Nieuwe gegevens over namen van concentratiekamp slachtoffers ontdekt

0
442

Negentig procent van de dossiers van het beruchte kamp Auschwitz werden vernietigd door de bewakers voordat ze vluchtten, maar een onlangs voltooide tweejarige samenwerking met het Arolsen-archief in Duitsland brengt nieuwe informatie aan het licht. Dit heeft de voorheen onbekende identiteit van naar schatting 4.000 kampgevangenen en informatie over 26.000 anderen blootgelegd.

Momenteel zijn de identiteiten bekend van ongeveer 300.000 gevangenen van de 400.000 die naar schatting in het kamp zijn vastgehouden. Onder de namen zijn die van de Franse verzetsstrijder en schilder Leon Delarbre en de Poolse kunstenaar Franciszek Jazwiecki ontdekt, wiens huiveringwekkende portretten van gevangenen te zien zijn in het kampmuseum. De twee schilders werden op een gegeven moment overgebracht van Auschwitz naar Buchenwald en het is in de archieven van dat kamp, die bewaard zijn gebleven in het Arolsen-archief, dat er nieuwe informatie over hen werd gevonden. Het dossier van Delarbre bevat een foto, zijn adres in de Franse stad Belfort, zijn geboortedatum, een beschrijving van zijn uiterlijk inclusief zijn ontbrekende tanden en de datum waarop hij tussen de kampen werd overgebracht. Delarbre en Jazwiecki overleefden beiden de kampen, maar de laatste stierf een jaar na zijn vrijlating aan tuberculose.

Afgezien van de gevangenen van het kamp, zijn nog eens 905.000 mensen die daarheen werden gebracht en bij aankomst werden uitgeroeid, zonder gegevens achter te laten. Hun namen komen soms alleen voor op transportdocumenten die de nazi’s gebruikten,.

Het Arolsen Archief bevat ongeveer 30 miljoen documenten, waaronder de archieven van de SS en de Gestapo en archieven uit de concentratiekampen. In de loop der jaren heeft men informatie verstrekt aan de families van voormalige gevangenen en pas sinds 2007 zijn ze opengesteld voor wetenschappelijk onderzoek. De bestanden kunnen onverwachte informatie opleveren. Een enkel verslag bevat soms details over alle leden van de familie van een gevangene – hun namen en leeftijden en een vermelding of ze ook in Auschwitz of een ander kamp werden vastgehouden, of ze stierven of dat ze werden verplaatst. Met één naam kan men dingen te weten komen over andere mensen waarvan we niet wisten dat ze in Auschwitz werden geïnterneerd. In totaal zijn 120.000 documenten met betrekking tot Auschwitz-gevangenen gedigitaliseerd als onderdeel van het project. Onder de ontdekkingen waren veel verslagen van Hongaarse Joden die na mei 1944 naar Auschwitz werden vervoerd en waarvan de namen niet in een ander archief voorkomen. Twee van hen, de broers Jeno en Mor Hoffmann, werden verplaatst van Auschwitz naar Buchenwald en terug. Hun dossiers bevatten de namen van hun ouders en hun vrouwen, die allemaal ook gevangenen waren.

Auschwitz is ’s werelds grootste begraafplaats zonder graven. Onderzoekers willen de identiteit van zoveel mogelijk gevangenen vaststellen. Met behulp van databases en digitale technologie kunnen onderzoekers nu de routes traceren die gevangenen in heel Europa hebben afgelegd toen ze over de nazikampen werden verspreid.

Bron:  de Jerusalem Post