Kwartier van Nijmegen 2020 nr 1

0
66

INHOUD: VAN DE REDACTIE, LEZING 14 Januari, KOMENDE LEZINGEN, DETERMINATIEMIDDAG FOTO’S UIT NEDERLANDS-INDIË, AFDELINGSLEDENVERGADERING 14-4-2020, NOTULEN VAN DE AFDELINGSVERGADERING VAN 9-4-2019, ALV JAARVERSLAG 2019, JAARREKENING EN TOELICHTING 2019, NOTULEN LV 23 NOVEMBER 2019 TE DRIEBERGEN, VARENDE GOEDEREN (2), SCHEPEN UIT DE 17 E EN 18 E EEUW ARSENAAL, KWARTIERSTAAT ”Van Duren”, DE VERDWENEN NOODWONINGEN BIJ DE DRIEHUIZERWEG, CURSUS GENEALOGIE, PETRUS CANISIUS STICHTTE FONDS VOOR ARME KLERKEN, GROTE AARDBEVING IN LAND VAN CUIJK IN 1640, BUURMEESTERS VERZOEK, OUD SCHRIFT, LEDENMUTATIES tot febr. 2020 

VARENDE GOEDEREN (2)
Evert Kam.

Nu wil ik wat meer aandacht besteden aan de schippers zelf. Ik vond 883 verschillend geschreven namen van schippers, die de rivieren op voeren, 265 die de rivieren af voeren. 72 daarvan gaan zowel de rivier af als op, een klein percentage dus. Vaak werden voor dezelfde personen afwijkende namen opgeschreven, ik schat dus dat het werkelijke aantal enkele percentages lager zal hebben gelegen. Ook waren er enkele vrouwen onder de schippers; 21 vrouwen de rivieren op, 12 de rivieren af. Hier de namen van der schippers, die het meeste met de scheepvaart bezig waren.

De rivieren op waaronder 21 vrouwen:
Henderick van Driel 267 x vervoerde veel wijn.
Jacob Leeuwens 211 x vervoerde veel wijn.
Herman Opheijden 199 x vervoerde textiel en diversen.
Pauwels inde Betouw 163 x vervoerde koper en diversen.
Willem Grooten 92 x vervoerde koper.
Jsack Schorer 67 x vervoerde koper en textiel.
Willem Vrundt 56 x vervoerde koper.

De rivieren af, waaronder 12 vrouwen :
Pauwels inde Betouw 244 x vervoerde koper en ketels.
Jsack Schorer 138 x vervoerde veel ketels.
Willem Grooten 133 x vervoerde koper en ketels.
Willem Vrundt en Adam Smits 61 x vervoerde veel ketels.

SCHEPEN UIT DE 17 E EN 18 E EEUW
H. van Haarst

Veel voorkomende schepen destijds op de Nederlandse rivieren en wateren zijn het Hoekerschip en de Samoreus of Keulenaer. Het is aannemelijk dat deze schepen ook rond genoemde periode ARSENAAL

Evert Kam.
Helaas heb ik het rekwest van Willem Ariens niet kunnen vinden. In mei 1781 stopt het verzamelen hiervan. Wij kunnen ons wel enigszins voorstellen, wat dat geweest is. Hij moet ergens opgepikt hebben, dat de opslagplaats van buskruit verplaats zal worden en wel, dat er een officieel arsenaal op de Mariënburg gebouwd zal worden. Hij bezat twee huizen in de Hertogstraat, waarvan er èèn wel zijn smidse zal zijn geweest. Smeden werken met vuur en dat combineert niet zo best met buskruit. Hij vreest, dat hij zal moeten verhuizen en vraagt nu aan de raad, of zijn werkzaamheden in de Hertogstraat in de toekomst risico’s met zich mee brengt. De magistraat toen ter tijd zal hier wel geen oordeel over hebben willen uitspreken, dus schuiven ze het probleem door naar de Raad van Staten.

