De Stichts Heraut Jaargang 32, 2020-1

0
76

Inhoudsopgave

Van de redactie; Van de voorzitter; Afdelingsnieuws; Excursie Museumwerf Vreeswijk zaterdag 18 april 2020; Nieuwe leden; Nieuwe leden stellen zich voor; Lezingen; Vervolgverslag van de lezing “Woeste wijven en wijze vrouwen” door Wendy de Keizer op 11 september 2019; Verslag tienminutenpraatjes 13 november 2019; Willem van Zon over Vrouwenwapens; Yvonne Jansen over Jong en Oud; Tijdschriftennieuws; Toelichting cirkeldiagram; Cirkeldiagram kwartierstaat Boessenkool – Nawijn; Tips en Weetje; Famillement; Diversen; Politieverslagen brigadier Roskam; Antwoorden genealogische vraag; Agter ’t Weistraat door Hilbrand de Bruijn; Oproep Stichtse Heraut digitaal ontvangen; Paleografie; Transcriptie nr 4 – november 2019; Nieuwe opgave; Stichtse Heraut Namenindex 2019

“Woeste wijven en wijze vrouwen”
Vervolg van het verslag van de lezing door Wendy de Keizer op 11-09-2019, Stichtse Heraut, nr 4, november 2019 door Marijke Lambermont

Klopjes
Ten tijde van de Unie van Utrecht in 1579 woonden in de Mariahoek bij de Oudkatholieke schuilkerk Sint Gertrudskapel begijntjes of klopjes. Dit waren vrouwen die een geestelijk leven leidden maar zich niet hadden teruggetrokken in een klooster. Er zijn verschillende verklaringen voor de herkomst van de naam klopje.

Maria van Pallaes (1587-1664)
Maria van Pallaes stamde uit een oud Utrechts patriciërsgeslacht. In 1606 trouwde zij met Hendrick van Schroyesteijn. Uiblijkt dat zij meer goederen en kapitaal inbracht dan haar toekomstige echtgenoot. Hendrick en Maria kregen zes kinderen. Maria overleefde haar man en haar kinderen. In 1649 had zij geen erfgenamen meer en om te voorkomen dat het grote familiekapitaal zou vervallen aan de gemeenschap, besloot zij het geld te besteden aan armenzorg.

Catharina van Rennes (1858-1940)
Zij was heel muzikaal, kon goed zingen, Maar was geen makkelijk meisje, was brutaal. Zij wilde iets doen met haar muzikale talenten. Ze slaagde in 1883 voor piano-onderwijs en in 1884 voor solozang en zangonderwijs. Daarna maakte ze carrière als sopraanzangeres in oratoria. In 1887 werd ze, tegen haar verwachting in, niet aangenomen als zanglerares aan de Toonkunst-Muziekschool in Utrecht. Daarom stichtte ze haar eigen zangschool voor kinderen ‘Bel Canto’, die in verschillende steden dependances kreeg. Ze ontwikkelde een eigen onderwijsmethode, die gericht was op zelfwerkzaamheid en creativiteit.

Jacoba Johanna van Schoonheim (1832-1911)
Omdat zij zeer Oranjegezind was werd zij ook wel genoemd Ka Blommers of Oranje Ka. Ka Blommers dreef een pension op de Zandstraat 54-55 in Wijk C, het Oranjehuis genaamd. In 1863 werd op verzoek van de bewoners de naam Zandstraat veranderd in Oranjestraat. Van socialisten moest zij niets hebben. Zij wordt gezien als de grondlegster van de vrijmarkt op Koninginnedag in Utrecht.

Ina Boudier-Bakker (1875-1966)
Na de dood van twee jongere broertjes groeide Ina Bakker op als enig kind in een beschut, gegoed burgerlijk gezin. Zij woonden Achter de Dom. Ina was eenzaam tijdens haar jeugd. Na de hbs, de kweekschool en enige jaren mo Nederlands en Frans is zij een tijdje onderwijzeres geweest.
Een toelage stelde haar in staat haar baan op te geven en zich toe te leggen op het schrijven van o.a. psychologische romans. Zij kon niet tegen bekrompenheid. Ondertussen was ze in 1902 getrouwd met Henricus Anthonius Boudier, Hoofdambtenaar PTT. Zij had graag kinderen gewild, idealiseerde het moederschap maar bleef kinderloos.

