroffen, waarna de epidemie zich in 1871 als een olievlek over de stad verspreidde. Pas gedurende 1872 nam het aantal sterfgevallen af, maar juist de armere buurten zoals waar Johannes Dirk woonde, werden niet alleen zeer zwaar maar ook heel langdurig getroffen. Zelfs wanneer we rekening houden met verschillende inwonersaantallen van buurten gold in het algemeen: hoe armer de buurt, hoe hoger de pokkensterfte. Waarschijnlijk had dit zowel met de lagere vaccinatiegraad te maken, als met het feit dat een besmetting moeilijker te ontwijken was in woningen met een grote bevolkingsdichtheid.

Het begin van de pokkenepidemie van 1870-1872 Dit beeld komt overigens ook overeen met de berichten over de slechte gezondheidstoestand in zulke buurten door bezorgde artsen uit die tijd. Niet alleen tijdens epidemieën, maar ook in ‘gewone jaren’, stonden zulke buurten er qua sterftecijfers niet zo gunstig voor. Met name in de talrijke sloppen en stegen in de Jordaan, een bijna verborgen wereld vol met armoedige en vervallen huizen, lag de sterfte onder de gehele bevolking bijna dubbel zo hoog als in huizen aan reguliere straten in dezelfde buurt.

Onderzoeksproject
Ontwikkelingen in zulke historische ongelijkheden in sterfte in Amsterdam tussen 1850 en 1940 staan centraal in het grote onderzoeksproject.  Met de Amsterdamse doodsoorzakenregisters aan de basis, wordt onder meer onderzocht welke factoren verantwoordelijk zijn voor de enorme daling aan sterfte als gevolg van infectieziekten gedurende de negentiende en twintigste eeuw. Het harde werk van vele vrijwillige citizen scientists maakt dit onderzoek mogelijk. Dankzij hen worden steeds meer bronnen uit Stadsarchief Amsterdam gedigitaliseerd, die het mogelijk maken om nieuwe vragen over de alledaagse geschiedenis van leven en sterven in Amsterdam te stellen en te beantwoorden

Historisch centrum Limburg heeft een scanstraat!

0

Op vrijdag 15 juli is de scanstraat officieel geopend. Met deze scanstraat kunnen wij zelf archiefmateriaal gaan digitaliseren en zijn we daarvoor niet meer afhankelijk van andere partijen. Met recht kunnen we daarmee spreken van een mijlpaal die wordt behaald!

Voor de bemensing van de scanstraat hebben we vijf nieuwe collega’s mogen verwelkomen. Ze zijn momenteel druk met het scannen van het archief van de Landen van Overmaas (archiefcode 01.075).

 Om de scanstraat zo efficiënt mogelijk te laten functioneren wordt er hard gewerkt aan een lijst van archieven die het eerst voor digitalisering in aanmerking komen. Daarbij kijken we onder andere naar de materiële staat van het origineel en de raadpleegfrequentie. Scanning On Demand is voorlopig nog niet aan de orde, maar zeker wel iets waar we in de toekomst naartoe willen gaan werken.

100 jaar GIA (Gronings Instituut voor Archeologie)

Een fotogeschiedenis

“Het GIA bestaat 100 jaar. In die 100 jaar is genoeg gedaan en gebeurd om een dik boek te schrijven. Omdat Archeologie een discipline is waar veel informatie in beeld wordt verteld en verwerkt, hebben we voor een andere werkwijze gekozen: we tonen 100 foto’s die samen een afspiegeling vormen van 100 jaar opgraven, topvondsten, de ontwikkelingen in opgraaftechniek maar ook bij het verwerken van data, het onderzoek en onderwijs en de internationalisering. Bij elke foto plaatsen we een korte verklarende tekst, zowel in het Engels als in het Nederlands. De foto’s worden ook geplaatst op Facebook.”

Klik hier voor het volledige bericht
De link is toegevoegd aan het NGV – overzicht Links.

