11 en 30 nummer 99

0
157

INHOUDSOPGAVE, AFDELINGSPROGRAMMA, AANVULLINGEN OP DE LEDENLIJST, 11 EN 30 DIGITAAL, OPROEP THEMANUMMER 2021, BÖLGER EN VAN DER MEULEN, TROUWFOTO, TBC, DE INITIALEN VAN MIJN OVERGROOTMOEDER, AAFKE GESINA VAN HULST, STOF, KROONDIJK, SCHUILINGA EN DE BOER, ALLEMAAL ÉÉN FAMILIE, AKKE VAN DER BIJL (1899-1985), BIJ DE VOOR- EN ACHTERPAGINA.

BÖLGER EN VAN DER MEULEN
door B.D. van der Meulen te Leeuwarden
De werkzaamheden in ons appartement zijn zo verdeeld, dat mijn vrouw familieberichten knipt uit allerlei kranten voor haar imposante verzameling. Eventuele dubbelen krijgen een andere bestemming. Vroeger ging dat bijvoorbeeld naar het verenigingscentrum, maar sinds de digitalisering heeft toegeslagen hoeft dat niet meer. Het kan nu vaak wel bij het oud papier. Ook het oude materiaal wordt gesaneerd. Mijn taak is het deponeren van de overtollige rest in de papiercontainer, die elke vrijdagmorgen aan de straat wordt gezet om geleegd te worden.
Onlangs zag ik in de weg te gooien knipsels een overlijdensbericht van een Bouwe Bölger. Zelf heet ik Bouwe en in 2017 mocht ik samen met Piet Nieuwland voorouders en verwanten van Mata Hari publiceren in het Genealogysk Jierboek van de Fryske Akademy.
Vanaf 1984 had ik veel verzameld over de betrokken Van der Meulens. De nummers 12 en 13 in de kwartierstaat van Mata Hari waren Bouwe van der Meulen en Antje Haitsma, die op 22 januari 1798 in Franeker zijn getrouwd. Zij kregen elf kinderen: Janneke (1798-1799), Yde (1800-1885), Janneke (1802-1871), Jisselina (1804-1844), Paulus Haitsma (1806-?), Janke Henderika (1807-1807), Johannes Henderikus (1809-1881, de grootvader van Mata Hari), Pieter Luitjes (1812-1837), Henderikus Boudewijn (1814-1816), Aegeus Haitsma (1816-1860, via de oudste dochter Aaltje veel nakomelingen Steensma) en tenslotte Antje (1819-1907).

In de Encyclopedie van Friesland (1958) komen twee nakomelingen voor:
BÖLGER, Bouwe (Franeker 19.10.1828-Bolsward 19.12.1908). Had een bloeiende theehandel te Bolsward. IJverde voor cultureel werk. Zie: Slj. en Rj. (1908), 367, 595-596.

BÖLGER, Bouwe, ingenieur (Bolsward 30.8.1895-). Sedert 1941 secretaris R.S. Stokvis & Zonen N.V., Rotterdam, sedert 1946 lid van de directie. Van 1947-53 voorzitter afdeling Techn. Econ. van het Kon. Inst. v. Ingenieurs, 1955 lid algemeen bestuur Kon. Ned. Jaarbeurs.

TROUWFOTO
door Nynke Groeneveld-Buis uit Bussum
Verhalen
Mijn moeder Klaaske Dieuwke Aninga was 94 jaar toen ze stierf. Als kind had ik een doodhekel aan alle verhalen over haar Pake Oene Aninga de hoofdonderwijzer in Ouwsterhaule of over Nederlandsch-Indië waar ze opgroeide. Maar toen ik mij in de geschiedenis van mijn familie verdiepte, wilde ik wat graag alles weten. Alles! Gelukkig leefde mijn moeder nog en beschikte ze over een goed geheugen. Ik vroeg haar waarom haar moeder in Bandung begraven was en hoe de boerderij van Pake Ruurd Terpstra er van binnen uitzag? Ik stelde vragen, zij vertelde haar verhalen en ik schreef ze op. Dat kwam me later bij het schrijven van mijn boek “Voorouders uit de kist” goed van pas. Één onderwerp bleef jammer genoeg onderbelicht. Dat was mijn moeders 1e huwelijk. Adriaan noemde zij haar eerste man. Ik kende zijn achternaam uit de huwelijksakte: “Rotman.” Kinderen zijn sterk in het niet doorvragen als ze daarmee een ouder in verlegenheid brengen. Blijkbaar ik ook, want over dit huwelijk wat duurde van 1937 – 1939, staat in mijn aantekeningen slechts het volgende beschreven: Ma: “Adriaan was een zakenman, hij was ouder, ik was zijn huishoudster en we woonden in Apeldoorn”. Slechts één vraag stelde ik: “Waarom ben je bij hem weggegaan? Hierop antwoordde mijn moeder: “Het ging mis met hem, geestelijk.”

