De luchtoorlog boven bezet Nederland wordt deels uitgevochten tijdens de meidagen van 1940 met luchtlandingen bij de Moerdijkbrug en Den Haag en met het bombardement op Rotterdam. Tijdens de bevrijding van Nederland in 1944 en 1945 vechten de Duitse en geallieerde luchtmachten ook veelvuldig in de lucht. Maar ook in de tussentijd wanneer de geallieerden via bezet Nederland naar Duitsland vliegen om te bombarderen of bezet Nederland zelf bombarderen, met vaak burgerslachtoffers als gevolg. Ook crashen daarbij regelmatig vliegtuigen in bezet Nederland.
Nederland vertrouwde op de diverse waterlinies om de vijand zo lang mogelijk tegen te houden. Doordat de Duitsers oorlogsmaterieel en parachutisten achter de waterlinies dropten bleek dit uiteindelijk valse hoop te zijn.
Nadat de Duitsers de slag om Engeland verloren hadden, zagen zij zich verplicht hun aandacht op defensieve maatregelen te vestigen.
In 1941 wordt duidelijk dat de nachtelijke bombardementen van de RAF weinig effectief zijn. Vanaf het jaar erna wordt niet meer verspreid aangevallen door individuele toestellen maar worden veel bommenwerpers tegelijk naar één of enkele doelen gestuurd.
Op de site oorlogsbronnen leest u hierover een compleet verhaal
Op deze themapagina kunt u meer te weten komen over de bombardementen en vliegtuigcrashes.
Verder wordt daar de hele impact van de luchtoorlog en de diverse fasen erin inzichtelijk gemaakt.