Documenten met details over de Portugese inquisitie komen online beschikbaar

0

Zeldzame documentatie van de Portugese inquisitie met gedetailleerde informatie over de veroordelingsprocessen die 500 jaar geleden plaatsvonden, is voor het eerst gedigitaliseerd in het Centraal Archief voor de Geschiedenis van het Joodse Volk, de Nationale Bibliotheek van Israël in Jeruzalem. De documenten omvatten gedrukte versies van preken die door twee priesters werden gepredikt aan het einde van de processen die zij voorzaten, en een ingebonden manuscript van 60 pagina’s uit de 18e eeuw dat de eerste 130 jaar van de activiteiten van het Portugese Inquisitietribunaal documenteert.  De processen vonden voornamelijk plaats in Lissabon, met een korte vermelding van processen in Tomar.

Het in het Portugees geschreven manuscript bevat informatie over processen die tussen 1540 en 1669 door inquisiteurs werden gevoerd tegen pas bekeerde joden die ervan werden beschuldigd in het geheim door te gaan met het praktiseren van het jodendom. Inbegrepen zijn details van de processen, inclusief data, namen van priesters die hebben deelgenomen en het aantal slachtoffers dat in elk proces is veroordeeld.

Autos-da-fé,  in Nederlands: handelingen op basis van het geloof, waren publieke spektakels waarin de vonnissen van de slachtoffers van de inquisitie werden voorgelezen en uitgevoerd door de autoriteiten. De samenvattingen zijn geschreven in een tijd dat de inquisiteurs, of iemand die aan de processen deelnam, de behoefte voelden om het werk van de inquisitie als een positief iets bij te houden, merkte archivaris Pnina Younger op. Op basis van het handschrift zijn alle samenvattingen door één persoon geschreven, zei ze.

Die samenvattingen werden later in de 18e eeuw in een boek ingebonden als herinnering aan de wreedheid van die processen, legde ze uit. Het boek bevat ook een samenvattende lijst van de processen die op apart papier zijn geschreven en die volgens haar aan het eind van de 19e of het begin van de 20e eeuw zijn samengesteld op basis van het handschrift en het gebruikte papiertype.

In 1536 startte de katholieke kerk de inquisitie in Portugal na een massale toestroom in het land van “anusim”, joden die gedwongen werden zich tot het christendom te bekeren op de vlucht voor de Spaanse inquisitie. De Portugese inquisitie omvatte bijzonder wrede straffen die vaak werden uitgevoerd voor grote menigten die zich verzamelden om te kijken. De rechtszaken stopten na ongeveer 250 jaar, hoewel de Portugese inquisitie pas in 1821 officieel werd afgeschaft, zei Younger.

Hoewel veel van de rechtszaken werden gehouden tegen ‘nieuwe christenen’, werden er ook enkele rechtszaken gehouden tegen ‘oude christenen’, degenen die hun christelijke bloedlijn in het ‘diepe verleden’ konden traceren.  Deze oude christenen pleitten voor hun “zuiverheid van bloed” in de processen die mensen beschuldigden van misdaden zoals judaïsering, godslastering, bezit van verboden boeken, heiligschennis, sodomie en bigamie, zei ze.

Digitale exemplaren van de twee gedrukte preken zullen binnenkort beschikbaar zijn op de website van de Nationale Bibliotheek van Israël op www.nli.org.il/.

De preken waren een belangrijk onderdeel van de strafprocessen en waren niet alleen gericht aan de slachtoffers, maar ook bedoeld als een vorm van discipline voor het publiek dat de autos-da-fé kwam observeren, zei ze.

Een van de gedrukte preken werd op 26 juni 1645 gepredikt op een autos-da-fé door de Augustijner pater Phillippe Moreira. De samenvatting van de gebeurtenis is te vinden in het gebonden boekdeel, zei Younger, terwijl hij het boek opende op de overzichtspagina waar Moreira’s naam en de datum duidelijk te zien zijn.

Deze autos-da-fé wordt ook vermeld in de afzonderlijke overzichtslijst, waarin wordt vermeld dat 11 van de 72 mensen die onder de priester werden berecht, waren veroordeeld tot brandstapel, zei Younger.

De documenten maakten al enige tijd deel uit van de archiefcollectie en waren gecatalogiseerd, zei ze, maar kwamen opnieuw aan het licht in het kader van de hercatalogisering en digitalisering van de bestanden en documenten door de archieven.