Geen TBC
Ziekte en epidemieën zijn van alle tijden. Ze grijpen in op het persoonlijk leven en soms op de hele maatschappij. Dit is het verhaal van een gezin waar TBC slachtoffers maakte.
Jelle van der Wal, geboren op 11 juni 1861 te Sint Annaparochie, is schoenmaker en barbier. Beitske Duïng, geboren in 1862, is sinds 1885 zijn vrouw. Hij verdient de kost en zij zorgt voor de huishouding. Als ze in juni 1885 trouwen, is Beitske al in verwachting van hun eerste kindje, Antje. Ze komt in november 1885 ter wereld, maar wordt al snel ziek en overlijdt vlak na haar tweede verjaardag.
Na haar zullen nog verschillende kinderen uit het gezin sterven.

NB. TBC werd vroeger als een familiare ziekte beschouwd tot Robert Koch in 1882 de TBC-bacil ontdekte. De laatste jaren is men er achter gekomen dat sommige familie meer bevattelijk voor de TBC zijn, omdat de immuunreactie tegen deze ziekte door erfelijke factoren ten dele wordt bepaald. (JWK)

DE INITIALEN VAN MIJN OVERGROOTMOEDER
door Tineke Hartman te Leeuwarden

Veertien jaar geleden was “mijn dierbaarste bezit” het thema van 11 en 30 (nummer 41 van januari 2006). Het was een succesnummer. De vraag was toen: schrijf een artikel over een dierbaar voorwerp of een herinnering. Ik dacht na over diverse dingen uit onze familie die ik in mijn bezit heb. Maar welk voorwerp was mij het meest dierbaar? Daar wilde ik dan wel over gaan schrijven. Nu is het zo ver dat het artikel klaar is!

Pake haalde een doosje te voorschijn uit het theekastje waar de zilveren oudheden van beppe in lagen. Daarbij twee zilveren hengsels waar geen stoffen beursje meer aan zat. Beide waren wel enigszins beschadigd en er was ook al door een zilversmid aan gerepareerd. Ik mocht kiezen welke van de twee ik wilde hebben. Ze waren beide heel mooi. In het zilveren pepermuntdoosje zijn de initialen A.T.T. en het jaartal 1882 gegraveerd. Natuurlijk heb ik me wel eens afgevraagd van wie het geweest zou zijn. Mijn vader vertelde dat hij dacht dat het van zijn oma was geweest.  Het opsporen van de gegevens was niet eenvoudig.

Hieronder plaats ik nog de informatie over de gezinnen van Aaltje Tijsses Tijsma en haar zuster Hiltje.

Aaltje Tijsses Tijsma, geb. 10 april 1860 te Ferwoude, bij huwelijk dienstmeid wonende te Abbega, ovl. 10 oktober 1919 te Oudega (W), dochter van Thijs Wiebes Thijsma en Hinke Ykes Bandstra, tr. 3 mei 1884 te Wymbritseradeel met Hendrik Jans Jagersma, geb. 18 mei 1850 te Exmorra, visser, wonende te Hieronder plaats ik nog de informatie over de gezinnen van Aaltje Tijsses Tijsma en haar zuster Hiltje.

Aaltje Tijsses Tijsma, geb. 10 april 1860 te Ferwoude, bij huwelijk dienstmeid wonende te Abbega, ovl. 10 oktober 1919 te Oudega (W), dochter van Thijs Wiebes Thijsma en Hinke Ykes Bandstra, tr. 3 mei 1884 te Wymbritseradeel met Hendrik Jans Jagersma, geb. 18 mei 1850 te Exmorra, visser, wonende te