Truus Schröder (1889-1985)
Zij werd geboren te Deventer als Geertruida Antonia Schräder. Zij trouwde met de advocaat Adriaan Christiaan Schröder, maar was niet gelukkig in dit huwelijk. Tijdens haar huwelijk liet zij rond 1921 door Gerrit Rietveld in haar huis aan de Biltstraat 423 (voorheen 135) te Utrecht een kamer verbouwen. Zij hadden meteen een klik. Na de dood van haar man wilde zij niet in het huis blijven wonen en vroeg Rietveld te helpen zoeken naar een nieuw huis. Hij kon niets vinden en samen ontwerpen zij een nieuw woonhuis aan de Prins Hendriklaan 50, dat later wereldberoemd werd onder de naam Rietveld Schröderhuis

Vrouwenwapens
Willem van Zon houdt een praatje over Nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot Vrouwenwapens.
De genealogische interesse moderniseert. Sinds 1995 is er een trend om stamreeksen langs matrilineaire lijn, de afstamming van moeder op moeder, uit te zoeken. Het aantal vrouwen dat aan genealogie doet is tussen 1946 en 2000 gestegen van 4% naar 24%. In 2008 bracht onze afdeling de jubileumuitgave Dameslijnen uit met 90 matrilineaire stamreeksen. De afdeling Gooi en Eemland kwam al een aantal jaren eerder met een matrilineaire jubileumuitgave. In de heraldiek volgt het familiewapen de mannelijke lijn. Prof. Annelies van Bronswijk heeft onderzocht waar de inwoners van Zeelst vandaan komen. Hiervoor maakte zij vooral gebruik van vrouwelijk (mitochondriaal) DNA-onderzoek. Zelf afkomstig uit Zeelst heeft zij een familiewapen van haar stammoeder laten ontwerpen.

Toelichting bij de kwartierstaat Boessenkool – Nawijn.
Van mijn familie Boessenkool is voor het eerst melding in de doopboeken van Staphorst / Rouveen / IJhorst – in de 17e eeuw één gemeente. Vrijwel allen hadden een boerenbedrijf van geringe grootte. De naam Boessenkool werd door velen op eigen wijze weergegeven: Boezekool, Buzenkool, Boesekool en andere varianten.
In mijn tak van de familie komen twee schrijfwijzen voor: Boessenkool en Boesenkool. De oudste broer van mijn grootvader gebruikte één –s-, de rest van ons schrijft de naam met –ss-.

Politieverslagen brigadier Roskam – laatste deel
(voorgaande delen opgenomen in de Stichtse Heraut 31e jg, nr. 2, 3 en 4)
door Hetty Venema

Bewakingsgebied en van het Groepspersoneel van Sectie III
Verslag van de gang van zaken in het bewakingsgebied en van het Groepspersoneel van Sectie III. Groep 6 over de maand October 1953. 2 October trof de a.v.p. (agent van politie) A.J.v.Schaik op het Stadionplein een 4-tal jongens van plm. 14 jarige leeftijd aan, allen afkomstig uit Baarn. Zij durfden uit school niet naar huis te gaan en waren van plan naar Frankrijk te gaan. Zij droomden waarschijnlijk van heldendaden in het Vreemdelingenlegioen. De tocht eindigde echter aan het Hoofdbureau van de Utrechtse politie, die voor transport naar Baarn zorgde.

Agter ’t Weistraat… door Hilbrand de Bruijn
Wie zoals ondergetekende nogal wat rooms-katholieke voorouders aan de zuidkant van Utrecht heeft, komt vroeg of laat dopen of huwelijken tegen in de ‘statie Agter ’t Weistraat’, waarvan de naam allerlei varianten kent, waaronder ‘Achter Twijnstraat’. Waar mag dat wel geweest zijn?
Volgens Wikipedia wordt voor het eerst in 1337 melding gemaakt van ‘de Twijstraten’. De naam zou te maken hebben met de aanwezigheid van mandenmakers. Twijestraat is dan een verwijzing naar de twijgen (twije) die ze gebruikten. Pas onlangs is me duidelijk geworden dat met de statie Agter ’t Weistraat de voorloper van de Martinusparochie bedoeld moet zijn (*1). Ik bracht een bezoek aan het huis (thans hotel) Oudegracht 399, naast de (voormalige) Martinuskerk. Dit van oorsprong middeleeuwse huis heeft onder diverse namen bekend gestaan zoals De Zwarte Haan, De Haan, De Mast (?), ‘gelegen Achter ’t Weistraat’. Met deze laatste aanduiding werd (tot 1917) dit deel van de Oudegracht bedoeld. Aldus de huidige eigenaar van het huis.