Funerair erfgoed Limburg staat onder druk

0
178

Afbeeldingen van graven zijn vaak een onderdeel van een familie geschiedenis. Hier is een waarschuwing op zijn plaats: er vindt momenteel een kaalslag plaats op Limburgse kerkhoven en begraafplaatsen. Behoud van bijzondere grafmonumenten en graven als cultuurhistorisch erfgoed staat in Limburg niet meer hoog op de agenda. Graven worden rücksichtslos geruimd als er niet meer voor wordt betaald. Parochies en gemeenten hebben nauwelijks aandacht voor behoud van bijzondere graven. Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Funerair Erfgoed Limburg.

Anno 2020 laat circa 65 procent van de Nederlanders zich cremeren. Op deze manier verliest Limburg veel van zijn funeraire cultuur. Op zowel gemeentelijke begraafplaatsen als parochiale kerkhoven worden bovendien graven waarvan de grafrechten zijn verstreken geruimd, vaak in combinatie met het verwijderen van het grafmonument. Deze twee ontwikkelingen veroorzaken samen een steeds duidelijkere ‘kaaislag’ op begraafplaatsen en kerkhoven in de provincie Limburg; ze bieden her en der al een ‘lege’, soms zelfs desolate aanblik. Ook elders in Nederland is deze kaaislag zichtbaar, maar de indruk bestaat dat deze zich met name in de zuidelijke, van oorsprong rooms-katholieke provincies ernstiger manifesteert.

Met het ruimen van graven en verwijderen van grafmonumenten dreigt een steeds groter deel van het zicht- en tastbare funeraire erfgoed in onze provincie voorgoed te verdwijnen.
Voorafgaand aan het ruimen en verwijderen wordt immers lang niet altijd de vraag gesteld of het te verwijderen grafmonument bijzonder is en of de in het graf begraven persoon een rol heeft gespeeld die het in stand houden van het graf rechtvaardigt. Met andere woorden: bij ruiming en verwijdering wordt onvoldoende rekening gehouden met de mogelijke cultuurhistorische waarden van graven en grafmonumenten.
Stichting Funerair Erfgoed Limburg (SFEL) is van mening dat dit een zeer onwenselijke situatie is. Zij wil dan ook de huidige toestand van het funeraire erfgoed in onze provincie in kaart brengen om vervolgens actief een bijdrage te kunnen leveren aan oplossingen voor het probleem van steeds verdergaande kaaislag en het daarmee gepaard gaande verdwijnen van funerair erfgoed. Al in 2010 adviseerde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om per begraafplaats een lijst van bijzondere graven aan te leggen. Met een dergelijke lijst kan enerzijds het definitief verdwijnen van funerair erfgoed worden voorkomen en kunnen anderzijds besluiten tot ruiming van graven en verwijdering van grafmonumenten op verantwoorde wijze genomen worden.

Het zou goed zijn wanneer plaatselijke vrijwilligers deze grafmonumenten via digitalisering van een foto van het monument voor het nageslacht zouden kunnen vast leggen. Ook voor de heemkundige verenigingen zou hier een taak kunnen zijn.

In hoeverre we hier een typisch Limburgs probleem aansnijden is onduidelijk. Vast staat wel dat de financiën van veel kerken en bisdommen steeds kariger worden en dat men steeds nauwgezetter op mogelijke inkomsten gaat letten.