AAFKE GESINA VAN HULST
door Sytze Giezen te Leeuwarden en Hannie Faassen te Stiens
Wie was Aafke Gesina (Sien) van Hulst? Zij was het tweede kind in het gezin van Jan van Hulst en Rijkje Tjallingii (die totaal 7 kinderen kregen waarvan er twee jong zijn overleden) en kan gezien worden als pionier van de wijkverpleging in Nederland.
Vader was ‘steenfabrikant’ en mede-eigenaar van plateelbakkerij J. van Hulst te Harlingen. Ook was hij Doopsgezind voorganger. Het bedrijf heeft 299 jaar bestaan. De laatste eigenaren waren twee broers van Aafke. Als vader Jan van Hulst in 1884 overlijdt is Sien pas 16 jaar. Haar moeder vraagt haar om voor haar broer te gaan zorgen die aan epilepsie lijdt.
Ze gaat dan ook zoals ze zelf zegt ‘op de tast’ aan het werk. Ze vraagt wel advies aan een huisarts met wie haar ouders bevriend zijn. Deze huisarts (Pieter Hendrik van Eden) is, in tegenstelling tot veel artsen en bestuurders van zijn tijd, een groot voorstander van ‘ziekenverpleging thuis’, in plaats van ‘ziekenhuisverpleging
Sien verpleegt vanaf haar 26e ook andere mensen in Harlingen in hun eigen huis. In 1896, richt ze in Harlingen de Vereniging voor Wijkverpleging en Ziekenzorg op. Het principe van deze vereniging is ‘contributie naar draagkracht, maar werken voor iedereen, zonder aanzien des persoons’. Kennelijk spreekt dit motto de bevolking aan, want direct na oprichting heeft deze vereniging tachtig leden.
In 1902 maakt Sien van Hulst van haar Harlingse vereniging een plaatselijke afdeling van de landelijke vereniging voor wijkverpleging Het Groene Kruis en introduceert hier haar motto ‘Voor Allen Door Allen’. Na vijftien jaar uitvoering gaat Sien na 1909 verder vanuit het landelijke bureau van de vereniging in Utrecht, als bestuurder en propagandiste.
Ze heeft een aantal boeken geschreven die nog jarenlang zijn gebruikt onder meer bij de opleiding Kinderverzorging en opvoeding.
Bron: De tekst is deels overgenomen van de site van KMVB.nl.

Kwartierstaat van Aafke Gesina van Hulst
Generatie I
1. Aafke Gesina van Hulst, geb. Harlingen 28 jan 1868, ovl. Utrecht 11 jan 1930.
Generatie II
2. Jan van Hulst, geb. Harlingen 3 sep 1839, ovl. Harlingen 18 aug 1884, tr. Harlingen 28 jun 1866
3. Rijkje Tjallingii, geb. Harlingen 19 sep 1845, ovl. Harlingen 9 okt 1919.
Er worden 31 kwartieren  gegeven.

STOF, KROONDIJK, SCHUILINGA EN DE BOER, ALLEMAAL ÉÉN FAMILIE
door Hannie Faassen Stiens
Dit verhaal begint met het echtpaar Hans Ysebrands, geb. Oldelamer, doet 27 mei 1745 belijdenis in Rohel en vertrekt in mei 1747 naar Oldelamer. Hij trouwt te Oldelamer op 28 april 1743 met Neeltjen Jacobs, afkomstig uit Scherpenzeel, doet 27 mei 1745 aldaar belijdenis en vertrekt in mei 1747 naar Oldelamer.
Het beroep van Hans is niet bekend, maar gezien de omgeving waarin hij steeds woont zou hij een beroep in de turfafgravingen gehad kunnen hebben.
1. Jacob Hanzes, geb. Rotsterhaule, ged. Sintjohannesga 27 dec. 1744 (doet 22 april 1785 belijdenis Oldelamer), ovl. Wolvega 27 juli 1812 aangifte gedaan door Hendrik Jacobs Stof, als zoon, otr. Vries 1-04-1775, tr. Oldelamer 14 mei 1775 met Geesje Hendriks, afkomstig uit Tynaarlo (Taarlo) circa 1753, ovl. Wolvega 29 juni 1813 Aangifte door Hans Jacobs Schuilinga, zoon.
2. Geertje Hansen, ged. Sintjohannesga 4 sept. 1746.
3. IJsebrand Hanses (Isebrand ), ged. Sintjohannesga 1 jan. 1749, otr. (1) Oldelamer, tr. Rolde 8 juni 1772 met Hendrikje Jansen Popken, tr. (2) met Jannetjen Carsten.
4. Geesje Hanzen, geb. onder de klokslag van Rottum, ged. Sintjohannesga 10 okt. 1751, ovl. voor 1818, tr. Wolvega 25 aug. 1776 met Albert Meinen van den Berg, zn. van Meine Wiebes en Aaltje Alberts, ged. Wolvega 9 nov. 1738, ovl. Oldeholtpade in het huis nr. 52 15 feb. 1818.
5. Klaas Hansen de Boer, geb. Sintjohannesga onder de klokslag van Rottum 18-02-1755, ged. Sintjohannesga 2-03-1755, ovl. Oldetrijne 1 nov. 1838, tr. (1) Oldelamer 14 mei 1780 met Aaltje Jans Nieuwenhout, dr. van Jan Wouters en Froukje Jochems Nieuwenhout, ged. Wolvega 17 okt. 1756, ovl. Spanga 23 juli 1823.
Hij tr. (2) Weststellingwerf 5 dec. 1833 met Hendrikje Andries Korteschijl (Korteschyl), dr. van Andries Geerts Korteschijl en Meintje Roelofs Postma, geb. Oldetrijne 30 nov. 1803, ged. Oldetrijne 4 dec. 1803, ovl. Nieuwehorne 25 feb. 1888. (Zij tr. (2) Weststellingwerf 9 feb. 1842 met Gerrit Jans Schreur, zn. van Jan Gerrits Schreur en Grietje Everts Loen).
6. Marigje Hansen, geb. Oldelamer 19 dec. 1757, ged. Oldelamer 25 dec. 1757, ovl. Nijeholtwolde 6 juli 1840, tr. Wolvega 16 mei 1784 met Jelle Reeuwerts Koopstra, zn. van Rieuwert Roukes en Trijntje Jelles, geb. Nijelamer circa 1758, ovl. Nijeholtwolde 11 sept. 1832.