Foto’s bewaren

0

Advies: JPG-format,  veel gebruikt voor foto’s en afbeeldingen maar het heeft ook bezwaren.

Genealogen en miljoenen anderen hebben honderden miljoenen digitale foto’s op hun harde schijven en op cd-rom-schijven opgeslagen. Misschien wel het meest populaire bestandsformaat voor digitale foto’s is JPG (of JPEG), een veelgebruikte compressiemethode voor fotografische afbeeldingen. De mate van compressie kan worden aangepast, waardoor een selecteerbare afweging tussen opslaggrootte en beeldkwaliteit mogelijk is. JPEG bereikt doorgaans 10 op 1 compressie met weinig waarneembaar verlies in beeldkwaliteit. Het JPEG-bestandsformaat wordt veel gebruikt vanwege de kleine bestandsgrootte. U kunt het gebruiken op internet, sociale media en voor drukkerijen en albums. De bestandsgrootte kan zo klein zijn vanwege de slimme algoritmen die het bestand kunnen comprimeren door de minder belangrijke afbeeldingsgegevens weg te gooien. Hoewel er slimmere en betere manieren zijn om dit te doen, is de JPEG voorlopig nog steeds de standaard.
JPEG is nog steeds  het meest gebruikte beeldformaat dat wordt gebruikt door digitale camera’s en andere apparaten voor het vastleggen van foto’s, zoals scanners. Het is ook het meest gebruikte formaat voor het opslaan en verzenden van fotografische afbeeldingen op het World Wide Web.
Dit artikel waarschuwt dat JPEG bij ondeskundig gebruik dataverlies en beschadiging van de afbeelding kan geven.

In 1986 was de beeldschermtechnologie ontoereikend voor afbeeldingen op het scherm. De International Organization for Standardization (ISO) besloot te gaan werken aan manieren om fotorealistische afbeeldingen op kleine schermen waar dan ook ter wereld weer te geven.

Rond dezelfde tijd verscheen de Joint Photographic Experts Group (JPEG) op het toneel, die zijn eigen standaard ontwikkelde om grafische bestanden zodanig te comprimeren dat ze op een gemiddelde pc konden worden gebruikt. Ze bedachten het concept lossy compressie, waarbij voor het menselijk oog onzichtbare visuele gegevens werden verwijderd en kleurvariatie werd gereduceerd. De JPEG-standaard specificeert zowel de codec, die definieert hoe een afbeelding wordt gecomprimeerd tot een stroom van bytes en weer gedecomprimeerd tot een afbeelding, als de bestandsindeling die wordt gebruikt om die stroom te bevatten.

Met de komst van digitale camera’s en het World Wide Web brak JPEG echt door. Nu kon iedereen foto’s maken en in bestanden opslaan die klein genoeg waren voor de beperkte opslagruimte op de camera en toch een redelijke beeldkwaliteit hadden. De echte waarde van JPEG ontstond toen je er metadata in kon opslaan, bijvoorbeeld de locatie en datum van de opname en zelfs de camera-instellingen. 

Serieuze fotografen twijfelden vaak nog over opnamen in JPEG omdat ze alle afbeeldingsdetails willen behouden voor nabewerkingen of afdrukken. Maar het bestandstype is nog steeds een favoriet.  

Er zijn later nog verschillende andere compressiemethoden ontwikkeld voor grafische afbeeldingen, waaronder JPEG, GIF en PNG. JPG blijft echter het meest populair voor het opslaan van foto’s en wel om zeer goede redenen. Het opslaan van afbeeldingen in JPG-indeling verbruikt veel minder schijfruimte dan veel andere bestandsindelingen. Dat was enkele jaren geleden heel belangrijk. Echter, naarmate de schijfprijzen zijn gedaald, zijn de vereisten om zoveel mogelijk uit elke kilobyte te persen afgenomen. Hoe goed JPG ook is, Men moet er rekening mee houden dat het ook aanzienlijke nadelen heeft.

