Delfland Jaargang 29, nr. 2, juni/juli 2020

0
115
Inhoudsopgave
Van het Bestuur en de Redactie
Berichten uit de afdeling 
– Agenda afdelingsbijeenkomsten
Bijeenkomsten van anderen
Bestuursmededelingen 
Ledenbestand
In Memoriam Pieter van der Kruk (1941-2020)
Inloopspreekuur voorouderonderzoek
Nieuwe leden stellen zich voor
Genealogische hoek 
Achter de gevels van Delft (vervolg)
Nog meer cholera in Delft
SHIFT ef_zeven 
Stadsarchief Rotterdam + stamboommateriaal voor kinderen
Stadsarchief Delft – ander adres op Twitter!
Mackaays door de eeuwen heen
Rijswijkse Rouwprentjes (met scans !)
Algemene informatie 
Archiefnieuws 
Zoekhulpen van het Nationaal Archief
Online plaatsen oude foto’s: Gerechtshof Den Haag vernietigt uitspraak
Corona
Familie in Beeld nr. 7
Boekennieuws 
Hoeden en petten en dameskorsetten!
Diversen 
(Oude) Negatieven en Dia’s Scannen voor PC en voor afdrukken
Aparte oproep van een Canadees, in de krant
Coronacollectie015
Vraag en Antwoordrubriek 
Een Bokkenrijder in Delft? Een nog lopend onderzoek ………..

In Memoriam Pieter van der Kruk (1941-2020

Zie hiervoor eerder op deze site. In dit nummer worden enkele van zijn publicaties gepubliceerd om hem te eren en dat is heel wat. Groot verlies voor de Nederlandse genealogie.

Achter de gevels van Delft
Samenvatting van de voordracht door Piet van der Kruk

Drukke huishouding in 1882
Iemand die maar heel kortstondig in het huis woonde, was in 1882 de weduwe Johanna Appels-de Roo met haar twee kinderen. Haar man Balthazar Appels overleed al in 1855 en werd slechts 51 jaar. Ten tijde van hun huwelijk in 1833 was Balthazar in dienst van het Tweede Bataillon der Tweede Afdeling Mobile Zuid-Hollandsche Schutterij. Na zijn dienstplicht te hebben vervuld nam Balthazar zijn oude beroep van veerschippersknecht weer op. Het pensioen dat zijn vrouw Johanna genoot was niet toereikend, daarom werkte zij ook als kledingnaaister. Verder verschafte zij ook haar moeder de weduwe Catharina Johanna van Zuijlen-Appels onderdak. Ook zij verdiende wat bij als kledingnaaister. Daarnaast vonden in de kleine woning een oom en tante van Johanna, de smid Hermanus Jutte en Theodora Cornelia Appels, enige tijd onderdak. Eind 1883 werd de drukke behuizing de families toch teveel. De familie splitste zich op en verhuisde naar de Pieterstraat 17 en 23. Waardoor ze toch nog bij elkaar in de buurt konden blijven wonen

Groenteboer Van der Kruk
Eerste bewoner tevens winkelier van de herbouwde woonwinkel was het echtpaar Piet van der Kruk en Bets Breedveld. De herbouw van Achterom 67 kwam in 1934 voor groenteboer Piet van der Kruk als een geschenk uit de hemel. In hetzelfde jaar moest hij namelijk zijn woonwinkel Achterom 61 verlaten omdat deze onbewoonbaar was verklaard en gesloopt moest worden. De eigenaar van Achterom 67, Arend Heederik, was bereid om de nieuw gebouwde woonwinkel nog in hetzelfde jaar aan Van der Kruk te verhuren. De zaak van het echtpaar Van der Kruk-Breedveld was een buurtwinkel waar de laatste nieuwtjes werden uitgewisseld. De meeste klanten woonden aan het Achterom, in de Ham, op de Aschvest en de Scheepmakerij.

Naast de klanten die voor het dagelijks eten de winkel bezochten had Van der Kruk ook nog enkele grote klanten. De familie Slakhorst, eigenaar van Hotel “Bellevue” aan de Zuidwal, was klant voor privégebruik en voor hun Restaurant. Daarnaast was Frans Averbeek, uitbater van het cafetaria “Taria Frans” aan het Achterom 53 een grote klant. Averbeek ging in de vijftiger jaren als een van de eersten in Delft patat-frites verkopen. Piet van der Kruk leverde de bintjes, de aardappels waarvan de meest smakelijke patat gemaakt wordt. Ook Teun Simons die een snackbar exploiteerde aan de Brabantse Turfmarkt betrok zijn bintjes bij Van der Kruk. Na het overlijden van zijn vrouw Bets Breedveld in 1962 zette Piet in een rustiger tempo zijn zaak voort. Hij stopte met de levering van de dagelijkse groenten aan particulieren en hield alleen de drie grote klanten aan. In 1972 stopte hij definitief met zijn winkel maar bleef er nog wel wonen. Hij was toen 79 jaar. Een jaar later is hij overleden. en verdiende de kost als winkelierster.