7. Jakob Hansen (de jonge) Kroondijk, geb. Oldelamer 18 april 1760, ged. Oldelamer 20 april 1760, boer, ovl. Oldelamer 30 nov. 1839, tr. Oldelamer 10 mei 1789 met Tryntie Rinkes (Rintjes, Renchjens, Reyngjes), dr. van Reingjen Jannis en Annegien Roelofs, ged. Oldelamer 11 okt. 1767, boerin, ovl. Oldelamer in het huis nr, 7 2 okt. 1827.
Akke van der Bijl, geb. Lemmer 11 juni 1899, overl. Joure 26 aug. 1985, dr. van Pieter van der Bijl en Wietske Tjeerds Jansma, tr. Lemmer 15 febr. 1923 Sake Annes Visser, geb. Lemmer 29 okt. 1898, timmerman, overl. Lemmer 26 juli 1974, zn. van Anne Visser en Hebeltje Wildschut. De foto van Akke van der Bijl (mijn grootmoeder) is al jaren in mijn bezit. Ik wist alleen dat deze foto rond 1919 in Haarlem gemaakt zou zijn en dat Akke daar destijds werkte als dienstmeisje. Het is er nooit van gekomen om naar Haarlem te gaan en daar het dienstboden/bevolkingsregister te raadplegen. Een verre reis voor één klein dingetje.
Maar via internet leer je mensen kennen zoals Henriëtte Adema. Zij woont in Haarlem. Toen zij onlangs vroeg of ze iets voor mij kon doen dacht ik meteen aan de foto van beppe Akke. Dus ging Henriëtte voor mij naar het Noord-Hollands archief. Ze vond Akke niet in het register van Haarlem maar in het register van Heemstede.
Akke stond ingeschreven van 18 november 1918 tot 10 november 1920, op het adres Berkenrodestraat 27 te Heemstede bij H.J. ten Bokkel Huinink. Zo had ik in korte tijd al snel meer gegevens bij de foto van Akke. De vraag blijft hoe een meisje uit Lemmer in Heemstede terecht kwam.
Riek had een advertentie geplaatst voor een ‘meisje’ in het Haarlem’s Dagblad op 12 oktober 1918.

Dit artikel toont aan het  nut van  het dienstboden register voor de genealogie. Dit register is een onderdeel van het bevolkingsregister. Het was bedoeld voor mensen die erg vaak van woonplek veranderden. Het bevat niet alleen de dienstboden maar ook de knechten, nijverheidslieden, schippersgezinnen, seizoenarbeiders, bewoners van gestichten en marechausseekazernes.  (JWK)
Dit is een zeer lezenswaardig nummer met boeiende levensverhalen (JWK)