Als voordelel van JPEG-bestanden. geldt dat het wereldwijd het bekendste bestandstype – compatibel met de meeste browsers, software en apps. De kleine bestanden zorgen voor snelle overdracht en online toegang. Door verwijdering van alle kleuren die het menselijk oog niet kan onderscheiden – ‘lossy’ compressie genoemd – is de bestandsgrootte van JPEG’s minimaal. Vergeleken met ‘lossless’ bestandstypen zoals GIF is een JPEG-bestand aanzienlijk kleiner. Ook  de nabewerking is eenvoudiger omdat witbalans en verzadiging met de sluiterklik zijn ingesteld.

Nadeel van JPEG-bestanden is dat Lossy’ compressie wel ruimte bespaart, maar bij heel erg gecomprimeerde afbeeldingen gaat dit wel ten koste van de kwaliteit. Afbeeldingen met scherpe randen en lijnen verliezen iets van die scherpte bij compressie. Als je zoveel gegevens verliest, kan dit leiden tot posterisatie: het verlies van geleidelijke overgangen tussen kleuren, waardoor deze te abrupt zijn en de afbeelding blokkerig oogt. Er kunnen ook artefacten verschijnen – aliasing bij de randen, lichteffecten of ruis – die de beeldkwaliteit ernstig verminderen. Je kunt de potentiële valkuilen van artefacten en posterisatie vermijden door foto’s op te slaan als RAW.

Men kan die JPEG-fotografen alleen maar adviseren om voorzichtig te zijn met hun JPEG-bestanden. Aangeraden wordt het bestand nooit een tweede keer op te slaan in JPEG-formaat. Want elke keer dat je dat doet, verlies men kwaliteit. Als men erop staat JPEG te gebruiken, zorg er dan voor dat u de originele JPEG op uw computer bewaart en gebruik deze als het beginpunt van elke correctie die u op dat bestand zou kunnen doen. Sla het gewijzigde bestand altijd op als een nieuw bestand, overschrijf nooit het origineel. Zo behandel je de originele JPEG als een digitaal negatief, van waaruit je als uitgangspunt kunt gaan werken.

Windows Genealogische Software

Overzicht van genologische software geschikt  voor Windows en tevens software gecertificeerd voor toegang tot Familysearch (LDS-kerk)

Gratis Genealogische Software voor Microsoft Windows Ancestral Quest Basics

Commerciele Genealogische Software voor Microsoft Windows

Gens Nostra 2022 – 4 is uit

Van de redactie
In Op zoek naar Cornelia Lamotte neemt Willemijn Döpp ons mee naar het moeizame leven van een eenvoudige volksvrouw in de 19e eeuw. Zij laat zien hoe je door een slimme combinatie van verschillende bronnen van gemeente, gerecht en kranten toch een heel leven in beeld kan brengen. Arme mensen laten toch hun sporen na.

Aansluitend neemt Hans van Felius ons mee naar de middeleeuwen. Hij laats ons de valkuilen zien van geschreven en gedrukte bronnen door meerdere bronnen secuur met elkaar te vergelijken. Hij maakt daardoor korte metten met zogenaamde ‘vaststaande feiten’. Toegegeven, het is vakkundig en specialistisch werk, maar het maakt ons duidelijk dat we niet klakkeloos alles wat geschreven staat voor waar moeten aannemen.

Vervolgens richt Bram Plantinga, bijgestaan door drie leden van de afdeling NGV-Rijnland, de schijnwerper op een bijzondere en onbekende bron voor genealogen. Die onbekendheid kan ook bij vergelijkbare bronnen elders in ons land aan de orde zijn. Een aansporing voor echte speurneuzen onder onsom verder te zoeken.

Op het gebied van wapenkunde geeft Ralf Hartemink een interessant overzicht en analyse van de overheidsheraldiek van de waddeneilanden in Nederland, Duitsland en Denemarken. Je zou een redelijke mate van overeenkomst verwachten, maar er blijken duidelijke verschillen in ouderdom, thema van de afgebeelde objecten en kleurstelling.

Bep Kastelijns ging op zoek naar de oudst bekende voorvader van haar grootmoeder Ingetje Flach en kwam uit bij een Duitse militair uit Waldeck, in dienst van het Staatse leger. Hij trouwde een meisje uit Zaltbommel, kreeg daar nageslacht en maakte daar de omwentelingen mee in de Bataafs-Franse Tijd. Zij vraagt zich af hoe hij dat allemaal beleefd zou hebben.