Een Bokkenrijder in Delft?
Delft, op 5 oktober 1772, worden Leonardus Deegens, geboortig van Bronsem bij Maestrigt en Elizabeth Nieuwhaus geboortig van Osnabrugge geadmitteert voor 6 maanden. [geadmitteerd = officieel ingeschreven en toegelaten].
Het stel trouwt al snel na aankomst in Delft, op 25 oktober 1772 voor het gerecht, wat later op 2 februari 1773 vind het kerkelijk huwelijk plaats. Zij wonen inmiddels in de Cromstraetsteeg. Hun eerste kind, Joannes wordt gedoopt op 24 augustus 1773 in Poeldijk, er zullen nog 10 kinderen volgen, zij worden in Delft gedoopt.

Elizabeth Nieuwhaus (±1746), dochter van Ernst Nieuhuijs en Maria Aleid Rademaker is op 30 juli 1818 in Delft op ongeveer 72 jarige leeftijd overleden.
Leonardus of Leendert Deegens is mogelijk een zoon van Joannes Petrus Degens (1718) en Helena Schoffelen (1715-1782), hij is geboren in Rómpe/Rumpen [Brunssum] en waarschijnlijk gedoopt als Joannes Leonardus op 26 september 1745 in Heerlen. In Limburg kregen veel dopelingen twee voornamen, de laatste naam was dan de roepnaam. In het gezin Degens x Schoffelen werden naast Joannes Leonardus ook nog een Joannes Jacobus (1752-1822) en een Joannes Henricus (1758-1810) geboren.

‘Den Gedetineerde Mathijs Sengen weederom gesisteert sijnde verclaart dat bij de voormelde diefstallen noch geassisteert hebben Nicolaes Creuen, Claes wonend aen den Kock, Philip Herscheler en Theodor Herscheler die den dootslag gegeeven heeft, Jan Deegens, woonende tot Broensem eenen Calverdriever, Lambert woonende in het Straetje getrouwt met de dogter van het Heits Hofken, Vaes getrouwd met Geurd Deegens, sijn dogter genoemt Maria Agnes. …

Verklaerde dat nog daarbij geassisteert hadden Frans woonend op Nieuwenhage wiens vrouw een wijsvrouw is, gewoont hebbend op Roebroek, alsmeede sijnen soon Thomas, Manus woonende in de Gansweijde, swaeger van Wilhelmus Cordeweener, Willem den kannenschurger, woonende in de Gansweijde, wiens vrouw sich noemt Heleen, de suster van Tonisse Catharin, Johannis Hoenen getrouwt met de dogter van La Haije van de Ackerstraet, den welcken meede geassisteert heeft bij de diefstallen te Heugen, Winantsraede, Havert, Heugen bij Millen, en dat denselven aenhadde eenen blauwen kiel gewaapent met een stock, Jan Deegens van Brooensem, met sijn Soon waarvaneenen sich noemt Leonardus en den ander kent hij niet. Als meede Willemken van Broensem gaende van tijd tot tijd met calver, woonende aen den bergh niet verre van Jan Deegens.’

Bron: Site ‘ Bokkenrijders en hun afstammelingen’
.

Nog meer cholera in Delft
door: de heer Bram de Roo

Van ons, in Hardenberg woonachtige, afdelingslid de heer Bram de Roo, kregen we december vorig jaar een mailtje, waarin hij schreef:
“Vandaag kwam ‘Delfland’ binnen waarin een artikel van Piet van der Kruk over “Achter de gevels van Delft”. Hij noemde daarin de heftige cholera uitbraak van 1866. Omdat mijn familie 200 jaar in Delft gewoond heeft en ik daar veel onderzoek naar gedaan heb, herinnerde ik mij ineens dat ik ook een verhaal daarover heb. Een van mijn betovergrootouders Rokus de Raad en Jannetje Mulder kregen daar mee te maken. Ik kwam tot de ontdekking dat zij en twee van hun kinderen op de zelfde dag stierven.