KWARTIERSTAAT ”Van Duren”

II Jacob van Duren, geb. op 20 jan 1878 te Arnhem, ged. te Arnhem koetsier/smid(1904), bode, ovl. op 3 nov 1934 te Arnhem, tr. op 4 dec 1918 te Arnhem met Anna Hendrina Jansen, dr. van Jan Jansen, (tabaksplanter (1874), landbouwer, voerman (1896))en Johanna Jüngst, geb. op 25 aug 1889 te Bemmel, ovl. op 13 mei 1957 te Arnhem, …

I Maria Antonia van Duren

DE VERDWENEN NOODWONINGEN BIJ DE DRIEHUIZERWEG

Gouverneursbuurt
Door de verwoestingen tijdens de tweede wereldoorlog was er een groot tekort aan woonruimte ontstaan. In december 1946 werden in Nijmegen de eerste noodwoningen gebouwd, die bij woningvereniging Nijmegen in beheer werden gegeven. Zo was er een complex tussen de spoorlijn naar Kleef, de Driehuizerweg (tegenwoordig Heyendaalseweg) en de Groenewoudseweg. Een wijkje met zo’n 300 woningen met straten als Pieter Bothstraat, Jan Pieterszoon Coenstraat, Daendelsstraat, Van Capellestraat, Van Riebeekstraat, Mr. Pieter Meijerstraat, Van Diemenstraat en Rooseboomstraat, allen genoemd naar gouverneur-generaals in het toenmalig Nederlands Indië, waardoor de buurt de naam Gouverneursbuurt kreeg. Door de geïsoleerde ligging en kampachtig uiterlijk werd het complex in de volksmond wel ’Buchenwald’ genoemd. Toen de noodwoningen in 1969 werden gesloopt, verscheen er op het vrijgekomen terrein een overdekte ijsbaan, een bowlingcentrum en een nieuwe brandweerkazerne.

VERLENGDE KERMIS ?
Evert Kam

Bij het zoeken in de Nijmeegse archieven om interessante zaken voor mijn lezers te vinden, kwam ik dit stuk tussen de rekwesten tegen. Vooral het aantal handtekeningen, dus namen trok mijn aandacht. Het betreft hier een aantal Joodse kooplieden, die een verzoek aan de magistraat doen en wel om de duur van de kermis in 1787 te verlengen. Het blijkt, dat zij door de toestand in de republiek hun koopwaren uit Hollend niet op tijd voor de kermis in Nijmegen konden krijgen en dat er vele steden waren, waar geen kermis gehouden werd.

PETRUS CANISIUS STICHTTE FONDS VOOR ARME KLERKEN door Henny Fransen met bewerking oud schrift door Evert Kam

Wie van katholieke huize is en in de jaren vijftig van de vorige eeuw de lagere school bezocht, weet er alles van: het eerste huiswerk dat je opgedragen kreeg was het uit je hoofd leren van de vragen en antwoorden uit de kleine catechismus, zodat je op Hemelvaartsdag goed voorbereid je eerste Heilige Communie kon doen. Onze moeders moesten thuis de vragen overhoren. Nu was dat overhoren iets wat mijn moeder uitstekend afging, want in mijn goed bewaarde schoolrapport van de eerste klas staat een tien voor godsdienst genoteerd, het enige vak waar ik ooit een tien voor behaalde. Een vraag als ’Waartoe zijn wij op aarde’ was toen een belangrijke vraag, maar ook heden ten dage houden vele theologen, wetenschappers en natuurbeschermers zich hiermee vanwege de zorg om het behoud van de natuur bezig. Nooit geweten trouwens dat de catechismus uit onze jeugdjaren al zo’n vierhonderd jaar eerder werd geschreven. Door onze Nijmeegse stadsgenoot Peter Kanis nog wel, die later de Latijnse naam Petrus Canisius aannam. Hij trad als eerste Nederlander in 1543 toe tot de orde der Jezuïeten en promoveerde in 1549 in Bologna tot doctor in de theologie. Daarna werkte hij van 1555 tot 1558 aan zijn eerste catechismus voor godsdienstonderricht aan de jeugd, om de ontstane verwarring tijdens de reformatie tegen te gaan.