Alle doodsbriefjes nu via een index online!

0
165

Project ‘digitaliseren en indexeren doodsbriefjes’ afgerond

Sinds het voorjaar van 2021 is een groep vrijwilligers bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) druk bezig geweest met het toegankelijk maken van de briefjes waarin een arts de doodsoorzaak heeft opgetekend, beter bekend als de ‘doodsbriefjes’. Dat project is nu afgerond. Dankzij deze vrijwilligers kunnen onderzoekers nu via een index de doodsbriefjes (www.bhic.nl/doodsbriefjes) raadplegen van alle gemeenten waar het BHIC doodsbriefjes van heeft. Zij kunnen daar bijzondere gegevens van hun voorouders in terugvinden.

Of mensen geëvacueerd zijn, of een zwervend bestaan hebben geleid, maar ook belangrijke ontwikkelingen binnen de medische stand: je ziet zoveel méér terug in doodsbriefjes dan enkel de oorzaak van overlijden”, vertelt onderzoeker Marja Waals enthousiast. Zij nam in 2021 het voortouw om dit project samen met het BHIC op te starten. Niet veel later sloten ook Netty van ’t Hof, André Schoones en Betsy van der Wiel zich aan bij de vrijwilligersgroep. Marja heeft ook meteen een medische encyclopedie samengesteld, waarin je alle oorzaken van overlijden kunt terugvinden.  

Doodsbriefjes
Sinds 1865 is het in Nederland zo geregeld: de arts die het overlijden van iemand vaststelt, moet een verklaring opmaken met daarin de oorzaak van het overlijden. Die verklaring gaat vervolgens naar de ambtenaar van de burgerlijke stand. Nu zijn er twee soorten doodsbriefjes. Doodsbriefje A is een beknopte omschrijving, doodsbriefje B is veel uitgebreider; bestemd voor het Centraal Bureau voor de Statistiek voor verwerking in de bevolkingsstatistiek. 

Brongegevens over hoe iemand aan zijn einde is gekomen zijn in Nederland schaars. In de overlijdensakte ontbreekt dit gegeven. Doodsbriefjes zijn dan ook in meerdere opzichten een unieke bron. Je moet wel een beetje geluk hebben om zo’n briefje te pakken te krijgen, want in de loop der tijd zijn er helaas veel vernietigd. Maar gelukkig zijn er ook bewaard gebleven.

Hieronder een volledig overzicht van de bij het BHIC bewaarde verklaringen van overlijden (doodsbriefjes), met vermelding van toegangsnummer, periode en inventarisnummers:

  • Alem, Maren, Kessel (toegangsnr. 7314), 1885 en 1938-1957 (inv.nr. 605)
  • Berghem (toegangsnr. 7349), 1940-1976 (inv.nrs. 19.2, 19.3 en 20.1)
  • Berlicum (toegangsnr. 5035), 1877-1879, 1881-1883, 1886-1901, 1904, 1909, 1916, 1920-1923 en 1927 (inv.nrs. 739-767)
  • Beugen en Rijkevoort (toegangsnr. 7024), 1923-1926 en 1930-1936 (inv.nrs. 970-979)
  • Cromvoirt (toegangsnr. 5062), 1915-1921, 1924-1925 en 1927-1932 (inv.nr. 472)
  • Den Dungen (toegangsnr. 5038), 1866-1941 (inv.nr. 911)
  • Dinther (toegangsnr. 7602), 1935-1952 (inv.nrs. 204-205)
  • Erp (toegangsnr. 7689), 1940-1945 (inv.nr. 172)
  • Geffen (toegangsnr. 7338), 1901-1941 (inv.nr. 106); (toegangsnr. 1487), 1959-1962 (inv.nr. 14)
  • Huisseling en Neerloon (toegangsnr. 7387), 1880-1922 (inv.nr. 169)
  • Lith (toegangsnr. 7316), 1880-1899, 1901-1912, 1914-1920, 1922-1924, 1926, 1928 en 1930-1932 (inv.nrs. 1196-1241)
  • Mill en St. Hubert (toegangsnr. 7033), (1822)1831-1833, 1838-1840, 1874-1875 en 1907-1908 (inv.nr. 711)
  • Nistelrode (toegangsnr. 7488), 1921-1929 (inv.nr. 1342) (ontbreekt)
  • Oijen en Teeffelen (toegangsnr. 7321), 1928-1938 (inv.nrs. 1027-1037)
  • Oss (toegangsnr. 7363), 1882-1929 (inv.nrs. 2106-2110
  • Ravenstein (toegangsnr. 7476), 1876-1920, met hiaten, en 1922-1950 (inv.nrs. 33-37)
  • Reek (toegangsnr. 7726), 1924-1926 en 1941-1942 (inv.nr. 51)
  • Schijndel (toegangsnr. 5135), 1944-1960 (inv.nrs. 624-640)
  • Sint-Michielsgestel (toegangsnr. 5136), 1941-1943, 1945-1947 en 1952-1953 (inv.nrs. 542-547 en 2277); 1932-1936 (inv.nrs. 2271-2275); 1939-1949 (inv.nr. 2276)
  • Sint-Oedenrode (toegangsnr. 7737), 1870-1939 (inv.nrs. 1531-1600); (toegangsnr. 7635), 1940-1956 (inv.nrs. 502-518)
  • Veghel (toegangsnr. 7753), 1897-1936 (inv.nrs. 1541-1580); 1940-1945 (inv.nrs. 1275-1276)
  • Vught (toegangsnr. 5224), 1870-1930 (inv.nrs. 61-64); registers van aan de hoofdinspecteur van de volksgezondheid gezonden persoonssterfkaarten, 1905-1909 (inv.nrs. 65-66); (toegangsnr. 5131), 1940-1949 (inv.nr. 1202)

“De doodsbriefjes geven je een directe inkijk in die tijd. Het is schrikbarend hoeveel kinderen er wel niet zijn overleden aan difterie of kinkhoest. Je ziet soms gezinnen die bijna jaarlijks een doodgeboren kindje krijgen. Er zit zoveel tragiek in deze documenten.” Als een kindje doodgeboren is, zocht Marja de naam van de ouders erbij. Zodat zo’n jongetje of meisje meer is dan alleen de vermelding ‘doodgeboren’. Dat maakt het ook een heel bijzonder archief. Als iemand een zwervend bestaan heeft geleid, zie je dat ook. De gemeente waarin hij is overleden heeft zo nauwkeurig mogelijk in kaart gebracht waar hij al die tijd is geweest.”

Chapeau!
Het doorzoekbaar maken van deze interessante bron was mogelijk dankzij de hulp van Marja, Netty, André en Betsy. Daarom willen wij hen namens het BHIC en alle (toekomstige) gebruikers ontzettend bedanken voor hun enorme inzet en bijdrage!