Antonia Veldhuis heeft dit keer een aflevering van VANALLES gericht op bronnen over zeevaart. Aansluitend heeft zij de tips toegepast in het artikel over Pieter Hendriks Klatter en zijn familie. Het geeft een indringend beeld van de ongewisheid en het harde leven van zeevarende families in de 19e eeuw.

Tot slot weer de rubrieken Boekrecensies en Tijdschriften. De laatste rubriek dit keer wat uitgebreider om een achterstand in te lopen maar meer nog omdat wij door een technische storing een tijdlang verstoken zijn geweest van De Nederlandsche Leeuw. Dankzij de welwillende medewerking van het KNGGW kunnen wij nu in één keer zeven samenvattingen van de nummers uit 2020 en 2021 bieden. Niet onbelangrijk vanwege de zeer omvangrijke recensie van het proefschrift van H.J.J. Vermeulen, ‘Bouwsteen en Toetssteen. Een overweging van de bronnen en methoden van de genealogie (…)’ met een overzicht van de vijf oudste generaties van het Gelderse geslacht de Cock, en de daarop volgende uitgebreide reacties in het kader van hoor en wederhoor. Iedere rechtgeaarde genealoog zou hiervan kennis moeten nemen.

De redactie wenst u veel leesplezier.

Ingelogde leden kunnen hier klikken om de pdf te downloaden en te lezen.

BHIC – Nieuwe bronnen online: juni 2022

0

In juni 2022 zijn de indexen van de volgende bronnen toegevoegd. In de meeste gevallen zijn deze bronnen ook al digitaal te vinden op onze website.

Burgerlijke stand

Geboorten

  • Alphen en Riel: 1858-1870, 1903-1912
  • Berkel-Enschot: 1811-1912
  • Chaam: 1903-1912
  • Gestel en Blaarthem: 1811-1829
  • Goirle: 1903-1912
  • Heusden: 1863-1882
  • Loon op Zand: 1824-1832
  • ’s Gravenmoer: 1811-1912
  • ‘s-Hertogenbosch: 1878
  • Steenbergen: 1869-1902
  • Tilburg: 1811-1812

Overlijdens

  • Eindhoven: 1960, 1962-1964, 1969
  • Helmond: 1961-1969
  • Hilvarenbeek: 1969-1970
  • Luyksgestel: 1969-1970
  • Mpergestel: 1969
  • Nuenen, Gerwen en Nederwetten: 1970
  • Oisterwijk: 1969-1970
  • Oosterhout: 1918-1922, 1970
  • ’s Gravenmoer: 1969-1970
  • Terheijden: 1968-1970
  • Tilburg: 1970
  • Waalre: 1970

Doop-, trouw- en begraafboeken

Dopen

  • Geffen: 1664-1684
  • Megen: 1800-1810
  • Schaijk: 1773-1791, 1796-1813
  • Wanroij: 1667-1784

Trouwen

  • Maren: 1723, 1810
  • Sint-Oedenrode: 1790-1810
  • Wanroij: 1760-1803

Begraven

  • Berghem: 1677-1762
  • Gassel: 1804-1810
  • Heesch: 1671-1762

Schepenbanken

  • Dinther: 1748-1749
  • Erp: 1724-1748
  • Esch: 1809-1810
  • Grave: 1689-1692
  • Kessel: 1793-1796, 1800-1805
  • Lith: 1777-1785
  • Maasland: 1800-1810
  • Maren: 1778-1785
  • Schijndel: 1805-1807
  • Veghel: 1808-1809

Rechtbanken

Strafvonnissen van de arrondissementsrechtbank in Breda: 21 registers uit de periode tussen 1922 en 1926.

Gescande archiefstukken

Via scannen-op-verzoek is een groot aantal archiefstukken gescand en online gepubliceerd. Bekijk het complete overzicht (Excel-bestand)

Foto’s

Aan de digitale beeldbank zijn afgelopen maand ruim 600 foto’s toegevoegd:

  • 2154 – Brabantse actieverleden/collecties van Erik van Zwam, Sylvia Dangé en Susanne Weideveld (625)
  • 1672 – Uden, foto’s van Wim van der Elzen (27)