Het artikel van Piet van der Kruk over de gevels van Delft in ons Mededelingenblad van december 2019, waarin hij ingaat op de cholera epidemie van 1866 bracht mij in herinnering dat bij mijn voorouders ook mensen te maken hebben gehad met cholera, maar dan in 1832. In dat jaar was er ook een epidemie. In het artikel van Peter Ekamper: “Delfts blauwe dood: de cholera-epidemieën van 1849 en 1866” wordt uitgebreid ingegaan over de ellende die dat met zich bracht.

Toen ik met mijn onderzoek naar mijn voorouders bezig was, kwam ik terecht bij het gezin van mijn betovergrootouders Rokus de Raad en Jannetje Mulder. Beiden geboren in 1797, trouwden zij in 1818. Rokus en Jannetje kregen 7 kinderen, waaronder 1 dochter. Verdriet bleef hen niet bespaard. In augustus1830 kregen zij een tweeling, die in november van datzelfde jaar overleed. Maar daar bleef het niet bij. Op 8 augustus 1832 sloeg het noodlot toe en kwamen Rokus en Jannetje te overlijden. Omdat het op dezelfde dag was dacht ik aan brand, maar het archief van Delft gaf mij de informatie, dat zij overleden waren aan de cholera. Tevens overleden op die dag twee van hun zonen. Rokus overleed in de Cholerabarak van het Gasthuis aan de Koornmarkt, Wijk 2, nr. 117 tezamen met zijn zoon Hendrik. Jannetje stierf om 6.00 uur in het huis Doelenstraat    W VI, 610, tezamen met haar zoon Rochus, die om 5.30 uur overleed. Vier dagen later kwam de vijfde zoon, Willem, te overlijden in het ziekenhuis aan de Turfmarkt. Ook aan de cholera. Mijn overgrootmoeder, Angenieta Louisa Johanna was de enige die van het gezin is overgebleven, nadat haar broertje Alexander in 1833 in het weeshuis was overleden. Dat dat daar gebeurde, maak ik op uit het feit dat de vader van het weeshuis de aangever van het overlijden was. Het zal voor haar wel een grote impact gehad hebben. Voor zover ik kan nagaan is zij bij haar grootouders grootgebracht. In 1850 trouwde zij met Mees de Roo, zoon van Willem de Roo an en Ida Elisabeth Valk.

Het artikel van Piet bevat nog meer bijzonderheden. Hij schrijft over het Achterom 67, waar zijn grootvader gewoond heeft. Het blijkt dat als je de gegevens daarvan in de site “Achter de gevels van Delft” opzoekt dat de schoonvader van Angenieta, Willem de Roo, daar ook heeft gewoond van 1820 tot 1828. Na zijn overlijden bleef zijn vrouw er wonenen verdiende de kost als winkelierster. De tante van Willem, Angenieta Vileers-de Roo heeft er van 1769 -1805 gewoond. Allemaal familie dus. Hieronder volgt het gezin.

Rokus de Raad, zoon van Rookus de Raad en Angenieta Rozier, koopman in aardewerk, is geboren 29 november 1797 te Delft (ZH), is Ned. Geref. gedoopt 3 december 1797, is overleden 8 augustus 1832.

Rokus trouwt 6 mei 1818 te Delft (ZH) Jannetje Mulder, dochter van Johannes Jacob Mulder en Louisa Wilhelmi geboren 22 januari 1797 te Delft (ZH), is Evangelisch- Luthers gedoopt 29 januari 1797, is overleden 8 augustus 1832.

Rijswijkse Rouwprentjes (met scans !)

Op de website van de Historische Vereniging Rijswijk (HVR) zijn tientallen rouwprentjes van Rijswijkers te vinden.
Het HVR-lid de heer Theo van der Kooij heeft een grote verzameling rouwprentjes aangelegd: het zijn prentjes van geboren Rijswijkers of van mensen, die in Rijswijk zijn overleden.
Hij heeft erin toegestemd om zijn prentjes voor derden beschikbaar te maken. Ze zijn ingescand en nu beschikbaar via de HVR-website.
Het HVR-lid de heer Jan van der Ploeg uit Den Haag heeft ook een verzameling bidprentjes beschikbaar gesteld: alle van personen, die in Rijswijk zijn geboren en / of gestorven en daar begraven. Zijn prentjes zijn achter de naam gemerkt met een “P”.

Op de site is een alfabet weergegeven:
klik op de eerste letter van de achternaam, waarna alle achternamen met die letter verschijnen. Het adres van de site is: https://www.historischeverenigingrijswijk.nl/rouwprent.php

NB: Mensen kunnen meerdere prentjes hebben en deze staan zodoende dubbel in de lijst vermeld. Mocht er echter toch ergens een fout zijn gemaakt, dan verneemt de HVR dit graag van u via secretariaat@historischeverenigingrijswijk.nl